In veel ziekenhuizen wordt nog geoefend op dieren, levensechte poppen en ter beschikking gestelde lichamen voor onderzoek. Toch veroveren nu ook de software-gestuurde simulatoren (serious of applied gaming) hun plek in de zorg. Het instrument is in dit geval een spel waarbij medici in een nagebootste werkelijkheid via een computerscherm levensgevaarlijke en/of peperdure operaties risicoloos kunnen onderzoeken/oefenen.
Het doel van dit soort gaming is vaardigheden te ontwikkelen in een omgeving waar fouten kunnen en mogen worden gemaakt, want daar leert men van. Medici die (bij)scholen via gamen, hebben daadwerkelijk plezier in het leren en mede daardoor onthouden zij de leerstof beter en langer.
Men wordt zich ook beter bewust van wat er tijdens een operatie om hen heen gebeurt en maakt gemiddeld 37 procent minder fouten als ze gamen, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek. Dit komt ten goede aan zowel patiënt (minder operatiefouten) als dier (omdat er minder proefdieren nodig zijn).
Serious gaming laat de chirurg dus zwembewegingen maken op het droge voordat hij of zij in de operatiekamer het diepe inspringt. Een walhalla aan win-win situaties binnen de zorg, toch?
Leuk, nuttig of allebei?
De term (serious) gaming klinkt leuk. Ik denk ook dat het op veel gebieden in de zorg zinvol is. Neem bijvoorbeeld de Hartklepgame: een spel waarbij het hoofddoel niet vermaak is. Het is met name ontwikkeld voor huisartsen, met als doel om de kennis van het cardiologisch consult te vergroten en (bij) te scholen in afluisteren van hartritmegeluiden met behulp van een stethoscoop.
De game speelt zich af in een virtuele spreekkamer waarin de speler de huisarts is. In de wachtkamer wacht een patiënt, je zoekt informatie op in je computer en roept de patiënt binnen. Vervolgens dien je de juiste vragen te stellen en de juiste onderzoeken bij de patiënt af te nemen om tot een oordeel te kunnen komen over zijn klachten.
Hartslag verlagen
De game Skip a Beat moet de hartslag van de speler verlagen. Het is bedoeld voor de hartpatiënt, maar ook voor mensen die een rustiger hartslag wensen. De moeilijkheidsgraad van de applicatie wordt bepaald door de eigen hartslag. Via de camera en flitser krijgt de game hierin inzicht. Hoe lager de hartslag is, hoe makkelijker het spel is. De vaardigheden die de speler opdoet tijdens het spel, moet hij ook in het dagelijkse leven kunnen toepassen.
Een virtuele coach dan, ontwikkeld voor patiënten die een posttraumatische stressstoornis (PTSS) hebben opgelopen en
hen te ondersteunen in hun behandeling, kan in de toekomst positief bijdragen aan de nieuwe vormen van therapie. Mensen met een aangeboren hartaandoening werden of worden vaak in het ziekenhuis opgenomen. Hiervoor moeten ze vaak invasieve en pijnlijke medische handelingen ondergaan. Hierdoor kunnen ze niet allemaal de ziekenhuisopnamen en alle gebeurtenissen eromheen goed verwerken en eenzelfde posttraumatische stress stoornis ontwikkelen als slachtoffers van (seksueel misbruik) en oorlogsveteranen.
Mooie voorbeelden
Allemaal mooie voorbeelden. En toch, op het moment dat ik dit schrijf, vraag ik me af of dit ook opgaat voor een specialisme zoals hartchirurgie.
Hoe je het ook wend of keert, digitalisering binnen de zorg neemt toe. En geloof mij, ik zie hier het nut van in. Hoe minder wij fysiek naar een groot ziekenhuis hoeven af te reizen, hoe beter. Maar óf het gamen ook betekent dat ‘mijn’ toekomstig chirurg middels ‘digitaal doktertje spelen’ beter is opgeleid en ik een operatie veiliger doorkom?
Ik kijk het nog even aan. Ik heb goede hoop ook aan deze (digitale) vorm van zorg te wennen. Voorlopig mag de medisch specialist eerst nog de digitale competitie met zichzelf aangaan en kan hij slechts zijn eigen ego bezeren.