Arts en patiënt hand in hand

vr 19 juni 2020
Arts en patiënt hand in hand
Premium

Bijzondere tijden vragen om buitengewone maatregelen. Dat geldt voor ons allen, maar in het bijzonder voor de zorg. In deze tijd van het SARS-CoV-2 (corona) virus zien we een versnelling van digitalisering en wat deze aan mogelijkheden biedt voor de zorg en aandacht voor u en mij. De implementatie van e-health, m-health en smart health voor arts en patiënt versnelt en de opschaling gaat in vogelvlucht. Het virus heeft ons allemaal, inclusief de zorgsector, in zijn greep.

De arts en diens patiënt hoeven elkaar nu en straks niet meer persoonlijk op de poli te ontmoeten om goede zorg te verlenen en te krijgen. De zorg is en blijft mensenwerk, het vraagt van ons allen het uiterste, dus ook en met name om aanpassingsvermogen van het personeel op de werkvloer tot in de bestuurskamers.

Ik zelf ben dat wel gewend. Mijn ziekte heeft me geleerd snel te schakelen en mijzelf aan te passen aan de gevraagde en dus huidige situatie. Dat is niet altijd makkelijk. Maar we moeten roeien met de riemen die we hebben. Ook voor de arts vraagt dit om aanpassingsvermogen, om samen met de patiënt de regie te voeren over zijn of haar zorgvraag, ook als deze straks digitaal verloopt.

Toegevoegde waarde
De inzet, implementatie en landelijke opschaling van digitale middelen helpt daar enorm bij, juist in tijden van verminderd fysiek contact tussen zorgverlener en patiënt. Voor de patiënt kan het enorme toegevoegde waarde hebben als bijvoorbeeld een PGO of thuislab kosteloos ter beschikking komen. Uiteraard moet alles voldoen aan de MedMij-standaarden voor uitwisseling van data en veiligheid. Geef de patiënt zijn PGO als digitaal platform waarop hij zijn medische informatie kan verzamelen en delen. Dit met als doel een stevige toegevoegde waarde voor de patiënt en zijn omgeving om de eigen regie over de situatie van zijn gezondheid te monitoren en zo nodig te verbeteren via digitale toepassingen en leefstijlinterventies.

Als patiënt wil ik direct waar nodig kunnen opschalen om onderling meer in contact te staan, door bijvoorbeeld videobellen, chat- of telefonische consulten. Zo wordt het digitale contact normaler. De aangeboden diensten moeten gericht zijn op toegevoegde waarde voor zowel de zorgvragers als zorgdragers en bruikbaar zijn voor een breed scala aan ziektes en aandoeningen. Hierdoor kan de patiënt écht de regie krijgen over zijn eigen zorg en gezondheid.

Zorg(en) voor elkaar
Als we één ding van deze crisis leren, is het dat zorgen voor elkaar verder gaat dan ons huis, onze werkplekken, onze ziekenhuizen. En dat dit alles een weerspiegeling mag zijn vóór en moeten worden bij onze overheid. Het gaat om kennis, ervaring, eerlijkheid, bescheidenheid, betrokkenheid, compassie en empathie. Het leidt tot een betere, innovatievere zorgsector. Laten we elkaar, hand in hand, wat meer liefde en vooral zorg gunnen en geven.

Natuurlijk wordt er van de zorg in dit alles bovenmenselijk veel gevraagd. De druk op zorgpersoneel blijft immens hoog. We verkennen samen met de arts wat straks weer wel kan. Op veel plaatsen in en rondom de zorg zal straks maatwerk gevraagd gaan worden. Dat moeten we onszelf en voor elkaar goed realiseren en reguleren.

Wat betekent dat voor het risico van u en mijn gezondheid: dat we schouder aan schouder moeten zoeken naar een nieuwe balans en een opening voor de reguliere zorg. Deze dilema’s moeten we onderling als arts en patiënt met elkaar durven bespreken. Fysiek maar ook online. Ook als we straks alles gaan versoepelen, dan is het niet meer zoals het normaal was. Dan wordt digitaal wellicht het nieuwe normaal.