De inzet van technologische innovaties kan bijdragen aan het verlagen van de werkdruk of werklast in de intramurale ouderenzorg, evenals aan het verhogen van de eigen regie van bewoners en hun kwaliteit van leven. Een integrale, regionale aanpak blijkt daarbij een duidelijke meerwaarde te bieden. Daarom is in de regio Noord-Brabant het project BIZI opgezet: Brabant Implementeert ZorgInnovaties.
Het aantal ouderen dat een beroep doet op verpleeghuiszorg neemt steeds meer toe en daarmee de werkdruk in verpleeghuizen. Het aantal werknemers in de zorg groeit niet mee, maar de werkdruk wel. Zorg op peil houden, laat staan verbeteren, is een uitdaging. Het BIZI-project moet hier een antwoord op bieden door te kijken naar de rol die technologie kan spelen..
Wensen ouderenzorg
Een van de belangrijkste pijlers van het project is het bepalen van de wensen binnen de verzorgingshuizen, bij de bewoners én zorgverleners. De vraag wat de knel- en aandachtspunten bij de dagelijkse activiteiten in de intramurale ouderenzorg zijn en welke behoefte hieruit volgen, zijn leidend. Op basis daarvan kan de juiste technologie worden bepaald en ingezet.
Uit interviews met zorgverleners en een literatuurstudie kwamen in totaal 37 aandachtsgebieden naar voren. Hieruit hebben de onderzoekers een aantal grote lijnen gedistilleerd:
- De zorg wordt zwaarder, letterlijk en figuurlijk. Er is gewichtstoename bij bewoners te zien, maar ook psychisch zijn er meer klachten. Het personeel krijgt fysieke klachten, met name in de rug.
- Er is onrust door verstoringen in het werk. Vooral in de vroege morgen is de werkdruk extreem hoog.
- Op organisatorisch vlak blijkt het maken van goede roosters – zowel voor medewerkers als cliënten – best lastig.
- Er is sprake van te hoge administratieve druk, dubbele rapportages of irrelevante rapportages en geen eenheid in systemen.
- Het personeelsbestand niet stabiel.
- Op persoonlijk vlak spelen issues in het aangeven van grenzen. Soms is het lastig om bewoners eigen regie te geven.
- Een opvallende uitkomst: in veel zorggebouwen komt te weinig natuurlijk licht en dat geeft onrust.
Nieuwe technologie, oude werkwijze
Opvallend is verder dat bij het invoeren van nieuwe technieken of processen de oude werkwijze blijft voortbestaan. Er wordt bijvoorbeeld nog veel op papier gerapporteerd. Ook is er behoefte aan eenheid in ICT-systemen, zodat een arts direct kan meekijken met zorgmedewerkers.
Er worden wel hulpmiddelen op ICT-gebied – zoals mobiele telefoon of tablets – ingezet, maar dat zijn vaak persoonlijke ‘devices’. Liever heeft men hulpmiddelen van de organisatie. Randvoorwaarden, zoals goede wifi, blijken niet altijd voor elkaar. Daarnaast hebben de teams in de Brabantse ouderenzorg behoefte aan betere begeleiding bij – en meer tijd voor! – het in gebruik nemen van nieuwe middelen. Maar vooral ook daarna.
Grote impact technische innovaties
Een van de belangrijkste conclusies uit de interviews en de literatuurstudie is dat zorgorganisaties technische innovaties moeten zien als veranderingen in proces, mensen en infrastructuur. Het vraagt langere tijd voordat oude gewoonten verdwijnen en nieuwe manieren van werken gemeengoed zijn. Daarbij moeten organisaties goed beseffen dat het oude en nieuwe proces naast elkaar laten lopen nog kostbaarder is dan alleen het oude proces laten voortbestaan. Kortom, de impact van technische innovaties op zorgorganisaties moet niet worden onderschat.
Andere vervolgstappen die worden aangeraden voor de Brabantse ouderenzorg zijn het instellen van regionale focusgroepen om prioriteiten te bepalen (waar zit de grootste pijn?, waar liggen de snelste effecten?) en om mogelijke middelen te inventariseren. Tijdens een BIZI-crongres in september werd daar een aanzet voor gegeven middels een ‘innovatiemarkt’ met verschillende oplossingen.
Op basis van de uitkomsten uit de focusgroepen kunnen projecten worden gekozen en plannen en uitvoering worden bepaald. Zodat de zorg straks minder hectisch wordt voor personeel en bewoners, en niet alleen ’s morgens.