‘Opschaling is een must om de groeiende druk op de zorg te verlichten’

24 augustus 2023
‘Opschaling is een must om de groeiende druk op de zorg te verlichten’
Digitalisering
Premium

In hoeverre kunnen technologie en digitalisering helpen met alle uitdagingen die de zorg kent? In samenwerking is er in ieder geval veel mogelijk, weten Alex Damaschek (Vcare Connect) en Peter Gijzenberg (ODIDO). In toenemende mate vormt connectiviteit zoals ODIDO die levert een cruciaal onderdeel van digitale platforms zoals Vcare biedt aan onder meer huisartsenposten en -praktijken. “De werkdruk onder huisartsen en hun personeel is heel hoog”, benadrukt Damaschek. “Door technische oplossingen kan het werkproces efficiënter worden, zodat de werkdruk omlaag gaat. Voorbeelden zijn digitalisering en digitale zorg, zoals digitale triage. Maar voor een structurele impact moet er een behoorlijke opschaling plaatsvinden. Daar heb je behalve technologiepartners ook stakeholders zoals wetgevers, toezichthouders en zorgverzekeraars nodig.”

Alex Damaschek kent de uitdagingen van de zorg inmiddels van binnen en van buiten. Hij is directeur van Vcare Connect, dat sinds jaar en dag een communicatieplatform levert aan met name eerstelijns dag- en nachtzorg. Zo werkt Vcare samen met 80 procent van de HAP’s op het gebied van bereikbaarheid, efficiënte indeling van de telefonische triage en toekomstige digitale triage. Zodat patiënten de juiste vorm van (digitale of andere) consulten en zorg geboden krijgen. 

Eén van de partners voor de connectiviteit is ODIDO, dat steeds meer van zulke samenwerkingen zoekt in diverse ecosystemen. “Als partner voor connectiviteit werken we bij ODIDO samen met specifieke partners om zo onze klanten te ontzorgen”, vertelt Peter Gijzenberg. “In zo’n ecosysteem luisteren we goed waar we de zorg mee kunnen helpen en doen we vooral waar we goed in zijn als bedrijf. We maken gebruik van partners die datzelfde doen.” 

De zorg ziet connectiviteit onder platforms zoals van Vcare steeds vaker als nutsvoorziening, stelt Gijzenberg. “Maar innovaties in de wereld van de connectiviteit, kunnen de komende jaren steeds meer ontzorgen. Zeker wanneer we eindelijk volledig de beschikking krijgen over 5G-connectiviteit. Denk aan het grootschalig gebruik van generatieve AI-oplossingen, aan vormen van zorg op afstand. Maar ook een innovatie als de Holobox die we nu met een aantal partners in de markt aan het zetten zijn (zie ook het artikel van ODIDO in ICT&health 3,1. Hiermee kun je een realistisch digitaal consult bieden ter vervanging van de huisarts die er in jouw buurt niet meer is. Daarvoor heb je niet alleen een brede, maar ook van intelligentie voorziene pijplijn nodig.”

Positief gestemd
Damaschek heeft een positieve instelling. Ook omtrent de ontwikkelingen rondom digitalisering in de zorg om de huidige uitdagingen het hoofd te bieden. Denk aan de welbekende personeelstekorten, toenemende co-morbiditeit van de groeiende groep senioren en andere kwetsbare groepen. Zo zijn digitale tools, infrastructuur en zorgtechnologie inmiddels volop beschikbaar en wordt er ook volop geïnnoveerd.

Met allerlei stimuleringsprogramma’s en –gelden is de afgelopen jaren ook standaardisatie op gang gekomen: om gegevensuitwisseling en daarmee toegang tot informatie te verbeteren. Het in 2022 gesloten Integraal Zorg Akkoord (IZA) onderstreept dat voor dit onderdeel van digitalisering transformatiegelden beschikbaar moeten komen. De Wegiz moet ondertussen het wetgevende deel van standaard uitwisseling afkaderen. 

Obstakels overwinnen
Wel zijn er grote obstakels te overwinnen, ziet Damaschek. Zo blijft de benodigde gegevensuitwisseling en toegankelijkheid van informatie en data voor zowel zorgprofessionals als patiënten nog beperkt en gefragmenteerd van aard. Daar hebben zowel Vcare als ODIDO dagelijks mee te maken. 

