Apps voor de huisartsenpraktijk. Veelbelovend of de hype al voorbij?

vr 12 mei 2017 - 14:28
Blog

Onlangs sprak ik een collega huisarts die me vertelde: “ik ben tegen apps”. Uiteraard is dit weerstand die me prikkelt, dus ik heb zijn beweegredenen voor deze boude stelling proberen te doorgronden. Heel veel verder dan dat hij moeite had met techniek zijn we echter niet gekomen. En uiteraard kwam het veelgehoorde argument dat er ook patiënten zijn die niet met techniek overweg kunnen ook voorbij. Wel jammer overigens als je niet meebeweegt met de 80% van de mensen die er wél profijt van kunnen hebben, maar ik geloof zijn goede intenties met betrekking tot de achterblijvers.

Toch is het zo dat het gebruik van apps in de spreekkamer nog niet echt de enorme vlucht heeft genomen die ik zou verwachten. Bloedt het gebruik van apps dood? Hebben we hier te maken met een hype? Gaan we gewoon weer over tot de orde van de dag? Gaat deze collega over een tijdje “zie je wel?” roepen?

Medische apps

Ik denk het zelf niet. Apps hebben in het dagelijks leven van veel mensen een hele prominente rol gekregen. Ook in die van mij, en zeker ook op medisch vlak. Ook patiënten zelf komen vaker met al dan niet zelf gevonden medische apps als oplossing voor een probleem. Maar het gebruik ervan in de beroepsgroep zélf, lijkt nog niet echt omarmd te zijn. Daar zijn wel een aantal redenen voor. Allereerst hebben artsen een gezond wantrouwen tegen alles wat nieuw is. We worden geacht aan hoge kwaliteitsnormen te voldoen, er kleven risico’s aan op gebied van veiligheid en privacy en als het even kan moet ons handelen ook nog evidence-based zijn. Daar passen nieuwe, plots opduikende trends niet altijd in. Daarnaast is er ook nog eens een enorme explosie aan apps ontstaan, waarbij het erg moeilijk is te kiezen. Te veel keuzes verlamt een mens. En tenslotte is het bijna niemand gelukt de gewenste keuring van apps tot stand te brengen. Dat blijkt een hele ingewikkelde en tijd- en geldrovende kwestie te zijn, waarbij de ontwikkelingen het keuringsproces al ingehaald hebben, vóór er een uitspraak gedaan is. Er zijn wel hele goede ontwikkelingen gaande, zoals bijvoorbeeld de app-checker van de KNMG, de health-app award, of de GGD-appstore. Maar hoe te kiezen? Dat blijft een lastige vraag.

Platform aangestuurd door de arts

Daarmee is de ontwikkeling zeker niet doodgebloed! Onder de oppervlakte groeit en bloeit er van alles. We zitten een beetje in de luwte die ontstaat na de eerste grote piek in de hype-cycle van Gartner. Een van die ontwikkelingen kan zijn het ontwikkelen van platforms met modules. Geen wildgroei aan apps, maar een platform aangestuurd door de arts zelf die de gewenste modules aanbiedt aan de “moeder-app” van de patiënt. Dit alles gestuurd door de vraag passend bij de medische aandoening of de gewenste diagnostiek. Waarbij zaken als privacy, validatie, en verwerking van gegevens op een nette manier zijn opgelost. Daarnaast blijft er zeker ook ruimte voor zelfstandige apps, want het leuke is dat inventieve ontwikkelaars soms hele creatieve oplossingen bedenken.

Meer in ICT&health NR. 3

Ik blijf graag gebruik maken van apps en blijf samen met de patiënt kijken naar nuttige toepassingen. In juni verschijnt in ICT&health Nr. 3 een artikel met een overzicht van de eerste twee schermen op mijn telefoon. Verwacht uitleg over Taprate, GCSer, Vaatrisico, Palliarts, en een korte toelichting hoe je een website als artsportaal als app op je telefoon kunt zetten. En uiteraard ontbreekt de eerste echte huisartsenpraktijk-app “MijnDokter” ook niet.