Effectieve en doelmatige medische zorg leunt op diagnostisch onderzoek. De beeldvormende diagnostiek (radiologie en nucleaire geneeskunde) en pathologie zijn onmisbare schakels voor screening, diagnosestelling, prognose en (monitoring van) behandeling en zorgevaluatie-studies. Deze specialismen ondersteunen aanvragend specialisten in het stellen van de juiste diagnose en het optimale behandelplan. Nederlandse radiologie-afdelingen hebben al sinds eind jaren '90 ervaring met Picture Archiving & Communication System (PACS) en volledig ge-orderde digitale workflow (IHE-SWF). Recenter zien we ook de pathologie in toenemende mate PACS gebruiken om digitale beelden te beoordelen. Een goede reden om te kijken naar verschillen, overeenkomsten en toekomstige ontwikkelingen waarin de specialismes van elkaar kunnen leren.
De patholoog onderzoekt lichaamsweefsels (histologie) en -cellen (cytologie) met behulp van macroscopie, microscopie en eiwit- en DNA-analyse. Radiologie en nucleaire geneeskunde vormen samen de beeldvormende diagnostiek, waarbij een beeld (plaatje) van het inwendige lichaam wordt gemaakt. Beide specialismen acteren op verzoek van de aanvragend specialist en hun bevindingen worden geïnterpreteerd in de context van de actuele medische situatie en de voorgeschiedenis van de patiënt.
In het overgrote deel van de gevallen zijn aanvraagstromen voor diagnostiek gedigitaliseerd en wordt bij beide specialismen met een volledige scheduled workflow gewerkt. Voor het accepteren, plannen en verwerken van de aanvraag is bij de medische beeldvorming in toenemende mate geen afdelingssysteem meer in gebruik. Het traditionele Radiologie Informatie Systeem (RIS) is in die gevallen vervangen voor de RIS-modules van EPD Suites.
Bij de pathologie is echter in alle gevallen nog het Laboratorium Management Systeem (LMS) in gebruik dat de aanvragen verwerkt en uitvoert. Recent hebben Whole Slide Imaging (WSI)-scanners en PACS hun intrede gedaan op de pathologieafdeling, om histologische glaasjes digitaal te kunnen beoordelen. Dit is een extra stap in het proces, maar heeft vooral baat bij de efficiëntie, kwaliteit en het gemak van de beoordeling én om experts uit andere centra te consulteren.
Ontstaan van parallellen
In de beoordeling van de beelden ontstaan steeds meer parallellen tussen beide diagnostici (zie ook kader). Zowel in de medische beeldvorming als in de pathologie is het gebruik van spraakherkenning voor het dicteren van verslagen gemeengoed. Ook de verslagleggingswerkplek, met nauwe integratie tussen de werklijst, de verslaglegging met spraakherkenning en het beeldmanagementsysteem vertoont uiterlijke overeenkomsten.
Een verschil is wel dat de patholoog zijn beoordeling doet op een standaard 4k monitor. De radioloog blijft gebonden aan een diagnostische monitor die zichzelf kan kalibreren, zodat de grijswaarden en de helderheid constant blijven, ook na lang en intensief gebruik. Beide specialismen zijn een onmisbaar onderdeel van multidisciplinaire overleggen (MDO) als consulent en consultant.
En waar tijdens het MDO radiologische beelden ook getoond en geïnterpreteerd worden, zijn de pathologie-beelden nog beperkt leesbaar voor de aanvragend artsen. Na beoordeling van de onderzoeken sturen beide specialismen een antwoord op de medische vraagstelling terug naar de aanvrager. Bij de patholoog gebeurt dit al in veelvoorkomende gevallen met een gestructureerd rapport.
Bij radiologie worden, in tegenstelling tot pathologie, altijd de beelden beschikbaar gesteld. Wat opvallend is dat bij de pathologie ook alle verslagen worden gedeeld met de landelijke database van het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). Sinds 1991 heeft PALGA landelijke dekking en een archief opgebouwd waarin pathologiegegevens dagelijks gedeeld worden voor registratie van onder andere kanker- en bevolkingsonderzoeken. Een archief zoals het PALGA is uniek in de wereld en iets dergelijks bestaat niet voor de radiologie. Een decentrale databank kan ervoor zorgen dat patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek en kwaliteit van zorg verbeterd wordt.
