Trots is Ramon Luijten wel, op de World Smart City Award voor het programma iZi Gezond Lang Thuis, die de gemeente Den Haag halverwege november binnenhaalde tijdens het World Smart City Expo World Congres in Barcelona. De prijs in de categorie Inclusive & Sharing Cities is volgens Luijten een bevestiging dat de gemeente op de goede weg is met haar ‘gezond lang thuis’ visie. “Zowel op het gebied van zorg en welzijn als economie ziet het college van B&W dit als een echte stimulans. We zijn op de goede weg. Nu moeten we doorpakken.”
De gemeente Den Haag ziet, net als veel andere grote steden in Nederland, de impact van vergrijzing en ontgroening groter worden. In Den Haag lijkt die impact bovengemiddeld in vergelijking met andere steden. Reden voor de gemeente om sinds enkele jaren in te zetten op het leeftijdsvriendelijk maken van de stad en om mee te doen aan het concept Age-friendly Cities van VN-organisatie WHO. Reden ook voor het opzetten van pilots zoals binnen het iZi living lab, onderdeel van het programma Gezond Lang Thuis (zie kader) van de dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn (OCW). Zorg dichter bij huis, zorg op maat en zorginnovatie komen hier samen.
De huidige coalitie bouwt voort op de ingeslagen weg met de visie ‘gezond lang thuis’. Dit moet de komende jaren de koers bepalen op het gebied van zorginnovatie. Voor de gemeente zelf, maar ook voor alle andere stakeholders op het gebied van zorg en welzijn: zorgaanbieders in de eerste en tweede lijn, verzekeraars, patiënten- en cliëntenvertegenwoordigers. Op een innovatieve manier de kloof dichten die op zorggebied dreigt te ontstaan tussen vergrijzing (meer zorgvraag) en ontgroening (minder mensen om zorg te bieden), zo noemt Luijten het.
Innovatie is daarbij, benadrukt Luijten, veel meer dan vernieuwende technologie. “Het gaat niet alleen om e-health. Dat is er onderdeel van. Het gaat ook om de financiering van e-health of nieuwe zorgprocessen. Het gaat om een goede IT-infrastructuur en afspraken voor gestandaardiseerde gegevensuitwisseling. Het gaat om de rol van zorgverzekeraars en de overheid hierin vanuit de betreffende regulering. Het gaat om optimalisatie van arbeidsinzet, maar dan wel in de hele zorgketen. Nu vindt er veel optimalisatie plaats op het niveau van afzonderlijke schakels in de zorgketen. Maar je hebt er niets aan om ziekenhuiszorg anders in te richten wanneer daar vervolgens huisartsen mee overbelast worden.”
Kortom, innovatie is een complex geheel van processen, ketenpartijen en technologie die allemaal op elkaar afgestemd moeten worden. Van overkoepelende zaken zoals strategie, bestuur, faciliterende elementen zoals financiering en IT-infrastructuur, tot praktische onderdelen zoals uitvoering van nieuwe zorgprocessen in de dagelijkse praktijk van zorgverlener en burger.
“Je kunt het niet los van elkaar zien. Het heeft geen zin om iemands huis vol te hangen met sensors, wanneer er niets met die gegevens gedaan wordt bij het optimaal aansturen van zorg door thuiszorg of mantelzorgers. Alle elementen, ook technologie, moeten ingebed worden in de zorgprocessen. Digitalisering biedt veel mogelijkheden, maar als middel tot een doel.”
Innovatie zoekt aanjager
Bij innovatie is het ook belangrijk om een aanjager te hebben die het niet alleen om het verdienen van geld te doen is. Luijten: “Innovatie heeft geen businesscase, het gaat alleen om leerwerk. De businesscase ontstaat pas wanneer bijvoorbeeld technologie op grote schaal wordt uitgerold. De gemeente Den Haag pakt hier een rol omdat onze belangen liggen op het gebied van de impact van innovatie. Wij kunnen faciliteren met subsidie, met advies, door stakeholders bij elkaar te brengen, ze tools te bieden, of letterlijk ruimte. Het leerwerk kan dan vertaald worden door startups of gevestigde bedrijven, door zorgaanbieders.”
Die goede samenwerking vindt bij Den Haag zeker plaats, al weet Luijten dat er nog veel stappen gezet moeten worden. Maar met het gebleken succes van zorgprogramma’s zoals iZi Gezond Lang Thuis is het nu toch tijd voor opschalen. In Den Haag vindt hier nu een belangrijk initiatief voor plaats binnen het dit jaar opgestarte bestuurdersoverleg Gezond en Gelukkig. Kartrekker van het platform is voormalig OCW-bewindsvrouw Jet Bussemaker, nu hoogleraar.
Dit is een heel breed platform, met tot doel op strategisch en praktisch niveau opschaling van zorginnovatie voor elkaar te krijgen. De Haagse wethouder Zorg Jeugd en Volksgezondheid zit erbij, vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, zorgaanbieders zoals de twee grote ziekenhuizen in Den Haag, vertegenwoordigers van huisartsen, vanuit de industrie, patiënten, kennis en kennisinstellingen.
Eenduidige visie
Luijten: “Zo moet er een eenduidige visie komen, een gezamenlijk doel voor duidelijke doelgroepen, met een logisch plan van aanpak. Het is ook niet alleen gepraat. Zo wordt er al gewerkt aan het ontwerp van een maatschappelijke organisatie (met een nader te bepalen juridische entiteit, red.), waardoor er gezamenlijke financiering en andere hulpbronnen gezocht kunnen worden.”
Daarvoor wordt onder meer aansluiting gezocht met Invest-NL, het investeringsplatform onder leiding van Wouter Bos (voormalig bestuurs-voorzitter bij het VUmc). Dat heeft 2,4 miljard euro in kas om initiatieven met maatschappelijk belang te stimuleren. Zorg en welzijn hoort daar ook bij, maar het gaat niet alleen om geld, ook om kennis, om de netwerken waar op aangesloten kan worden.
“Het is heel mooi dat al deze partijen bij elkaar zijn gekomen,” stelt Luijten. “De belangen zijn namelijk niet altijd gelijk. Denk alleen al aan preventie van zorgvraag. Voor de twee Haagse ziekenhuizen betekent dat namelijk op termijn dat ze minder behandelingen vergoed krijgen. Nu is dat nog de bekende ‘perverse prikkel’ om op de ouderwetse manier zorg te blijven verlenen. Het moet voor een ziekenhuis ook interessant zijn om preventie voorop te stellen.”
Bovendien zijn de twee ziekenhuizen in feite ook concurrenten die uit een poel van zo’n 1,2 miljoen burgers vissen. Dan is het goed om te zien dat zij zich samen inzetten voor zorginnovatie, meent Luijten. “Soms is het daarbij ook een stimulans dat de overheid hierin richting geeft. Zo staat er in het hoofdlijnenakkoord van het Ministerie van VWS voor onder andere medische ziekenhuizen dat er extra geld beschikbaar komt indien men inzet op ketenintegratie, innovatie, preventie en de inzet van e-health. Maar dat geld komt er alleen als ziekenhuizen (en andere schakels in de zorgketen) hieraan samenwerken.”