We kijken nog niet breed en integraal genoeg

15 juni 2023
We kijken nog niet breed en integraal genoeg
Ethiek
Premium

In de zorg maken we steeds meer gebruik van technologie. Maar hoe nemen we ethiek mee in het ontwerp en gebruik? Hoe bepalen we de waarde van technologie? Hoe nemen we ieders perspectief mee als het gaat om de effecten? En hoe houd je oog voor een volledig beeld? Hier goed over nadenken aan de voorkant, voorkomt dat technologie ongebruikt in de kast blijft liggen of dat je te maken krijgt met effecten die je niet had voorzien.

In de praktijk kunnen zorgorganisaties zowel gefascineerd als terughoudend zijn in het gebruik van technologie. De valkuil is om te veel op de positieve effecten of negatieve effecten gericht te zijn. Professionals die innovatie omarmen, zijn uiteraard enthousiast over innoveren. Ze zien iets ‘nieuws’ al snel als verbetering en besteden vaak onvoldoende aandacht aan ongewenste neveneffecten. Het is dan ook belangrijk om extra alert op het volledige verhaal te zijn om zo grote misstappen te voorkomen.

“Zo is de inzet van technologie helemaal niet zo neutraal als je in eerste instantie zou denken”, zegt Alistair Niemeijer, universitair docent en onderzoeker Zorgethiek & Beleid. Hij promoveerde aan het VU Medisch Centrum met een proefschrift over het gebruik van technologie in de langdurige zorg. “Denk daarbij aan de inzet van een technologie als leefstijlmonitoring. Dat kan als doel hebben om tot een betere leefstijl te komen die bestaat uit meer bewegen, of het voorkomen van gezondheidsproblemen. Maar wat een betere leefstijl is, is natuurlijk wel een normatieve richtlijn.”

Transparant over waarden
Niemeijer: “Omdat neutraliteit niet bestaat, is mijn advies dan ook om altijd transparant te zijn over welke waarden je met elkaar belangrijk vindt bij de inzet van technologie. In de gehandicaptenzorg wil je bijvoorbeeld technologie inzetten om de keuzemogelijkheden van cliënten te vergroten, of om hen meer bewegingsvrijheid te geven. Daarvoor moet je dan bereid zijn om met elkaar een bepaald risico te accepteren. In de ouderenzorg zie je dat er veel waarde gehecht wordt aan persoonsgerichte zorg. Dat kan betekenen dat je uiteindelijk met elkaar kiest voor een type technologie dat goed te personaliseren is.”

Ook is het nodig om van tevoren na te denken over ongewenste neveneffecten, meent Henk Herman Nap, coördinator digitale zorg bij kennisorganisatie Vilans. “Zo kan bij leefstijlmonitoring de mantelzorger op afstand in de gaten houden wat er speelt bij diens naaste met dementie. Positief kan zijn dat dit meer veiligheid oplevert voor de persoon met dementie, dat diegene langer thuis kan blijven wonen en dat het de mantelzorger ontlast. Maar een mogelijk nadelig effect is dat de mantelzorger het idee krijgt dat het wel goed gaat en daardoor de neiging heeft om minder vaak langs te gaan. Hierdoor kan er toch een gevoel van eenzaamheid bij de cliënt ontstaan. De kunst is om met dit soort effecten al rekening te houden bij de ontwikkeling van technologie.”

Eigen overtuigingen als basis
Niemeijer stelt dat de wensen en behoeftes van de cliënt altijd het startpunt zijn van wat je wil bereiken. Daarnaast moet de ontwikkeling en inzet van technologie altijd worden vormgegeven met de uitvoerend professional. Zij zijn immers diegene die in contact komen met de technologie en input kunnen leveren over welke waarden mogelijk op het spel staan.

“Zo weet ik van een organisatie waar het management had besloten om domotica in te zetten. Hun idee daarbij was dat ze daardoor minder mensen nodig hadden voor de nachtzorg. Maar ze hadden niet gevraagd wat hun medewerkers daarvan vonden. Zo waren er wel degelijk medewerkers die ook 's nachts hun rondes wilden lopen. Die wilde bewoners dan toch even zien of ervaren door even bij hen in de buurt te zijn.”