Daarnaast wordt technologie nog niet zo vaak ingezet om te helpen met de werkdruk als zou kunnen. “De zorgvraag stijgt snel en technologie kán helpen de uitdagingen als gevolg hiervan te beperken. Die technologie is ook al jaren beschikbaar – voor digitale consulten, monitoring op afstand, e-health apps – maar toch zetten we slechts kleine stappen,” vertelt de directeur van Vcare. Deels is dit logisch, meent hij. Maak je die stappen te groot, dan raak je een flink deel van je doelgroep kwijt. Dan gaat het te snel. “Denk aan ChatGPT: voldoende potentie om de zorg te ondersteunen. Maar als je dat gaat doorduwen, dan houden veel mensen het niet bij. Niet alleen zorgprofessionals, ook patiënten.”

Ik ben positief, maar we moeten wel tempo maken

ODIDO ziet dezelfde ontwikkelingen en uitdagingen, vertelt Gijzenberg. Ook hij vindt de oorzaken logisch. “Als het gaat om nieuwe technologie, zoals IoT, kun je sneller grote stappen maken. Vaak worden oplossingen vanaf de grond af opgebouwd. De zorg is echter een van de oudste sectoren die Nederland kent. Niet alleen is er sprake van veel traditionele en legacy-systemen en -infrastructuur, datzelfde geldt voor de processen en de cultuur. Innovatie móet dan wel in kleine stappen, want je kunt niet vanaf de bodem beginnen met opbouwen.”

Instroom beheersbaar maken
Huisartsen en HAP’s staan ook onder druk omdat heel veel zorg die voorheen elders opgepakt werd, nu bij hen terecht komt. Damaschek verwacht dat technologie hier op een aantal punten kan helpen. “De kern van het verhaal is dat je de groeiende instroom van vragen aan de huisarts beheersbaar moet maken. Nu is dat absoluut niet het geval. Als je om acht uur ’s morgens belt, sta je meteen in de wacht. In het weekeinde kan dat bij een HAP tot wel anderhalf uur oplopen.”

Het nog efficiënter indelen van het werkproces biedt hier een uitweg. Zo is het mogelijk om alvast informatie uit te vragen aan mensen die in de wacht staan. Door intelligentie toe te voegen aan het proces wordt ook digitale triage een mogelijkheid. Zo kun je de patiënt in contact brengen met de juiste zorgverlener. Mensen die eigenlijk geen arts nodig hebben, verwijs je naar een assistente, schetst Damaschek. Of je kunt ze via chat al helpen met het beantwoorden van vragen. 

“Dit is waar Vcare en soortgelijke platformen een rol kunnen spelen: door vormen van digitale zorg te bieden waar geen fysieke zorg nodig is. Deze ontwikkeling zet nu door omdat het lastiger is om er meer mensen bij te zetten. Die zijn er namelijk niet, vooral niet in regio’s zoals Zeeland en Noord-Holland. Zelfs na hun pensioen gaan huisartsen daar vaak nog door. Ze krijgen hun praktijk gewoon niet verkocht omdat er geen opvolgers zijn.”

Enorme uitdagingen
Ook voor de tweede en derdelijnszorg zijn de uitdagingen enorm, ziet Damaschek. De groei van juiste zorg op de juiste plek en hybride zorg zijn dan ook onomkeerbaar. “Met behulp van slimmere connectiviteit van partijen zoals ODIDO kunnen we echt gave zaken ontwikkelen op ons platform. Denk aan lab- en onderzoeksuitslagen die direct in het juiste dossier terecht komen, maar ook in een app van een patiënt. Alarmcentrales die met behulp van monitoring direct actie kunnen ondernemen wanneer een client afwijkend gedrag vertoond, of wanneer vitale waarden plotseling afwijken. Wat je nu ziet zijn vooral nog pilots, maar we werken graag mee aan het succesvol maken hiervan en aan het opschalen ervan.”

