Ambitie PGO in 2020 niet te realiseren met huidige systemen

Eerder dit jaar presenteerde Liferay een onderzoek, uitgevoerd door GfK, waaruit bleek dat het niet bijzonder goed was gesteld met de informatiedeling binnen de zorg. Een flink struikelblok bij de ambitieuze plannen om medische data binnen relatief korte tijd beschikbaar te stellen aan patiënten. “Het is nu de tijd om drastisch na te denken over systemen”, zegt algemeen directeur Ruud Kluivers van Liferay Benelux.

Afgelopen zomer toonde het GfK-onderzoek aan dat de kans op een goed functionerende PGO, op te leveren in 2020, gezien de huidige omstandigheden bijzonder klein is. “Er moeten belangrijke stappen genomen worden om IT-systemen met elkaar te laten werken en zo de communicatie en informatie-uitwisseling te verbeteren”, waarschuwde Kluivers destijds naar aanleiding van de onderzoeksresultaten. Nog altijd staan de zaken er, ondanks positieve geluiden vanuit zorg en overheid, volgens de directeur van Liferay niet veel beter voor. Openheid is key “Openheid, of eerder het gebrek daar aan, is volgens Kluivers één van de belangrijkste valkuilen bij een succesvolle uitvoering van zo’n groot project als de PGO. “De data zit in enorm gesloten systemen. Soms ontbreekt zelfs een API (een koppeling om systemen met elkaar te laten praten, red.) dan valt er weinig te ontsluiten. Je kunt onmogelijk alles via koppelingen aan elkaar knopen: voor een goede Customer Experience moet de gebruiker alle systemen als een geheel ervaren. Daarnaast moet je ervoor kunnen zorgen dat iedereen de juiste autorisatie krijgt toegewezen. Maar elk ziekenhuis en zorginstelling werkt met eigen systemen die niet met elkaar praten.” Liferay, leverancier van portal- en CMS-software, heeft zijn wortels in de open source community (zie kader). Het levert zijn software in de basis gratis. Voor enterprise-toepassingen moeten organisaties een abonnement afsluiten, of zelf de software onderhouden. Voor Liferay betekent dit dat het hard moet werken om afnemers de best mogelijke software en gebruikservaring te bieden. Niet de aanbieder staat hier centraal, maar de klant. Voor de zorgsector – dat bijvoorbeeld voor EPD’s vooral met Epic of HiX van Chipsoft werkt - is dat niet altijd gebruikelijk. ‘Nu drastisch nadenken’ “Het is een leerproces voor de zorg”, nuanceert Kluivers. “Ziekenhuizen hebben vaak maar de keuze gehad uit hooguit twee leveranciers. Men is weinig kritisch geweest ten aanzien van de dienstverlening. Tegenwoordig zie je het besef ontstaan dat er best eisen mogen worden gesteld aan een digital experience-platform. Een API kan zo worden gebouwd, maar dan moet je dat wel durven afdwingen. Vaak is er de vrees om over te stappen, maar wij leggen uit dat dit proces geen Big Bang is, maar gaat met baby steps.” Iedere organisatie ziet dat klanten als gevolg van digitalisering veeleisender worden. Juist ook ten aanzien van informatiebeleid en het delen van data, ziet Kluivers. “Indien nu niet drastisch wordt nagedacht over systemen dan is 2020 zeker niet haalbaar. Het optimisme viert weliswaar hoogtij, maar de realiteit is anders.” Belang nauwe samenwerking Kluivers: “Een nauwere samenwerking is heel belangrijk, iets wat in Nederland nog wel eens wordt onderschat. In dat opzicht kan de zorg nog heel veel leren uit de internetwereld. Je kunt dit soort complexe zaken alleen uitvoeren wanneer je duidelijk de schaalvoordelen ziet met de eindgebruiker in het oog. Vanuit een silo is dit vele malen lastiger. Het openstellen van systemen is een stap in de goeie richting, maar dan nog is het een hell of a job.” Kluivers spreekt daarmee de geruststelling tegen van minister Bruno Bruins (Medische Zorg & Sport). Die claimde onlangs nog dat de gestelde deadlines voor bepaalde VIPP-modules (het digitaliseringsprogramma waarmee ziekenhuizen moeten voldoen aan de plicht vanaf 2020 digitale inzage in medische gegevens te bieden, red) gewoon zullen worden behaald onder de huidige omstandigheden. Bruins reageerde daarmee op speculaties in de media dat dit niet het geval zou zijn. De mobiele uitdaging Kluivers hierover: “Er vindt zeker innovatie plaats in de Nederlandse zorgmarkt. Het is alleen zaak dat er vanuit platformen wordt gedacht en niet vanuit puntoplossingen. Kijk je bijvoorbeeld alleen al naar apps, dan zie je dat er met elke app een nieuwe silo ontstaat. Verschillende apps kunnen binnen een ziekenhuisomgeving wel heel veel data genereren, maar dat komt niet op dezelfde plek terecht.” Kluivers vindt het belangrijk data op een ‘nette’ manier te ontsluiten zodat deze voor de eindgebruiker niet alleen relevant is, maar ook prettig is om mee te werken. Als voorbeeld noemt hij de zorgaanbieder Philadelphia, waar zo’n 8.000 medewerkers via Liferay Platinum Partner Componence de beschikking kreeg over mobiele apps op basis van Liferay-oplossingen. Intranet in broekzak “Dat biedt intranet in je broekzak. Via deze oplossingen zijn medewerkers van Philadelphia in staat om op een overzichtelijke wijze toegang te krijgen tot voor hun essentiële en relevante informatie. De ervaring is geheel aangepast aan het mobiele scherm zonder onnodige toevoegingen.” Met de app genaamd Phlink kan Philadelphia medewerkers nieuws bieden dat is afgestemd op hun rol in de organisatie. Ook kunnen zij op zoek naar collega’s en locaties en de app voorziet tevens in relevante informatie over bijvoorbeeld protocollen en zorgverlof. Componence bouwde Phlink met behulp van de Liferay Screens development tool. Deze tool werkt met visuele elementen – Screenlets – die de Liferay content- en webservices gebruiken voor native apps.