Het is de kunst om kritische vragen te blijven stellen met elkaar

Nap onderschrijft dit. “Juist als je aan de slag gaat met technologie en enthousiast bent over de eerste resultaten, is het de kunst om kritische vragen te blijven stellen met elkaar. Door bijvoorbeeld een lijst van ethische vraagstukken langs te gaan. Kan de gebruiker zien hoe de gegeneerde data tot stand zijn gekomen? Kan de gebruiker straks elementen aan- of uitzetten? Zo is privacy ook een ethisch dilemma bij de inzet van leefstijlmonitoring. Sensoren registreren daarbij wanneer iemand naar het toilet gaat, wanneer iemand slaapt, wanneer de partner van diegene de kamer binnenkomt en wanneer die persoon vrijt. Daar kun je niet zomaar aan voorbij gaan.”

Technologie als sluitstuk
“Technologie hoort altijd het sluitstuk te zijn van een proces van afstemming”, vindt Jeroen Schumacher, expert leren en veranderen bij Vilans. “Dat begint met het gesprek over: wat vinden wij belangrijk? Hoe is de cliënt hiermee geholpen? Wat willen we met elkaar bereiken? Daar moet je iedereen goed bij betrekken.”

Zo ziet Schumacher in de praktijk dat er bij de toepassing van de Wet zorg en dwang steeds meer bewustwording ontstaat dat technologie kan helpen om de vrijheid van cliënten te vergroten. Denk aan leefcirkels, slimme sloten en track en trace. “Maar gaandeweg zie je dat zorgorganisaties toch verrast worden door dilemma’s. Bijvoorbeeld bij de inzet van leefcirkels. Voor een bewoner kan dit meer vrijheid opleveren, maar naasten kunnen er toch moeite mee hebben omdat zij zich zorgen maken over veiligheid.” 

Brede kijk voor opschaling
En dan is er ook nog de opschaling van technologie wanneer de resultaten positief zijn. Ook dan is een volledig beeld belangrijk. Nap: “De neiging is vooral om te kijken naar wat de technologie oplevert voor de cliënt, maar er spelen meerdere behoeftes mee. Zo willen zorgkantoren en zorgverzekeraars in het veld zien: wat levert deze technologie op qua uren? Hoe zit het met de werkdrukverlichting? Dat zijn belangrijke partijen om mee te krijgen als je wilt opschalen. Ook merken we dat het nodig is om beter zicht te krijgen op zachte kosten. Veranderprocessen hebben tijd nodig. Als medewerkers iets anders moeten doen in hun werk, moeten ze ook leren loslaten. Ook dat vraagt iets van een samenwerkingscultuur en brengt indirect kosten met zich mee.” 

Uitgaan van de behoeftes van de cliënt, een goed gesprek met alle betrokkenen, transparantie en communicatie over welke waarden je belangrijk vindt met elkaar en goed inzicht hebben in alle aspecten die van invloed kunnen zijn. En weten welke behoeftes er nog meer mee gewogen moeten worden wanneer je als zorgorganisatie aan de slag gaat met opschaling. Dit alles vraagt om een zorgvuldig proces en is niet altijd eenvoudig.

Nap: “Gelukkig hoef je dit als organisatie niet allemaal alleen uit te vinden. Er gebeurt steeds meer op het gebied van kennisdeling. Op die manier kunnen we de juiste manier van innoveren echt versnellen.”

Meer weten?
Vilans biedt de interactieve workshop 'Verantwoord innoveren' aan. Interesse? Neem dan contact op met Dirk Lukkien (d.lukkien@vilans.nl) of Luca van Breda (l.vanbreda@vilans.nl) voor meer informatie.

Vilans heeft samen met andere organisaties een Kennisbank Digitale Zorg opgericht. Hierin wisselen zorgorganisaties onafhankelijke informatie over verschillende technologieën met elkaar uit, waarbij er ook aandacht is voor harde en zachte kosten en baten.

De TechTalks van Vilans op YouTube gaan over ethische dilemma”s. De Innovatie-Route helpt organisaties bij het succesvol kiezen en implementeren van innovatieve oplossingen in de gehandicaptenzorg.

Door innovation partner