“Als arts moet je vanaf de designfase betrokken zijn bij zorginnovatie”, stelt Gabriëlle Speijer, radiotherapeut-oncoloog bij het HagaZiekenhuis en founder van CatalyzIT. “Onze basiswaarden moeten worden vertaald naar designprincipes en innovaties dienen aan de beste vertrouwelijke zorg en gezondheid bij te dragen. Dus is het cruciaal dat we meteen meesturen.” Om die reden was Speijer afgelopen voorjaar jurylid bij ‘Get In The Ring 2021’. Op dit jaarlijks terugkerende event krijgen startups en ventures van over de hele wereld de gelegenheid om hun technologische innovatie te pitchen en tegelijkertijd te netwerken. “Een waardevol en leerzaam evenement, zowel voor de jury als de deelnemers.”
Get in the Ring is een initiatief van de Nederlandse Unknown Group, die sinds haar oprichting in 2008 een aanzienlijk wereldwijd netwerk heeft opgebouwd in innovatie en ondernemerschap. Elk jaar organiseert Unknown de wereldwijde startup-competitie ‘Get in te Ring’, een event dat toegang geeft tot startups en getalenteerde oprichters in meer dan 220 steden. Get in the Ring biedt duizenden ondernemers een platform waar ze hun oplossingen kunnen testen, valideren en schalen.
In de editie van dit jaar, die in verschillende rondes van februari tot en met april plaatsvond, was Speijer jurylid. “Als dokter ben ik in staat te doorzien of een innovatie echt gaat bijdragen aan gezondheid. Vanuit mijn beroep ben ik eraan gewend om snel een ‘sanity check’ op de wetenschappelijke onderbouwing te doen. Ook kijk ik naar: hoe is de positionering in de markt, wat wordt geclaimd en zou ik dat aan mijn patiënt kunnen aanbieden op deze manier? En als ik ervan overtuigd raak dat het een serieuze bijdrage kan leveren aan gezondheid, hoe zouden mijn collegae dit dan ontvangen?” Deze kennis en ervaring deelt Speijer graag met de startups en ventures die deelnemen aan Get in the Ring.
Virtuele boksring
Normaal gesproken vindt ‘Get In The Ring’ daadwerkelijk plaats binnen de setting van een boksring, maar vanwege de coronapandemie werd er nu digitaal invulling aan gegeven. “Toch bleek er op die manier voldoende gelegenheid te zijn voor één-op-één sessies met deelnemers”, vertelt de radiotherapeut-oncologe. “Dat biedt mooie interacties. Bovendien geeft het je als jury de kans om heel baseline vragen te stellen aan ontwikkelaars om zo tot een afgewogen oordeel te komen over de praktische waarde van hun idee.”
Speijer geeft aan dat met een investeerder andere zaken worden afgewogen dan met een dokter. “Toch vinden we het nog te vaak vanzelfsprekend dat het design, de opschaling en doorontwikkeling buiten de scope van onze klinische praktijk plaatsvinden. En dat terwijl deze ontwikkelingen dezelfde gezondheid beïnvloeden waarop wij inzetten, en daarmee ook de uitkomst van ons handelen als artsen. Het adagium ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ gaat hier zeker niet op. Erger nog: digitalisering heeft een exponentieel schalend effect. Gaat het fout, dan is de schade niet te overzien. Maar heeft een innovatie wel baat, dan ligt er een kans om de zorg exponentieel te verbeteren. En daar verheug ik me als dokter echt op.”
Waardevolle pitches
Twee pitches vindt Speijer de moeite waard om gedetailleerder tegen het licht te houden. De ene, Snorefree, benadert de zorg overwegend vanuit de burger, namelijk via health en fitness apps. De andere, Oncompass, opereert vooral vanuit de klinische en onderzoekswereld.
De Snorefree Health App is volgens bedenker Sigismund Gänger de eerste app die een effectieve benadering biedt tegen snurken en slaapgerelateerde ademhalingsproblemen. Gänger: “Snurken is een probleem waarmee miljoenen mensen kampen en brengt grote gezondheidsrisico’s met zich mee. Conventionele therapieën kunnen invasief, pijnlijk en kostbaar zijn, maar tegelijkertijd weinig effectief. De training in Snorefree is afgeleid van spraaktherapie en kent een solide wetenschappelijk basis.”
