Een internationaal onderzoek naar pulstherapie onder leiding van een cardioloog bij het Amsterdam UMC, Reinoud Knops laat goede resultaten zien. Het gaat om een nieuw systeem waarbij twee medische apparaatjes, een inwendige defibrillator en een pacemaker, draadloos met elkaar communiceren om puls-therapie te geven aan patiënten met ernstige hartritmestoornissen. Het systeem is veilig en werkt beter dan verwacht waardoor de weg vrij is om het systeem voor meer patiënten toegankelijk te maken. Het onderzoek is vorige week gepubliceerd in de New England Journal of Medicine. “We hopen dit systeem begin volgend jaar als standaardzorg te kunnen aanbieden”, zegt Knops.
Bij patiënten met ernstige hartritmestoornissen kan een inwendige defibrillator (ICD) elektrische schokken geven om het normale hartritme te herstellen. Deze schokken kunnen pijnlijk zijn. Als pijnloos alternatief is het mogelijk om een aantal pulsjes snel achter elkaar te geven via een draad in het hart. De draad brengt echter het risico op complicaties met zich mee, omdat deze kan losraken of kan worden geïnfecteerd. Om al deze risico’s te verminderen, is een studie naar het nieuwe draadloze systeem gestart.
Minder complicaties
In 2021 implanteerde cardioloog Reinoud Knops binnen Amsterdam UMC als eerste in Europa een draadloze pacemaker die draadloos communiceert met een onderhuidse ICD bij een patiënt. Deze implantatie was de start van de wereldwijde ‘Modular ATP study’ die nu is afgerond. Volgens Knops is het eerste systeem waarbij medische hulpmiddelen die afzonderlijk in het lichaam worden geïmplanteerd, met elkaar in contact staan en samenwerken. Deze nieuwe methode, zonder draden in het hart, verkleint de kans op complicaties en vermindert het geven van schokken om het hart weer op het goede ritme te krijgen.
Goede resultaten
De studie volgde bijna 300 patiënten in 38 ziekenhuizen in Europa en Noord-Amerika. In alle gevallen waarin puls-therapie bij deze patiënten nodig was, was de communicatie tussen ICD en pacemaker succesvol. De resultaten overtroffen de verwachtingen ruimschoots. Het onderzoeksteam streefde naar een slagingspercentage van 88 procent voor een succesvolle, draadloze communicatie. Met 99 procent bleek de uitkomst aanzienlijk hoger.
Amsterdam UMC en andere academische partners, waaronder Emory University in Atlanta, Mount Sinai Hospital in New York en de University of Barcelona, werkten samen met Boston Scientific om deze technologie te onderzoeken.
De momenteel behandelde patiënten worden verder gevolgd en met de uitkomst van die studie wordt goedkeuring aan de autoriteiten gevraagd om de technologie beschikbaar te krijgen voor standaard gebruik. De onderzoekers hopen begin 2025 het systeem als standaardzorg te kunnen aanbieden. Halverwege vorig jaar is een oorclipje uitgevonden dat elektrische signalen geeft op een zenuw in het geval van de hartritmestoornis boezemfibrilleren. Dat onderzoek is uitgevoerd door een onderzoeksteam van Erasmus MC en TU Delft.