VWS omarmt RVS-advies om meer richting aan innovaties te geven Pleidooi voor dringende herziening beleid zorginnovatie

wo 24 augustus 2022
VWS omarmt RVS-advies om meer richting aan innovaties te geven  Pleidooi voor dringende herziening beleid zorginnovatie
Innovatie
Premium

De uitdagingen in de zorg en het sociaal domein zijn enorm. Bekende voorbeelden zijn (de gevolgen van) vergrijzing, personeelstekorten, gezondheidsverschillen en milieubelastende zorgorganisaties. Het aanpakken van deze uitdagingen vraagt om beleid dat maatschappelijke opgaven centraal stelt. Tegelijk is hiervoor een dringende herziening nodig van het Nederlandse innovatiebeleid voor zorg en sociaal domein. Dat vergt onder meer nieuwe verdienmodellen en opgavegericht innoveren, met meer inbreng van de overheid, aldus de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) in het advies ‘De kunst van het innoveren. Tijd voor een maatschappelijk perspectief op zorginnovatie’.

De RVS overhandigde op 27 juni zijn advies aan de secretaris-generaal van VWS, Marcelis Boereboom, in het Haagse perscentrum Nieuwspoort. De 50 genodigden uit de wereld van beleid en innovatie gingen daarna onder leiding van RVS-raadslid en dagvoorzitter Pieter Hilhorst met elkaar in debat over de centrale vraag: hoe kunnen we stimuleren dat innovaties in de zorg en het sociaal domein bijdragen aan maatschappelijke opgaven? 

Fragmentatie en deelbelangen

Raadslid Jan Kremer, tevens hoogleraar patiëntgerichte innovatie, vatte voorafgaand aan de overhandiging kort de hoofdlijnen van het advies samen. Kremer is voorzitter van de RVS-commissie die dit advies voorbereidde. 

In het advies schetst de RVS een toekomstperspectief waarin gerichter wordt geïnnoveerd om met vereende krachten te werken aan grote en urgente maatschappelijke opgaven. Deze maatschappelijke opgaven worden breed gedragen in beleid en praktijk. Ze creëren duidelijke richting voor innovatie-activiteiten. 

'In het toekomstperspectief durven we ook manieren van sturen en systemen (zoals regelgeving en financiering) aan te passen, zodat in praktijk en beleid vertrouwen en ruimte voor opgavegerichte innovatie ontstaan', aldus het advies. 'De RVS-boodschap aan regering en parlement is: zorg voor breed gedragen missies en een gedeelde verantwoordelijkheid van overheidsorganisaties. Geef burgers een sterkere stem. Maak andere financieringsstromen mogelijk. En stel een strategie op voor omgaan met potentieel verlies en weerstand.'

Anders kijken

Als RVS-voorzitter Jet Bussemaker het advies overhandigt aan de SG, stelt ze dat het haar altijd zo verbaast dat hele goede initiatieven vaak geen navolging krijgen. Het is volgens haar tijd om op een andere manier naar leer- en verbetercycli te kijken. 

“Nu willen we meteen weten of iets nieuws werkt. We hebben ook een te groot geloof in technische oplossingen”, geeft Bussemaker (tussen 2007 en 2010 staatssecretaris op VWS) aan Boereboom mee. “Gezondheidsverschillen pak je niet aan met alleen techniek, dat gaat veel meer om de vraag hoe je sociale innovatie vorm kan geven, bijvoorbeeld in het sociaal domein.” Er zijn uitdagingen genoeg, vervolgt Bussemaker. Er is gemeenschappelijke innovatiekracht nodig en daar zou een missiegedreven aanpak goed bij kunnen helpen. 

Inspirerende missies nodig

Boereboom beaamt dat we inspirerende missies nodig hebben om de grote uitdagingen tegemoet te kunnen treden. Hij vindt de missies voor het topsectorenbeleid ‘heel interessant’. Want het zijn heel maatschappelijke en sociale missies. Bijvoorbeeld dat in 2040 alle Nederlanders minstens 5 jaar langer in goede gezondheid leven.

“Ik denk ook dat we nieuwe missies nodig hebben. De arbeidsmarkt begint heel knellend te worden. We moeten langs verschillende lijnen kiezen. Sociale innovatie wordt vaak onderschat.” De secretaris-generaal vindt dat ‘innovatief denken onderdeel van het onderwijscurriculum moet worden, en dat op VWS ook nog een wereld te winnen is. 

Fragmentatie in de aanpak van personeelsschaarste (een sectoroverstijgend probleem) moet volgens Boereboom ook te doorbreken zijn. “Je zou een deel van de bekostigingsruimte misschien apart moeten zetten. We moeten loskomen van het idee dat de ene sector niet in een andere mag investeren. Bovendien moeten we wat niet bewezen effectief is rücksichtslos niet meer betalen. Dat kan pijnlijk zijn en betekenen dat organisaties de facto in een lastig parket komen.” 

De SG pleit verder voor ‘creatieve disruptie in de zorg’. “Dit rapport komt op een goed moment. VWS moet meer de regie nemen, en dan druk ik me voorzichtig uit.’’ Het enige punt waar wat twijfel bij hem te bespeuren valt, is die van de privaat-publieke samenwerking. Hij ziet geen noodzaak daarbij van koers te wijzigen, maar de rest verwelkomt hij. 

Praktijkvertaling speerpunten

Jacco Pols en Linda Smit van Garage2020 krijgen als eerste het podium met hun Seev App. Die helpt jongeren bij het eenvoudiger betalen van rekeningen. Ze worden daarbij aangesproken vanuit hun eigen taal en leefwereld. De initiatiefnemers benadrukken het belang van missies die breed gedeeld worden, en van ruimte voor het verschuiven van geld tussen sectoren en domeinen. 