Toen Speijer de pitch bijwoonde, was haar eerste gedachte: het zal wel. “Maar nadat ik zelf met de app had ‘gespeeld’, besloot ik thuisarts.nl te benaderen met de vraag waarom zij die niet vermelden. Daarop kreeg ik te horen dat de app-ontwikkeling in de zorg voor hen niet bij te houden was. Toen ik in gesprek ging met de ontwikkelaars, bleek dat zij als basis voor de app jarenlang research hadden verricht, maar dat in hun communicatie niet zo naar voren brachten. Ik heb aanbevolen dit wel te doen en dat hebben ze vervolgens ook in de praktijk gebracht.”
Gänger is goed te spreken over Speijers feedback. “Hij was goed onderbouwd en to the point. Enkele voorstellen hebben we al verwerkt in de recente update van de app.”
Als voorbereiding op de pitch verdiepte Speijer zich in snurkproblematiek en de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Leerzaam en een les in bescheidenheid, vindt ze. “Diezelfde bescheidenheid moet je als arts in de spreekkamer ook hebben. Want je moet kunnen inzien dat jouw eerste inschatting voor een diagnose niet correct is en dat je dus moet doorvragen om het bredere perspectief te krijgen.”
Oncompass
De tweede pitch, waarover Speijer haar mening na de eerste indruk moest bijstellen, was Oncompass. Dit is volgens ontwikkelaar Istvan Petak de eerste AI-gebaseerde rekenkundige methode voor het onderbouwen van behandelbeslissingen in de oncologie. De software is geregistreerd als medisch hulpmiddel en gevalideerd in een klinische trial. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in Precision Oncology.
“Mijn eerste indruk was dat deze optie om de beste targeted therapy voor de patiënt te vinden, te veel losgezongen van de praktijk was”, vertelt Speijer. “Maar de ontwikkelaar bleek zijn jarenlange ervaring vanuit de praktijk juist wel te hebben vervat in een open en dus toetsbaar model. Bovendien is het mogelijk om vanuit de huidige klinische trial gebaseerde praktijkvoering soepel de overstap te maken naar het inzichtelijk maken van grote hoeveelheden data met behulp van AI en machine learning.”
Zo biedt Oncompass clinici de kans steeds gerichter te behandelen: precisie-oncologie al lerend van eigen uitkomsten, op basis van real world data. Een voordeel is ook dat de ontwikkelaar samenwerkt met andere klinieken en partijen, en dat altijd gedreven vanuit de klinische meerwaarde. Speijer: “Dat vind ik heel knap. Ook de manier waarop naar het technisch design was gekeken vond ik goed, we worden in staat gesteld om continu feeling te houden met het systeem.”
Petak noemt Speijers input bij Get in the Ring bijzonder waardevol. “Zij gaf ons tips over hoe we Oncopass het best kunnen introduceren in het professionele medische veld.”
Meerwaarde voor praktijk
De belangrijkste vraag die Speijer in haar jurering van de Get in the Ring pitches wilde beantwoorden, was: welke meerwaarde levert deze innovatie de gezondheidszorg op? “Op basis daarvan deed ik een reality check om alle feiten op een rij te zetten, te kijken of het klopt wat de ontwikkelaars stellen en wat ik aan subjectieve indrukken van tafel kon vegen. Vertrouwelijkheid is hierbij een belangrijk thema, net als de vraag hoe het idee zich vertaalt naar de medische praktijk. Verder spelen duurzaamheid en wendbaarheid een belangrijke rol en natuurlijk ook de vraag of de ontwikkelaar open staat voor de omgeving.”
Speijer concludeert dat Get In The Ring de deelnemende startups veel heeft gebracht. “Het geeft ze kritische feedback op hun ontwikkeling en gerichte input voor verdere verbetering en aansluiting bij de markt. Bovendien brengt het ze in contact met een brede groep mensen, die hen kunnen adviseren en kunnen linken aan anderen, zodat ze een netwerk opbouwen waarin ze kunnen versnellen.”
Dat de beoordeelde initiatieven van grote waarde kunnen zijn voor de zorg, staat voor Speijer buiten kijf. “We benutten technologie nog te weinig om een compleet beeld van de patiënt te krijgen. Dat kan veel beter. En als in de ontwikkeling van die technologie dokters in the lead zijn, kunnen we daarin een enorme versnelling realiseren. Dat is geen vrijblijvende zaak, want de technologie moet ons werk en de uitkomsten in gezondheid ten goede komen. Daar moeten we samen op aansturen.”