Het wordt steeds gebruikelijker dat binnen Raden van Toezicht (RvT) van instellingen in zorg en welzijn ook een portefeuille “innovatie” of “ICT” wordt ingevuld. Maar hoe vul je zo’n toezicht portefeuille in? Voor de klassieke RvT-portefeuilles (financiën, vastgoed, kwaliteit en veiligheid en remuneratie) bestaat een traditie. In die portefeuilles is veel aandacht voor duurzame continuïteit van de organisatie. Dat wordt gemakkelijk vertaald in behoud van wat is opgebouwd en “risicomijding”. Werkt die benadering ook voor de portefeuille innovatie?
Op 16 september jl. ontmoette een 50-tal toezichthouders elkaar tijdens de ‘Innovatiedag’ in het Amsterdam Art Centrum, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). De auteurs van deze blog, zelf ook actief als toezichthouder, waren aanwezig bij deze dag.
Innovatie voor oplossingen personeelskrapte
Er was een opmerkelijke eensgezindheid dat een portefeuillehouder ‘innovatie’ nodig is in RvT’s. Op zich niet zo verrassend – de deelnemers hadden ervoor gekozen om deel te nemen aan deze dag en waren dus meer dan gemiddeld geïnteresseerd. Bijzonder was wel dat die eensgezindheid niet zozeer technologie gedreven was, maar vooral voortkwam uit de uitdagingen waar de zorg voor staat. Met als stip op één: de personeelskrapte in de zorg. Personeelskrapte werd breed, van ouderenzorg, tot gehandicaptenzorg tot ziekenhuiszorg ervaren als belangrijkste probleem en werd ook gezien als dé bedreiging voor de toekomst. Er is dan ook een grote behoefte aan ‘innovatie’ die oplossingen voor personeelskrapte zal aandragen.
‘Technologie’ werd gezien als onderdeel van die oplossingen, maar sociale innovatie als minstens zo belangrijk. Het gesprek ging dan ook niet zozeer over de technologie zelf, maar over veranderingen in de zorg, de veranderende kijk op gezondheid en preventie, over het ethische gesprek om innovatie mede vorm te geven, over veranderingen in hoe kennis en informatie zijn verdeeld en worden gebruikt en over het omgaan met veranderingen in de organisatie van zorg die daaruit volgen. En uiteraard wat de rol van de RvT hierin is.
Data stewardship: in gesprek met de AP
Data stewardship is ook een onderwerp dat op de agenda van de RvT hoort. Dit onderwerp werd echter door de deelnemers eerder als belemmering dan als onderdeel van de oplossing voor knelpunten in de zorg gezien. De innovatiedag bood de gelegenheid daarover ook mét de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in gesprek te gaan. Aleid Wolfsen, Voorzitter van de AP, was in persoon aanwezig en toonde zich zeer betrokken bij de rol van de RvT in innovatie. Hij noemde een RvT-lid met “kennis van de digitale wereld” zelfs noodzakelijk om als RvT goed te kunnen handelen op verantwoord gebruik van persoonsgegevens.
Hij had zeker oog voor de dilemma’s die de zorg ervaart in het toepassen van de AVG in innovatie. Zelf zou hij als AP graag ook meer als adviseur vooraf willen doen, maar dan wel via de koepels. Capaciteitsgebrek speelt de AP hierin parten. De AP ervaart dat de zorg bovengemiddeld bereid is datalekken te melden, maar erkent ook eigenlijk vrijwel niets met die meldingen te (kunnen) doen. En dat is een gemiste kans om samen te kunnen leren van deze incidenten.
Wat namen we als toezichthouder mee?
Zeker is dat veranderingen in de maatschappij en technologische ontwikkelingen, (ook) van organisaties in zorg en welzijn vragen om bezig te zijn met herijking van hun eigen rol en positie om van waarde te blijven. Het onderwerp ‘innovatie’ is dan ook onbetwist een onderwerp dat hoort op de agenda van RvT’s van zorg en welzijnsorganisaties. De veranderingen gaan echter zo snel, dat het moeilijk is voorspellingen te doen op basis van trends uit het verleden. Vanuit de RvT is het dan ook niet zinvol van de Raad van Bestuur (RvB) een gedetailleerd en gekwantificeerd meerjarenplan vooraf te vragen. Daarmee wordt alle innovatie de kop ingedrukt. Wel is het belangrijk samen tenminste jaarlijks het goede – en ook kritische - gesprek te kunnen voeren, over keuzen, kansen én over risico’s. Realiseer je als toezichthouder dat innovatie niet altijd lukt en dat het belangrijk is om te experimenteren. Soms betekent dat ook dat er risico’s genomen moeten worden en de balans met de ontstane kansen is onderdeel van dit gesprek.
Deskundigheid binnen de RvT op dit onderwerp helpt bij het agenderen, het kunnen voeren van dat goede gesprek en het stellen van de goede vragen. Nog belangrijker is een gemeenschappelijke visie op innovatie binnen de RvT en vooral van de RvT met RvB gezamenlijk. De recente handreiking van NVTZ op dit gebied, geeft handige tips voor heel concrete vragen die de RvT kan stellen om tot het goede gesprek te komen. Dit is daarom ook een absolute aanrader voor zowel toezichthouder als bestuurder. Want ook de RvB dient zijn verantwoordelijkheid te nemen om dit te agenderen. Daarnaast kan het zinvol zijn om als RvT ook deskundigheid van buiten te betrekken in het gesprek, ook vanuit het andere sectoren. Soms zijn er in andere sectoren namelijk al jaren oplossingen die we vrij eenvoudig naar de zorg kunnen vertalen. Veranderingen met en door digitalisering en verantwoordelijkheid voor persoonsgegevens spelen immers niet alleen in zorg en welzijn.
Tot slot kan innovatie de scope van het interne toezicht ook zelf gaan beïnvloeden. Veranderingen in de zorg door en met innovatie, de verdere ontwikkeling van netwerkzorg, de beweging naar De Juiste Zorg op de Juiste Plek, en meer aandacht voor preventie, vragen intensievere regionale samenwerking tussen instellingen voor zorg en welzijn. In intern toezicht zal meer aandacht nodig worden voor de perspectieven van andere instellingen als stakeholder in die bredere regionale samenwerking. Zal intern toezicht zich ontwikkelen naar regionaal toezicht om zo het brede maatschappelijk belang te dienen?