Vanaf 1 juli 2020 zijn Nederlandse zorgprofessionals wettelijk verplicht om burgers online inzage te geven in hun medisch dossier. Dit kan met een Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Om te komen tot een succesvol gebruik van PGO‘s, is een goede implementatiestrategie essentieel. Het is daarom belangrijk om de perceptie van de potentiële gebruikers ten aanzien van het PGO te begrijpen. In het kader van LIME (Brightlands innovatieprogramma Limburg Meet) is onderzoek gedaan naar de slaag- en faalfactoren van potentiële gebruikers bij de implementatie van een PGO.
Een PGO is een soort ‘persoonlijk kluisje’ waar een burger persoonlijke medische gegevens van verschillende zorgverleners en verschillende zorginstanties kan verzamelen en beheren. Hiermee krijgt de burger meer inzicht in zijn gezondheidstoestand. De burger is eigenaar van de gegevens in zijn PGO en beslist welke informatie met welke zorgverlener gedeeld wordt. De burger kan ook eigen informatie toevoegen in een PGO (zoals bloeddrukmeting of gewicht).
Daarnaast is een zorgprofessional beter in staat de meest geschikte behandeling kiezen voor de individuele patiënt omdat relevante gegevens over de patiënt bekend zijn. Inmiddels voldoen tientallen PGO’s aan het Med-Mij afsprakenstelsel.
Eerder onderzoek naar succesfactoren van het PGO onder burgers (gepubliceerd in ICT&health 05/2019) toonde dat burgers weinig wisten over het bestaan en het nut van een PGO. Na een kennismaking met twee PGO’s, in het kader van het LIME-programma, gaven burgers aan meerwaarde te zien in het gebruik van een PGO. Een PGO moet daarbij bij voorkeur meer zijn als alleen een verzamelpunt voor gegevens. Het moet vooral een omgeving zijn waar gezondheidsbevordering en ondersteuning centraal staan.
Rol zorgprofessionals
Om te komen tot implementatie van het PGO, zien burgers een belangrijke rol weggelegd voor zorgprofessionals, in het bijzonder de huisarts. In nieuw onderzoek is geëvalueerd of zorgprofessionals deze rol wel op zich willen en kunnen nemen. Ook is hierbij in kaart gebracht in hoeverre zorgprofessionals bekend zijn met een PGO en wat hun visie is omtrent de meerwaarde van deze technologie voor het zorgproces en welke barrières hierbij een rol spelen.
Om hier antwoord op te kunnen geven, hebben de onderzoekers de volgende vragen onderzocht:
- ‘Wat zijn voor zorgprofessionals mogelijke kansen c.q. wensen met betrekking tot een PGO?’
- ‘Wat zijn voor zorgprofessionals mogelijke barrières met betrekking tot een PGO?’
- ‘Wat hebben zorgprofessionals nodig om een PGO te gaan gebruiken?’
Kansen en wensen
Uit resultaten van ons eerder gepubliceerde onderzoek en uit de resultaten van dit huidige onderzoek blijkt dat het PGO zowel voor de burger zelf als voor zijn zorgprofessional kan leiden tot een beter inzicht in de gezondheidstoestand. Tevens kan een PGO leiden tot meer betrokkenheid van de burger in het ziekteproces. Een PGO vergroot hiermee de autonomie en de eigen regie van de burger.
Hier waren de zorgverleners het mee eens. Een deelnemende zorgprofessional zei hierover het volgende: “Je wil toch gewoon beslissingen over jezelf maken? […] Ik vind dat iedereen recht heeft op zijn eigen informatie.” Doordat de burger vooraf gegevens kan delen met zijn zorgprofessional is deze tijdig op de hoogte van diens gezondheidstoestand. Een PGO kan de zorg zo laagdrempeliger en efficiënter maken.
Barrières
Zorgprofessionals én burgers twijfelen of burgers over voldoende vaardigheden beschikken om met een PGO aan de slag te gaan. Bovendien is het de vraag of burgers iets kunnen met de gegevens in het PGO die vooral uit medische terminologie zal bestaan. Eén van zorgprofessionals merkte het volgende op: “De vraag is of de burger … of hij daarmee kan omgaan en of hij weet wat hij daarmee moet doen?” Verder blijkt dat zorgprofessionals en burgers twijfels hebben over de kwaliteit en de volledigheid van de informatie in het PGO. Het ontbreken van medisch relevante informatie, doordat informatie bewust afgeschermd wordt door een burger, kan tot risico’s leiden.
Zorgprofessionals hebben daarbij ook kanttekeningen over betrouwbaarheid en hoeveelheid van uitslagen van metingen die burgers zelf uitvoeren. Dit kan resulteren in een verhoging van de werkdruk van zorgprofessionals. Ook benoemden zorgprofessionals de onduidelijkheid over het financieringsmodel als barrière en vragen zorgprofessionals zich af hoe ze slecht nieuws of niet-pluis gevoelens moeten rapporteren in het PGO.