Slechts 5 procent van alle data binnen bedrijven wordt daadwerkelijk gebruikt. Een belangrijke oorzaak is de grote mate van ongestructureerde opslag van gegevens, waardoor gegevens niet of slecht toegankelijk en vindbaar zijn. Dat is een belangrijke drempel voor het gebruik van de groeiende hoeveelheid data die wordt vergaard en geanalyseerd om zo te komen tot nieuwe inzichten en innovaties. Ziekenhuizen zijn bij uitstek voorbeelden van organisaties waar nog relatief weinig wordt gedaan met de enorme hoeveelheden beschikbare gegevens.
Dat stelde Christian Morales, VP van processorproducent Intel en general manager Intel EMEA, tijdens het in oktober gehouden Huawei Connect Europe Congres in Parijs. “Er wordt veel gepraat over digitale transformatie. Big Data. IoT. Cloud. Digitalisering van alles, van bedrijven, overheden, de hele samenleving. Een belangrijke component hiervan is de exponentiële groei van de hoeveelheid gegevens die worden verzameld, bijvoorbeeld via wearables, mobiele devices, sensors in IoT-toepassingen, verbonden via netwerken met datacentra. Iedereen roept over de kansen die big data biedt om te innoveren doordat je veel beter weet wat behoeften zijn en hoe die veranderen. Denk aan toepassingen zoals smart parking.”Heel mooi, stelt Morales, maar al die data moet wel gestructureerd worden om toegankelijk te zijn. Anders kun je er geen actie mee ondernemen. Het gaat dus om structuur, en die ontbreekt nog voor een groot deel. Goed ontsloten en toegankelijke data in ERP- of CMS-systemen, in email, vormt een kleine minderheid. De afgelopen twee jaar is 90 procent van alle data ooit in de geschiedenis van de mensheid gegenereerd. Die groei lijkt voorlopig exponentieel te blijven. Er komt dus alleen maar data bij.
Ziekenhuizen zijn een goed voorbeeld, meent de VP van Intel. Zij beschikken over enorme hoeveelheden data over hun patiënten, over behandelingen. Ondanks veel stappen in de goede richting, is die data slecht toegankelijk. Vaak weet de ene dokter niet eens waar een andere specialist mee bezig is bij dezelfde patiënt. De toegankelijkheid van gegevens, alle digitalisering en groei in gebruik van mobiele devices ten spijt, is zeer beperkt. Te veel gebeurt nog alleen op papier, of moet vervolgens handmatig gedigitaliseerd worden.
Toch is Morales niet pessimistisch over de kansen en mogelijkheden die bedrijven krijgen door concepten zoals big data en data analytics toe te passen. Door betere en meer structurele samenwerking tussen bedrijven – zoals Intel en Huawei op steeds meer vlakken doen – ontstaan er namelijk IT-ecosystemen die bedrijven beter kunnen ondersteunen in het grip krijgen op al die data die op hen af komt en om er bruikbare informatie van te maken.
“Daarnaast denk ik dat er veel afhangt van de bewustwording van organisaties, een andere mindset. Steeds meer beslissers raken zich er echt van bewust wat er mogelijk is met data. In processen, voor verbetering van klanttevredenheid, innoveren in producten en diensten. Dat is een belangrijkere drempel om te overwinnen. De technologie is er wel, de wil om die goed toe te passen ontbrak omdat men de noodzaak onvoldoende zag. Dat is nu aan het veranderen. Niet alleen bij de voorlopers, maar ook bij gemiddelde mkb-ondernemingen.”