Achterlopen in opschalen
In editie 3 van ICT&health schreef CZ-bestuursvoorzitter Joep de Groot dat Nederland kampioen is in pilots, maar achterloopt in opschalen. Soms zorgt een gebeurtenis zoals de coronapandemie dan voor de noodzakelijke versnelling, ziet Damaschek. “Wij waren voorafgaand aan de coronapandemie al in overleg met verzekeraars om een video-oplossing vergoed te krijgen, die wij als alternatief voor een fysiek consult boden. Maar men wilde eerst bewijs dat een teleconsult even effectief was. Toen kwam corona en in zeer korte tijd werden teleconsulten enorm opgeschaald en werd de financiering geregeld. Nu zie je dat ook vanuit het IZA gelden beschikbaar gesteld worden. Dergelijke financiering is echt wel nodig, wil je van pilot naar opschaling gaan. Anders blijven veel mensen in de zorg op hun handen zitten.”

Damaschek en Gijzenberg kunnen hier overigens veel begrip voor opbrengen. “Als je als zorgprofessional alleen bezig bent met ‘overleven’, dan denk je niet aan de dag van morgen”, stelt Gijzenberg. “Dan heb je een duwtje in de rug nodig om in beweging te komen en te zien wat er nog meer mogelijk is. Corona was zo’n duw in de rug bij beeldzorg. Dan zien mensen de noodzaak en wordt het ook betaald. Los daarvan: we hebben ook nieuwe standaarden nodig als we willen opschalen. Daar kan regelgeving zoals de Wegiz een steun in de rug bieden.”

Terugval
Kortom, er is al veel in gang gezet om van pilot naar opschaling te komen: regulering, financiering, samenwerking. Tegelijkertijd zie je dat de effecten van de coronapandemie soms van tijdelijke aard zijn. Als de crisis voorbij is, vallen zowel zorgprofessionals als patiënten vaak terug op traditionele zorgprocessen, merkt Damaschek op. 

“Tijdens de pandemie had je een piek in het aantal videoconsulten, maar daarna wilden veel artsen hun patiënten graag weer persoonlijk zien. Je ziet dat het serieus tijd en aandacht vergt om dit te doorbreken. Wij kunnen bijvoorbeeld met cijfers onderbouwen hoe we met digitale triage de druk op HAP’s kunnen verminderen door mensen andere vormen van zorg en informatie te bieden. En toch krijg je dan een ‘maar…’. Ik ben positief, maar we moeten wel tempo maken. Je ziet namelijk dat veel mensen de zorg verlaten door de werkdruk. Meer digitale en hybride zorg om de werkdruk te verlagen is uiteindelijk geen keuze, maar een must.”

Omgang met digitale zorg
Bovendien, ook als opschaling van de grond komt, kun je volgens Gijzenberg niet verwachten dat iedereen het oppakt. Juist de groep patiënten die het meest zorg nodig heeft – kwetsbare patiënten, senioren met co-morbiditeit – is vaak de groep die benedengemiddeld goed met digitale zorg kan werken. “Het geldt zeker niet voor iedereen, maar er zijn veel senioren die gewoon zoals vroeger de huisarts willen bellen, die langs willen gaan als ze een probleem hebben. Die zitten helemaal niet te wachten op innovaties zoals een Holobox.”

Gijzenberg heeft er echter vertrouwen in dat technologie echt zal helpen om betere zorg te realiseren. “Connectiviteit in Nederland is betrouwbaar, megasnel en vrijwel overal aanwezig. Deze infrastructuur is de afgelopen vijf jaar enorm verbeterd, dat gaat zich uitbetalen in het leveren van betrouwbare, veilige innovatieve oplossingen. Partijen zoals ODIDO en Vcare brengen als onderdeel van een groeiend en noodzakelijk ecosysteem innovaties samen naar de markt. Als je alles alleen doet, dan word je steeds meer een remmende factor. Juist het samenbrengen van waar je als afzonderlijke partijen goed in bent, connectiviteit en toepassingen, kan innovaties echt versnellen.”

Damaschek tot slot: “Je ziet steeds meer technologie samengaan, van puntoplossing naar totaalaanpak. Dat is mooi. Maar de zorgprocessen blijven traditioneel. Die moeten structureel veranderen, want op een gegeven moment kun je niet nog meer efficiëntie realiseren met technologie alleen. Als een patiënt blijft bellen, helpt straks ook 10G-mobiele technologie niet. Dan moet je nieuwe stappen zetten door ook de zorg- en achterliggende processen echt hybride te maken. Alleen zo kun je toekomstbestendige zorg realiseren.” 

Referentie

  1. Link

Door innovation partner