Met hun innovatiedromen zetten zij zich dagelijks in als ambassadeurs voor de zorg van de toekomst: Xenia Kuiper (41) en Greet Veltman (91). Greet als ervaringsdeskundige en Xenia vanuit haar expertise als innovatie- en sociale roboticaspecialist. Wat willen zij ons meegeven als het gaat om zorginnovatie?
Greet, welke droom heeft u voor de zorg van de toekomst?
“Mijn droom is nog steeds dat ieder mens zijn eigen gegevens bij zich heeft. Met andere woorden: één gezondheidspas voor iedereen. Momenteel zit een deel van deze pas in het PGO, maar nog niet alles is zoals ik het graag zou zien. Het voordeel van een eigen gezondheidspas is dat je die als patiënt zelf kunt beheren, je kunt je eigen gegevens inzien en meenemen naar de huisarts of specialist. Omdat je toegang hebt tot je eigen gezondheidsgegevens, kun je zelf meebepalen wat relevant is om in te vullen. Of op welke manier de informatie op de gezondheidspas genoteerd zou moeten worden. Belangrijk is dat de informatie op jouw gezondheidspas in voor jou begrijpelijke taal wordt weergegeven. Het is daarmee ook direct een goede check of patiënt en zorgverlener elkaar wel goed begrepen hebben. Mogelijk neemt dat de miscommunicatie weg, die nu soms ontstaat tussen patiënt en zorgverlener.”
“Ook vind ik het belangrijk dat de historie bewaard wordt en dat je daar als patiënt bewust mee omgaat. Zo is het goed om op te schrijven wat je nog weet over vroegere medicatie of behandelingen. Dat je weet hoe er gehandeld werd, welke medicatie werd ingezet of welke zorgverleners daarbij betrokken waren. Zo kun je met elkaar terugblikken en daarvan leren voor nieuwe behandelingen. We zijn als patiënt medeverantwoordelijk voor onze gegevens. En je zou altijd toegang moeten kunnen hebben tot een volledig inzicht van jouw gegevens, zodat je daar meer eigen regie op kunt uitoefenen.”
Xenia, wat zie jij als belangrijke factor om zorginnovaties op gang te houden?
“Maak iets groot door het klein te houden. Innoveren is noodzakelijk en we staan er in de zorgsector ook voor open, maar krijgen het om één of andere reden niet goed voor elkaar. Veranderen blijkt lastig. Niet alleen gevoelstechnisch, maar ook door de inflexibiliteit van de systeemcontext waarbinnen die verandering moet plaatsvinden. Er zijn te veel actoren en factoren die van invloed zijn en veranderd moeten worden.”
“Geregeld stokt een innovatie na een enthousiast opgestart experiment en komt verdere opschaling niet van de grond. Zonde van de opgebouwde veranderkracht en gedane investeringen. Door zorginnovaties in eerste instantie klein te houden, houd je het behapbaar en kun je zorgen voor een zo groot mogelijke impact. Want goed voorbeeld doet goed volgen. Tastbare impact leidt tot geloof in de toegevoegde waarde. Kortom, je hebt minimaal één treffend voorbeeld nodig, waaraan je je volledige commitment en focus moet geven. Dit kan niet als je (technologische) innovatie los ziet van de dagelijkse zorg. Nog te vaak wordt vooral aandacht besteed aan het testen van een prototype of product. Maar het gaat om de praktijktoepassing en dat betekent dat je het product tijdelijk moet integreren in de reguliere zorg. Alleen zo kun je de toegevoegde waarde, impact of tekortkomingen van je innovatie ervaren.”