Vanaf volgend jaar krijgen huishoudens in Europa via het aloude koperdraad ongekend snel toegang tot het internet.
De snelheden lopen op van honderden megabits per seconde tot 1 gigabit. Dat is te danken aan de technologie G.fast die TNO heeft geïnitieerd met een consortium van operators, fabrikanten en researchcentra. Eind vorig jaar heeft de International Telecommunication Union van de VN G.fast erkend als wereldwijde standaard.Tijdens het Ultra-Fast Broadband Seminar deze week in Den Haag maakten onder meer de Britse telecomoperator BT en Swisscom bekend vergaande plannen te hebben de technologie uit te rollen. Ook het Franse Orange, Fastweb in Italië, Telekom Malaysia en AT&T in de VS hebben G.fast inmiddels omarmd. Tal van andere operators in Europa en daarbuiten ontwikkelen nu plannen hun klanten van de nieuwe techniek te voorzien. En dat via de traditionele koperlijn die ooit was bedacht voor telefonie. Het seminar brengt DSL-experts van over de hele wereld bij elkaar. Zo zijn er alleen al twintig telecomoperators vertegenwoordigd.
Kopernet enorm opwaarderen
‘Glasvezel op elk adres is natuurlijk het ultieme doel, maar dat is praktisch en economisch voorlopig onhaalbaar’, zegt senior scientist Rob van den Brink, de geestelijk vader van G.fast. ‘Daarnaast bieden kabelbedrijven al hoge snelheden, maar bij TNO hadden we het idee dat we het kopernet veel sneller konden maken dan nu via DSL-technieken. Testen in ons lab lieten zien dat we met G.fast over afstanden tot 350 meter tussen straatkast met glasvezel en huisaansluitingen zeer hoge snelheden kunnen realiseren. Het betekent concreet dat je in het centrum van Amsterdam 95% van de huishoudens van snelheden van honderden megabits via koper kunt voorzien, wat ooit alleen voor glasvezel leek weggelegd. G.fast is een ultieme oplossing, waarmee telecomoperators hun bestaande netwerk tegen minimale kosten enorm kunnen opwaarderen.’
Prestaties beter dan verwacht
Nu de ITU de technologie tot wereldstandaard heeft verklaard, zijn operators, netwerkbouwers, leveranciers van apparatuur en andere betrokken partijen in hoog tempo bezig G.fast voor de consument bereikbaar te maken. Daarbij maken zij gebruik van de kennis die TNO heeft ontwikkeld. Zo gebruiken operators de modellen die TNO heeft gemaakt om te kunnen berekenen op welke manier hun netwerk voor de nieuwe technologie geschikt is te maken.
Verder heeft TNO use cases doorgerekend waarmee operators kunnen bepalen of en hoe G.fast is uit te rollen vanuit hun bestaande straatkasten, of dat ze nieuwe moeten plaatsen en wat dat concreet betekent voor investeringen en opbrengsten. De laatste testen door TNO maken duidelijk dat G.fast veel betere prestaties laat zien dan aanvankelijk gedacht.
‘Onze haalbaarheidsonderzoeken geven operators handvatten op welke plekken in hun netwerk G.fast de beste keuze is of het opwaarderen van VDSL’, aldus Rob van den Brink.
