Digitalisering staat al langer hoog op de agenda bij zorginstellingen. Zorg op afstand-toepassingen zoals videobellen hebben veel potentiële voordelen. Veel partijen – de patiënt voorop – hebben het nut hiervan al vóór de coronapandemie onderstreept. Met de noodzaak tot snelle opschaling van het videoconsult tijdens de coronapandemie ontstonden er bij zorginstellingen en -praktijken echter ook implementatievraagstukken. Een handreiking moet hen ondersteunen. Dat schrijven Esther Barsom en Marlies Schijven, medeauteurs van deze handreiking, in ICT&health.
Omdat zorgverleners hun patiënten niet meer voor elk consult fysiek konden ontvangen, werd er gekeken naar wat nog wél kon. Hierbij lag de opschaling van videobellen natuurlijk voor de hand. Dit gold ook in het Amsterdam UMC. Vóór de pandemie werden daar op basis van wetenschappelijk onderzoek, zorgvuldig en stapsgewijs, poliklinische videoconsulten van enkele vóórloper-afdelingen ingepland.
Snel opschalen videobellen
Tijdens de pandemie moest deze vorm van zorg snel worden opgeschaald. Feitelijk was de pandemie één grote praktijkproef voor versnelde implementatie van videobellen voor diverse consulten, voor de hele academische polikliniek. Een videoconsult-implementatieteam ondersteunde deze praktijkproef in het Amsterdam UMC op logistiek gebied. De implementatie van videobellen en het proces van de opschaling tijdens de pandemie werd geëvalueerd op kwalitatieve en kwantitatieve uitkomsten, evenals op bestendigheid van implementatie.
Zorgverleners en polikliniek medewerkers werden ondersteund gedurende de snelle opschaling van videobellen. Hiervoor werd een keuzekaart ontwikkeld. Met behulp van deze kaart wordt verhelderd voor wie, wanneer en hoe een videoconsult in de praktijk ingezet kan worden. Hoewel gebruikers van videoconsulten aangaven de keuzekaart handig te vinden, bleek dit in de praktijk onvoldoende om de implementatie duurzaam te ondersteunen.
Veel vragen
Het implementatieteam kreeg uiteenlopende vragen, zoals: hoe om te gaan met patiënten die het niet voor elkaar krijgen om te videobellen? En hoe om te gaan met zorgverleners die gewoon niet willen videobellen met patiënten, en voor elk contact toch een fysiek consult aanvragen terwijl de strategie nu ‘digitaal, tenzij’ is?
Ook waren er vragen zoals: is het gebruik van videoconsulten voldoende duurzaam ingericht in de bestaande werkprocessen? Beschik ik als zorgverlener over de juiste competenties of moet ik hiervoor eerst scholing volgen? Wat doe ik als ik wil videobellen vanuit mijn privésituatie?
Handreiking ontbreekt
Wat ons opviel is dat het in de Nederlandse praktijk ontbreekt aan een document met antwoorden op de meest gestelde implementatievragen voor het videoconsult. Door onze ervaringen gesterkt - en aangemoedigd in het delen ervan - voelden wij een noodzaak tot het opstellen van een handzame algemene handreiking videoconsulten. Een ‘whitepaper’ voor diverse praktijksituaties, die verder reikt dan de (academische) ziekenhuizen.
Onderwerpen als de technische aspecten, privacy en informatiebeveiliging, werkprocessen, competenties en scholing komen in deze handreiking tot in detail aan bod. Wat wij u nu al graag aanreiken, na afstemming met de KNMG, is de preversie van de Handreiking videoconsulten. De verwachting is dat een door het KNMG gedragen, nader bestuurlijk afgestemde versie van deze handreiking later dit jaar zal verschijnen.