Bestuurder Fred Pijls van GGZ Oost Brabant licht daarna de tweede innovatie toe: de ‘samenwerkwijze’ die zich steeds meer verspreidt na succes in de wijk de Ruwaard in Oss. De innovatie koppelt zorg, welzijn en wonen, óók in de financiering. Bewoner en hulpverlener gaan samen  op zoek naar een oplossing en betrekken hier verschillende partijen bij, zoals de woningbouwvereniging en de gemeente. Volgens de initiatiefnemers is de zorg veel te complex en zijn de problemen alleen op te lossen door dingen af te breken. Zo is in de Ruwaard de eigen bijdrage afgeschaft en zijn schotten gesloopt. Dit kan alleen met vertrouwen en de moed om te ontschotten. 

Tot slot vertelt Cindy Hobert over OZOVerbindzorg. Op dat online platform bepaalt de cliënt wie er toegelaten wordt tot het eigen netwerk om langs korte lijnen snel met elkaar af te kunnen stemmen. OZO heeft te maken met alle bovengenoemde RVS-speerpunten. In sneltreinvaart loopt Hobert ze langs en doet zij de zaal versteld staan met alle ‘eigen belangen’ en ‘mijnenvelden’ die ze moest omzeilen. 

“In de zorg is het allemaal ‘mijn’, ‘mijn’, ‘mijn’. Al die ‘mijnen’ praten niet met elkaar en het not-invented-here-syndrome is sterk. Communicatie is het sleutelwoord, over domeinen heen.”

Aan de hand van twee stellingen barst vervolgens een levendig debat los over de kunst van het innoveren:

Stelling 1: “De huidige missies van het topsectorenbeleid zijn prima als uitgangspunt voor de zorg en het sociaal domein, voor iedereen die in die sectoren en bij vakdepartementen werkt, VWS incluis. Zij hoeven niet herdefinieerd te worden.”

Stelling 2: “Samenwerking met bedrijfsleven is een noodzakelijke voorwaarde bij innovatie ten behoeve van de grote maatschappelijke uitdagingen in de zorg en het sociaal domein.”

Niet altijd rol bedrijfsleven

Willemien Alting van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vindt dat samenwerking met bedrijfsleven geen verplichting zou moeten zijn bij innovatiesubsidies. “Kijk naar preventieinitiatieven in het sociaal domein; daar zijn mooie initiatieven waarbij het bedrijfsleven niet betrokken is.”

Carmen van Vilsteren, boegbeeld van de topsector Life Sciences & Health, vindt dat je al bij de start van een innovatietraject met onder andere het bedrijfsleven moet samenwerken om de kans op blijvende transitie te vergroten. Consultant en voormalig Kamerlid Lea Bouwmeester ziet graag dat samenwerking met burgers een noodzakelijke voorwaarde wordt, in plaats van samenwerking met het bedrijfsleven. Volgens Jacco Pols van Garage2020 is het nodig om in opleidingen jongeren en ervaringsdeskundigen zelf mee te laten werken aan de ontwikkeling van nieuwe concepten.

Eenheid in beleid 

Nienke Zwennes van VWS merkt op dat de missies van het topsectorenbeleid ‘hoog over’ zijn. “Je hebt daarnaast meer operationele doelen nodig, zodat voor verschillende organisaties duidelijker wordt wat hun opgave is en wat zij daar zelf voor moeten doen.” Bart Bakker, kwartiermaker van Anders denken doen en organiseren (ADDO), zegt dat het wel nodig is met een droom te beginnen. Nico van Meeteren, algemeen directeur van het Bureau van de Topsector Life Sciences & Health (Health~Holland), is ‘heel erg blij met het RVS-rapport en het debat hier’, en wil nog even kwijt dat ‘de missies voor het Maatschappelijk Thema Gezondheid en Zorg van VWS afkomstig zijn en dat deze door een nationale coalitie, waaronder ook de Topsectoren, nagestreefd worden’. Petra Verhoef van het Rathenau Instituut vindt dit wel opmerkelijk. “Uitdagingen rond zorg en welzijn raken ook aan volkshuisvesting, ruimtelijke inrichting en sociale zaken. Ook daar valt nog te innoveren.’” 

Speerpunten RVS-advies Kunst van het Innoveren

Stel duidelijke, breed gedragen maatschappelijke missies op

  • Monitor de voortgang op deze missies en op de noodzakelijke randvoorwaarden. 

Gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheidsorganisaties

  • Creëer gelijkgerichtheid – gericht op de missies - tussen ministeries, directies, toezichthouders.
  • Breng samenhang aan tussen innovatieprogramma’s en regelingen van verschillende overheidsorganisaties.
  • Geef burgers een sterkere stem in besluitvorming.

Maak nieuwe verdienmodellen en andere financieringsstromen mogelijk

  • Maak ruimte voor het verschuiven van geld tussen sectoren en domeinen.
  • Geef zorgprofessionals ruimte in de praktijk om te leren en verbeteren (ondersteund door andere bekostiging of contractvormen).
  • Stel opgavegerichte subsidiecriteria vast in plaats van instrumentele, technische criteria.

Stel een strategie op voor het omgaan met degenen die niet (kunnen) innoveren, en potentiële ‘verliezers’ van innovatie

Borg kennis- en informatieverspreiding voor opgavegerichte innovatie

  • Vergroot kennisontwikkeling op sociale aspecten van innovatie.
  • Maak data en systemen in de dagelijkse zorgpraktijk beter en breder toegankelijk.