Ondanks de corona-ellende ben ik hoopvol voor de toekomst, en dat is niet omdat het vandaag de eerste dag van de lente is, een dag met een stralend blauwe hemel en een aangenaam zonnetje.
Uiteraard betreur ik elke dag de berichtgeving over de stijging van het aantal corona-gevallen en -overlijdens, erger ik me rot aan al die covidioten die alle instructies rond social distancing aan hun laars lappen en ben ik gefrustreerd hoeveel mensen foutieve en misleidende informatie rondstrooien op sociale media.
Toch ben ik hoopvol omdat ik zoveel mooie acties zie waar mensen mekaar helpen, waar mensen mondmaskers maken, beademingstoestellen in mekaar knutselen en waar mensen samenwerken om nieuwe applicaties te ontwikkelen.
Nog méér hoopvol ben ik naar het post-corona tijdperk. Daar zijn verschillende redenen voor en die hebben allemaal te maken met het feit dat we heel wat zaken in onze omgeving aan het omdenken zijn.
Beeldbellen efficiënter
Bijvoorbeeld zin en onzin van allerhande meetings en events nu we ontdekken dat één en ander veel efficiënter verloopt met een eenvoudig mailtje of berichtje of via beeldbellen. Waar samenwerking en innovatie per definitie een globale inspanning worden, over de tijdszones heen, digitaal. Hoe we merken welke positieve impact we kunnen hebben op het klimaat door ons minder te verplaatsen.
Nu we ontdekken wat de potentiële gevaren zijn van veel productieprocessen te outsourcen, met vergeefse zoektochten naar beschermingskledij als gevolg. Het contrast tussen allerhande soepel lopende burgerinitiatieven en diverse mank lopende overheidsacties (als die er al zijn). Cash geld en touch screens die plots ‘vies’ worden, omdat ze wel eens virushaarden zouden kunnen zijn. Waar school en werk op afstand plots een realiteit is die ons confronteert met volledig andere dag- indeling en gezinsdynamiek. Al is de woordkeuze ‘dynamiek’ met Netflix-kijkende tieners in huis misschien niet de meest gelukkige.
Technologie is in ieder geval klaar om deze nieuwe realiteit te faciliteren. Meetings in virtuele realiteit, contactloze betalingen, gezichtsherkenning, spraaktechnologie, internet of things, artificiële intelligentie, breedband, … dat is nu allemaal beschikbaar.
Zorg veranderen aartsmoeilijk
De zorg veranderen of innoveren is altijd al aartsmoeilijk geweest omdat het zo’n complex systeem is met erg veel betrokken partijen en omgevingsvariabelen. Welnu, deze crisis zorgt nu juist dat niet alleen de poriën van de betrokkenen open staan voor veranderingen, maar ook voor de (nodige) gewijzigde omgevingsvariabelen zoals hierboven beschreven.
We bevinden ons bovendien in het tijdperk waar zorgverleners op handen gedragen worden, waar de publieke perceptie en waardering van het zorgberoep nog nooit zo hoog geweest is. Dat verhoogt de waarschijnlijkheid dat de eisen die zij zullen stellen aan overheid en regelgevers, sneller ingewilligd zullen worden.
Snelheid aanpassing regelgeving
En dat brengt mij bij de grootste reden dat deze crisis een grote verandering met zich zal meebrengen: de snelheid waarmee regelgeving aangepast wordt. De FDA gaat bijvoorbeeld plots akkoord met het gebruik van Whatsapp, FaceTime … Allerhande proeven en toestellen worden in minder dan 24 uur gecertificeerd. In Canada en België wordt telezorg plots terugbetaald en andere manieren van digitaal communiceren worden getolereerd. De NHS schrijft een tender uit voor een beeldbel-oplossing die binnen 48 uren beoordeeld wordt, daar waar het in pré-coronatijden minstens 48 weken duurde.
Daarenboven wordt een en ander ook financieel ondersteund, zoals het ministerie van VWS dat direct geld vrij maakt voor extra digitale toepassingen voor ondersteuning en zorg op afstand aan thuiswonende kwetsbare ouderen en mensen met een chronische ziekte of beperking. Ook in klinische proeven worden de obstakels die jarenlang de vooruitgang blokkeerden, zo goed als instant verwijderd. De lijst is lang en de genomen acties zullen achteraf niet teruggeschroefd worden.
Enerzijds hoop ik steeds dat omzichtig omgesprongen wordt in gevallen waar levens in het gevaar zijn of waar doorgedacht moet worden over ethische gevolgen en potentiële risico’s van innovaties voor een maatschappij, zoals veiligheid en privacy. Anderzijds moet ik vaststellen dat in het verleden de wetgevers in vele gevallen enorm huiverig waren ook maar het kleinste dingetje te wijzigen of te veranderen als een uiterst minieme kans bestond dat er iets mis kon gaan. Zulke overdreven voorzichtigheid, die voorheen alle vooruitgang blokkeerde, gaat nu op de schop.
En dat is - in de geschetste context - de voornaamste reden waarom ik hoopvol ben.