Brandwondenzorg Nederland heeft een app laten ontwikkelen waarmee zorgprofessionals voorafgaand aan opname in een brandwondencentrum een betere inschatting kunnen maken van de ernst van brandwonden en de benodigde zorg. De app is deze week gelanceerd en gratis beschikbaar voor zorgverleners.
Volgens artsen en verpleegkundigen binnen Brandwondenzorg Nederland worden er regelmatig inschattingsfouten gemaakt bij de eerste opvang en behandeling van brandwondenpatiënten buiten de brandwondencentra. Zo wordt het totaal verbrand lichaamsoppervlak verkeerd ingeschat of krijgt een patiënt té veel of juist té weinig vocht toegediend. Deze eerste opvang is van levensbelang en cruciaal voor goed herstel. Het beperken van een verkeerde inschatting kan hier aan bijdragen.Brandwondenzorg Nederland stelt te streven naar de best mogelijke opvang en zorg voor brandwondenpatiënten, ongeacht waar en door wie zij behandeld worden. Daarom is de ‘Brandwonden app’ ontwikkeld die de zorgprofessional buiten het brandwondencentrum begeleidt in de juiste eerste opvang van, eerste zorg aan, en verwijzing van een patiënt naar een brandwondencentrum.
Een vergelijkbare app, die foute inschattingen van ambulancepersoneel moet terugdringen bij de keuze voor een ziekenhuis, is sinds kort in de regio Utrecht in gebruik (https://www.icthealth.nl/nieuws/nieuwsitem/article/Trauma-app-helpt-ambulancepersoneel-met-keuze-beste-ziekenhuis.html). Volgens het UMC Utrecht belandt een op de drie zwaargewonden die met een ambulance worden vervoerd, niet in het juiste ziekenhuis met de benodigde kennis of apparatuur. De nieuwe app kan dat aantal terugbrengen tot één op de tien.
Eerste zorg brandwonden verschilt enorm
De meeste patiënten met brandwonden worden opgevangen bij de huisarts, huisartsenpost of in het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Deze eerste zorg van brandwondenpatiënten blijkt enorm te verschillen. De ‘Brandwonden app’ is volgens Brandwondenzorg Nederland daarom een essentieel hulpmiddel, gebaseerd op de aanbevelingen uit de evidence-based richtlijn ‘Eerste opvang van brandwondenpatiënten in de acute fase (1ste 24 uur) en verwijzing naar een brandwondencentrum’. In deze richtlijn staan de belangrijkste knelpunten in de eerste opvang van brandwondenpatiënten. Een deel van deze informatie is nu verwerkt in een ‘praktische en werkbare applicatie’.Brandwondenzorg Nederland wil met de app een nieuwe stap zetten in het toegankelijk maken van informatie voor de opvang en behandeling van brandwondenpatiënten. De app leidt de arts of verpleegkundige op de juiste manier door de eerste opvang. Dit moet de professional in staat stellen om snel te beoordelen hoe het behandeltraject moet verlopen, zodat het slachtoffer adequate zorg krijgt.
Inschatting verbrand lichaamsoppervlak
De app helpt bij het inschatten van het totaal verbrand lichaamsoppervlak. Aan deze uitkomst worden vervolgens op de individuele patiënt afgestemde acties gekoppeld:- Moet de patiënt doorgestuurd worden naar een gespecialiseerd brandwondencentrum?
- Moet de patiënt vocht toegediend krijgen? En zo ja, hoeveel vocht?
De app zorgt er daarmee voor dat patiënten, die niet in een brandwondencentrum worden opgevangen, ook de beste zorg op maat ontvangen. Een betere opvang en behandeling leidt tot een hogere kwaliteit van leven van de patiënt.
Big data voor behandeling op maat
Brandwondenzorg Nederland zet vaker digitale technologie in ter ondersteuning van zijn missie. Zo wordt er gewerkt aan een nieuw zorgsysteem voor de behandeling van patiënten met brandwonden. Daarbij kunnen op basis van realtime gegevens van patiënten en zorgverleners behandelingen beter beoordeeld en geëvalueerd worden. Op termijn moet zo voorspeld kunnen worden welk soort behandeling het best kan aanslaan bij specifieke patiënten. Big data technologie voor precision medicine zogezegd.Volgens Tsjitske Haanstra hoopt Brandwondenzorg Nederland in de toekomst genoeg data te hebben om bijvoorbeeld adaptieve voorspellende modellen te kunnen maken (machine learning-achtige modellen), die constant gevoed worden door weer nieuwe data, zodat de patiënt zo goed mogelijk geïnformeerd kan worden om zo samen met de zorgverlener optimale keuzes te maken in het behandelproces.