Toepassing van zorgtechnologie kan grote voordelen hebben voor cliënten en zorgaanbieders. Wel moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan om tot een succesvolle implementatie te komen. Adviseur John Rietman ondersteunt vanuit de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg zorgaanbieders hierbij. De Innovatie-impuls is onderdeel van het VWS-programmma Volwaardig leven, wordt uitgevoerd door Vilans en Academy Het Dorp en is gericht op de implementatie van bestaande technologische oplossingen die in de ogen van cliënten of naasten echt waarde toevoegen en hen ondersteunen.
Er zijn twee sleutelfactoren voor succesvolle implementatie van zorgtechnologie, stelt John Rietman: waarde en voorwaarden. “Oplossingen moeten waarde toevoegen in die zin dat ze cliënten, medewerkers en vrijwilligers voordeel opleveren of nadelen voor ze oplossen. En dat vraagt allereerst vraagverheldering samen met cliënten, naasten en medewerkers.”
Vervolgens moeten die oplossingen aan bepaalde voorwaarden voldoen: ze moeten technologisch goed zijn, bruikbaar en betaalbaar en de context moet meewerken. Rietman: “Slimme sensoren in een woonvorm vragen bijvoorbeeld om voldoende WiFi-dekking. Maar de grootste uitdaging is natuurlijk om van de inzet van zorgtechnologie iets gewoons te maken dat ook gebruikt wordt.”
Leren van en met elkaar
Rietman is een van de adviseurs die vanuit Vilans en Academy Het Dorp in het kader van de Innovatie-impuls zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg ondersteunen bij de implementatie van zorgtechnologie.
“Dit programma hanteert een programmatische aanpak waarin organisaties leren hoe je op een duurzame manier bewezen zorgtechnologie implementeert”, vertelt hij. “Dit is ook het mooie van het programma: zorgorganisaties leren van en met elkaar en weten elkaar te vinden op gemeenschappelijke vraagstukken.”
Bestaande hulpmiddelen
Zelf heeft Rietman goede ervaringen met het gebruik van een Implementatiewijzer. Dit hulpmiddel benoemt de condities om de implementatie tot een succes te maken, plus alle risico’s die dit in de weg staan, legt hij uit. “Aan al die condities koppel ik mensen die er een verantwoordelijke rol in vervullen: de ICT-medewerker voor de WiFi, de afdeling opleiding voor het trainen van de digitale vaardigheid van de medewerkers en het management voor de financiering. Zo’n Implementatiewijzer is een levend document. Na de implementatie kan de zorgaanbieder er nog steeds gebruik van maken, om te evalueren of alles werkt zoals het hoort.”
"Mensen zijn alleen bereid zorgtechnologie te omarmen als ze zien dat die hen echt iets biedt"
Rietman zegt dat zorgaanbieders enthousiast reageren op de ondersteuning die de Innovatie-impuls hen biedt in het implementeren van zorgtechnologie. “Wat ik er heel goed aan vind, is dat de waarde duidelijk het uitgangspunt is. De Innovatie-impuls gaat uit van het perspectief van de cliënt en zijn naaste. Mensen zijn alleen bereid zorgtechnologie te omarmen als ze zien dat die hen echt iets biedt en als ook is voldaan aan de voorwaarden om daar optimaal gebruik van te kunnen maken.”
De Innovatie-impuls helpt daarbij door zorgaanbieders praktische ondersteuning te bieden in dit proces. En die blijkt volgens Rietman ook wel nodig, want er komt echt wel wat bij kijken: het vraagt om gedragsverandering van professionals en cliënten en om aanpassing van werkprocessen. “Om dat te bewerkstelligen, moet je er iemand voor vrijmaken die weet hoe je mensen daarin meeneemt en die veranderkundige expertise heeft.”
De afdeling ICT kan daarbij een ondersteunende rol vervullen, door mee te denken vanuit het technologisch perspectief. “Een heel mooi voorbeeld van die ondersteunende rol zag ik bij een zorgaanbieder die slimme sensoren wilde toepassen om cliënten meer bewegingsvrijheid te geven”, vertelt Rietman. “De coördinator van de ICT-afdeling stelde een document op over de zaken die vanuit ICT-perspectief op orde moesten zijn om tot een succesvolle implementatie te komen én voor de praktijksituatie in het verlengde daarvan. Hij heeft zich ook maximaal ingespannen om alle dingen te regelen waarvoor zijn afdeling verantwoordelijk is. Gelukkig zien we die betrokkenheid steeds vaker.”