MCL onderzoekt nut e-nose bij vaststellen corona

22 januari 2021
E-nose-MCL-2021
Onderzoek
Nieuws

Het MCL (Leeuwarden) is deze maand begonnen met onderzoek naar de effectiviteit van een e-nose om te bepalen of iemand besmet is met corona. De studie vindt plaats onder leiding van longarts Dr. Wouter van Geffen van het Friese ziekenhuis. MCL-medewerkers die een coronaonderzoek laten doen in de MCL-teststraat, kunnen sinds 18 januari aan dit wetenschappelijk onderzoek deelnemen.

Het MCL beschikt over een eigen corona-teststraat, waar medewerkers met mogelijke coronaklachten een PCR-test kunnen krijgen. Naast de gebruikelijke keel/neusswab voor het PCR-onderzoek wordt medewerkers nu óók gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek met de e-nose. De elektronische neus, de Aeonose, ‘ruikt’ op basis van stoffen in de uitademingslucht of een patiënt een bepaalde aandoening heeft. De bedoeling van de studie is dat de e-nose corona ‘leert ruiken’.

Onderdeel landelijke studie

De uitslag van de e-nose wordt nog niet gebruikt als diagnose. De uitslag die MCL’ers krijgen is dan ook altijd die van de gewone test. Op basis van dit onderzoek kan worden vastgesteld of de e-nose een betrouwbare vorm van diagnostiek voor corona biedt. Het onderzoek in het MCL maakt deel uit van een landelijke studie onder leiding van het Jeroen Bosch ziekenhuis en het Isala Ziekenhuis.

Longarts Van Geffen: "Als de e-nose daadwerkelijk gebruikt kan worden om COVID-19 op te sporen, dan biedt dat enorme voordelen. Zo’n test is razendsnel af te nemen. Bij de meeste nu gebruikte tests heb je een wachttijd van een tot twee dagen tot de uitslag bekend is. We hopen dat veel MCL’ers die zich op corona laten testen de moeite willen doen ook deel te nemen aan het onderzoek met de e-nose. Als op basis van deze studie blijkt dat de e-nose een betrouwbaar resultaat geeft kan deze draagbare elektronische neus wellicht breder worden ingezet en is het misschien minder vaak nodig om te testen met een borsteltje in de keel en neus."

Eerdere inzet e-nose

Het MCL is al sinds januari 2019 deelnemer in een groot landelijk onderzoek naar het gebruik van de elektronische neus bij het vaststellen of een patiënt longkanker heeft. Het apparaat, de Aeonose, ruikt op basis van stoffen in de uitademingslucht of een patiënt longkanker heeft. Uitgeademde lucht bevat een groot aantal (> 1000) verschillende ‘Volatile Organic Compounds – (VOC’s)’. Deze vormen een afspiegeling van het metabolisme van het menselijk lichaam. Als iemand aan een bepaalde ziekte lijdt, verandert het metabolisme waarbij ook de samenstelling van de uitgeademde lucht kan veranderen.Met het landelijk onderzoek moet worden vastgesteld hoe betrouwbaar deze vorm van diagnostiek is, en of de Aeonose mogelijk op termijn andere vormen van diagnostiek kan vervangen.

De elektronische neus werd in 1999 in eerste instantie ontwikkeld om voedingsmiddelen te beoordelen, bijvoorbeeld of een lading fruit overrijp is. Al redelijk snel bleek dit soort apparaten ook geschikt om stoffen die wijzen op een ziekte, in de uitademingslucht te detecteren. Uit deze onderzoeken blijkt dat de e-nose in te toekomst naar verwachting betrouwbare diagnostiek kan bieden bij astma, COPD en verschillende vormen van kanker, waaronder longkanker. En, wellicht, COVID-19.

VWS wil meer gebruik e-nose

Halverwege januari schreef inmiddels demissionair minister Hugo de Jongen (VWS) in een Kamerbrief dat de e-nose een waardevol alternatief lijkt voor de huidige invasieve testmethoden om een besmetting met corona vast te stellen. Dit kan het testbeleid ondersteunen.

Eerder onderzoek van van het LUMC en Franciscus Gasthuis & Vlietland toonde al dat de e-nose (in dit geval de Spironose) in de adem van mensen met grote zekerheid kan aantonen dat het coronavirus zich er niet in bevindt. VWS gaat op korte termijn extra e-nose apparaten bestellen om in teststraten te gebruiken.