Digitale transitie radiologie
Als we terugblikken op de digitale transitie die de radiologie heeft gemaakt, zien we daar ook een gefaseerde overgang gedurende 20 jaar in Nederland. Dit begon met de introductie van het eerste PACS in 1986 met in de jaren daarna de transitie van conventionele naar digitale beeldvormingstechnieken. In de jaren ’90 werd de DICOM standaard geïntroduceerd en later is ook IHE opgericht, de organisatie die zich richt op internationale elektronische gegevensoverdracht middels standaarden.
Vanaf circa 2000 werd de transitie gemaakt naar volledig digitale radiologie. Daarbij was er na ongeveer vijf jaren al sprake van enkele radiologie- afdelingen die alleen nog maar digitaal werkten.
Na de digitaliseringsstap was de volgende uitdaging om de gegevensuitwisseling tussen instellingen mogelijk te maken. Met in 2009 de start om dit op landelijk niveau te organiseren middels het IHE XDS-profiel en de doorbraak van TWIIN1 om dit middels het IHE XDM-profiel te realiseren.
In de transitie die de radiologie destijds maakte, werd de forse investering die gemoeid ging met de omslag naar digitale techniek als één van de belangrijkste risico’s gezien. 20 jaar later kunnen we overtuigd stellen dat de investering zich heeft terugverdiend: in hogere productiviteit, minder administratie- en archiveringswerkzaamheden; in de afschaffing van het filmontwikkelingsproces.
Digitale transitie pathologie
Vergelijken we dit met de digitale transitie, waar de pathologie nu middenin zit, dan zijn er ook hier overeenkomsten. In de transitie van analoog naar digitaal is ook bij pathologie sprake van een gefaseerde overgang. Zo kan met de technologie van nu alleen nog de histologie worden gedigitaliseerd.
Daarnaast vraagt ook deze digitale omslag een grote investering aan de voorkant, waar opslag van beelddata een groot deel van uitmaakt. Maar ook hier is de verwachting dat deze investering op termijn terugverdiend zal worden middels hogere productiviteit, minder administratie- en archiveringswerkzaamheden. Ook de mogelijkheid tot (externe) samenwerking en interessant werkgeverschap zijn waardevolle kwalitatieve baten.
De stap naar gegevensuitwisseling, ook met de nieuwe Wegiz-wetgeving2 - die elektronische gegevensuitwisseling van ook pathologie beelden verplicht stelt - zal misschien nog iets sneller komen. Dit ook doordat er kan worden meegelift op het voorwerk door en ervaring van en met de Radiologie.
Toekomstbeeld pathologie
Kijkend naar het toekomstbeeld van de pathologie, is de verwachting dat deze steeds verder over zal gaan op een volledig gedigitaliseerde workflow, door gebruik te maken van intra-operatieve beeldvorming en het digitaliseren van de cytologie. Verder wordt verwacht dat bij het positiever worden van de opslag business case ook het lange termijn-archief wordt gedigitaliseerd. Dit zal de pathologie verder helpen in het verder creëren van waarde uit de gigantische hoeveelheden ongestructureerde data met behulp van AI.
Bij de radiologie is het besef van de kansen die AI biedt al geland en pionieren al veel centra met de inzet ervan in de klinische workflow. In het gestructureerd verslaan en landelijk beschikbaar stellen van onderzoeksresultaten zien we dus dat de pathologie vooroploopt en kan de radiologie – met steeds grotere noodzaak om tussen instellingen, maar ook tussen de eerste en tweede lijn resultaten beschikbaar te stellen – hier lering uit trekken.
Tegelijkertijd zien we met de digitalisering van de beelden dat de pathologie de vruchten kan plukken van voorlopers van de medische beeldvorming op het gebied van integratie van AI en volledig online beschikbaar hebben van het volledige archief.
Referenties
1. Twiin werkt aan een landelijk afsprakenstelsel zodat verschillende zorgaanbieders veilig en betrouwbaar patiëntgegevens kunnen uitwisselen over bestaande zorgnetwerken, platformen en voorzieningen heen. Lees ook dit bericht op ICT&health. (link)
2. Wetsvoorstel elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Lees hierover meer. (link)