De oudste apotheker van wie we de naam kennen, is Anselmus, die in 1276 een kelder huurde onder het huis van de bisschop van Utrecht, Jan van Nassau. Kijkende naar apothekers van nu, dan is die wereld behoorlijk veranderd. Geen eenling meer, maar samenwerking met andere zorgverleners in de regio. Oftewel: interoperabiliteit, mede mogelijk gemaakt door technologische vooruitgang.
Albert Drouven en zijn echtgenote namen in 2000 apotheek Holtenbroek in Zwolle over van de voorgangers. Ze stapten in een rijdende trein met een duidelijk visie op het delen van data tussen apotheken uit Zwolle en wijde omgeving. Begin jaren negentig was door collega´s al gekozen voor een AIS van Pharmapartners met het systeem Pharmacom. Het bedrijf had toen al een eerstelijns zorgplatform dat in die jaren bestond uit enerzijds dus Pharmacom en anderzijds Medicom voor huisartsen.
Drouven: ¨Door regionalisatie zijn de apotheken uit Zwolle en wijde omgeving steeds meer gaan samenwerken. Uiteindelijk resulteerde dit in de opzet van een gezamenlijke politiek/dienstapotheek (DAP) met Isala klinieken. Doordat die DAP alleen op het cluster Zwolle zat, merkten we dat de uitwisseling van het farmaceutische patiëntendossier suboptimaal verliep ook al gebruikten bijna alle apotheken uit de regio hetzelfde AIS. Communicatie verliep eerst via OZIS[en later via het LSP, maar het dossier op de DAP vertoonde duidelijk minder rijke informatie dan we in de steden gewend waren met elkaar te delen.¨
Oorzaak: regionale verdeling
De oorzaak hiervan was te vinden in de verdeling van de regio in drie grote clusters: Zwolle, Kampen en een verzameling van de dorpen Nieuwleusen, Dalfsen, Heino. Ieder dorp had weer hun eigen clustertje. In totaal bestond de regio rondom Isala dus uit zeven clusters. ¨In 2014 hebben we daarom met elkaar besloten alle clusters samen te voegen tot een groot regiocluster Zwolle. Dit traject duurde drie jaar. Vanaf dat moment deelden alle apotheken uit de regio met elkaar hetzelfde farmaceutische dossier¨, aldus Albert Drouven.
Door de clustering van apotheken kwam er bij de huisartsen in Zwolle en omgeving een beweging op gang om naar Medicom over te stappen. Dit is gelukt. De laatste conversies zullen eind 2019 afgerond zijn. Het cluster MedZwolle bestaat dan uit 26 apothekers en ongeveer 140 FTE huisartsen. Het platform werkt met een patiëntendossier waarbinnen verschillende informatie met elkaar gedeeld wordt. Zoals de basisgegevens van de patiënt, medicatie- en diagnostische gegevens alsook laboratoriumwaarden.
Interoperabiliteit meer dan data uitwisselen
Maar interoperabiliteit gaat verder dan gegevens uitwisselen tussen apothekers en huisartsen. Patiënten hebben ook te maken met ziekenhuizen. Op de vraag of er op dit vlak al een koppeling is gelegd in de regio, zegt Drouven: ¨Medio 2017 heeft de sector farmacie (samenwerking tussen NedAIS, KNMP en ICT leveranciers van AIS-systemen) een zogenaamd LSP-verbeterplan uitgevoerd. Apotheken zijn LSP gebruikers van het eerste uur en ervoeren tot die tijd dat het rondsturen van ongestructureerde data niet automatisch leidt tot betere zorg omdat er meer informatie voorhanden is. Hiervoor zijn aanpassingen binnen het AIS en het LSP gemaakt.
Een ander onderdeel van het LSP-verbeterplan was het ontvangen van een elektronische vooraankondiging recept vanuit de tweede lijn middels HL7 en het LSP. Ook dat is gerealiseerd en inmiddels is er al een tiental ziekenhuizen die via het LSP dit elektronische recept versturen naar de openbare apotheek van keuze van de patiënt. Vanuit de VIPP-ziekenhuizen vindt hier nu een versnelling in plaats en de meeste ziekenhuizen zullen dit jaar dan ook een elektronisch recept kunnen versturen. Het is jammer dat dit alleen met de grootste Nederlandse EPD leverancier voor de tweedelijns kan.¨
Medio juli praten we in een blog verder met Albert Drouven over de rol van apothekers in het interoperabiliteitsvraagstuk. Leest u dan weer met ons mee?