Van rijdende trein naar eentje op stoom

do 11 juli 2019 - 07:00
Albert-Drouven-2
Data
Blog

Vorige maand vertelde Albert Drouven dat hij en zijn vrouw in 2000 in een rijdende trein stapten met een duidelijke visie op het delen van data tussen apotheken uit Zwolle in wijde omgeving. Het echtpaar nam toen de apotheek in Holtenbroek over, dat al een apothekersinformatiesysteem (AIS) had. Regionalisatie zorgde er vervolgens voor dat apotheken uit Zwolle en wijde omgeving steeds meer gingen samenwerken. De interoperabiliteitstrein is in gang gezet.

Maar er moet meer gebeuren om ´de trein´ vlekkeloos te laten rijden. Albert Drouven: ¨Voor het uitwisselen van digitale informatie dient iedereen in de uitwisselingsketen dezelfde interpretatie aan data te geven. Dat is vrij lastig tussen de eerste en tweede lijn omdat er bijvoorbeeld verschillende coderingsstelsels gebruikt worden. ´Even´ een converter installeren, is makkelijk gezegd, maar niet zomaar gedaan. Eén ding is duidelijk: een goede medicatie-uitwisseling tussen zorgverleners is uitermate belangrijk. In de regio werken we daarom hard aan de implementatie van het Medicatie Proces (MP). Een hulpmiddel om digitaal informatie uit te kunnen wisselen. Let wel, het MP ondersteund niet het uitwisselen van bijvoorbeeld een datum van opname in een ziekenhuis. Wat wél belangrijk is, als we praten over een Actueel Medicatie Overzicht (AMO). Dus moet er meer gebeuren.¨

Drouven legt uit: ¨Alle zorgsectoren hebben behoefte aan informatie over medicatiegebruik van de patiënt. De huisarts wil weten, wat een polyfarmacie patiënt precies gebruikt en moet blijven gebruiken. Voor de thuiszorg is het van belang op te hoogte te zijn van welke pil de patiënt op welk moment moet innemen. De mantelzorger heeft graag een geverifieerd medicatieoverzicht van zijn dierbare als hij met hem/haar naar andere zorgverleners gaat. De medisch specialist wenst een farmaceutische dossier, geverifieerd door een apotheker met de patiënt; neemt de patiënt zijn medicijnen in zoals de oorspronkelijke voorschrijver heeft beoogd? Voor het ambulancepersoneel is het belangrijk een medicatieoverzicht te hebben en te weten of de patiënt ergens allergisch voor is. Kortom, het aantal sectoren waarmee een AIS informatie moet kunnen uitwisselen is enorm en die informatie verschilt inhoudelijk nogal eens per sector.¨

Drouven vervolgt: ¨Het is opvallend, dat standaardisatie momenteel wordt gezien als de ´heilige graal´ voor alle interoperabiliteitsproblematiek. We gaan hierbij volledig voorbij aan het feit, dat de zorgketen bestaat uit tienduizenden zorgprofessionals met ieder een eigen manier van werken. Het is daarom belangrijk, dat data in zorgsystemen eenduidig worden vastgelegd en daarmee eenduidig te delen zijn in de keten. Moeilijk en lastig af te dwingen. Elke zorgverlener ´misbruikt´ in zijn EPD wel eens een dataveld om bepaalde informatie vast te leggen. Simpelweg omdat er binnen het EPD geen gedefinieerd veld voor is. Hoe gaan we hiermee om? Het blijft vooralsnog zaak om ontvangen data op juistheid te verifiëren. Naast standaardisatie van data en uitwisseling is het ook belangrijk te komen tot werkafspraken in de keten; wie doet wat?¨

Samengevat, de sector farmacie in Zwolle en directe omgeving wil toe naar een MP waarin alleen die informatie wordt uitgewisseld die op dat moment relevant is voor de opvragende zorgverlener. Zodanig, dat elke zorgverlener het stukje informatie krijgt die hij op dat moment nodig heeft voor de behandeling van de patiënt. Dit is het technische deel. Daarnaast zijn het maken van werkafspraken ook een essentieel onderdeel om uiteindelijk te komen tot gestandaardiseerde, eenduidige uitwisseling van (medicatie)informatie.

Het mag duidelijk zijn uit de blog van juni en van deze maand dat apothekers een aanzienlijke rol spelen in het interoperabiliteitsvraagstuk in de zorg. In Zwolle en directe omgeving is ´de trein´ al aardig op stoom.