Centrale regie nodig voor versnelling digitale gegevensuitwisseling

do 8 maart 2018 - 10:48
laptop-contract-hospital_edited
Databeschikbaarheid
Nieuws

De Nederlandse zorg is van hoog niveau, maar deze positie komt in gevaar door een achterstand waar het gaat om een goede uitwisseling van medische gegevens tussen systemen, instellingen en zorgpartijen.

Er is een sterke centrale regie nodig wil de digitale transformatie van ziekenhuizen op dit punt slagen. Op landelijk niveau is hier een rol weggelegd voor het ministerie van VWS. Dat stelde Yvonne van Rooy voorzitter van koepelorganisatie NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) tijdens een bijeenkomst op het HIMSS 2018 in Las Vegas. Volgens Van Rooy heeft Nederland de digitale afslag gemist toen de Tweede Kamer enkele jaren geleden een overheidsinitiatief voor een landelijk EPD afwees. Het gevolg is dat er nog steeds vele tientallen digitale systemen zijn – zoals EPD’s, HIS’en – die vaak niet interoperabel zijn. Dat kan bijvoorbeeld tot ernstige problemen leiden wanneer iemand buiten de eigen regio een ongeluk krijgt – informatie-uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt (LSP) vindt niet bovenregionaal plaats.

Niet oneindig polderen

Tot in het oneindige polderen heeft volgens de NVZ-voorzitter geen zin. “Het ministerie mag best meer doorpakken als het te lang duurt. Ook in andere domeinen nemen ministeries meer regie. Of kijk naar andere OESO-landen waar we ook meer centrale regie van de overheid zien.” Van Rooy wees op het al enkele jaren lopende VIPP-initiatief (Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional ) van de NVZ en VWS waarmee in ieder geval ziekenhuizen ondersteund moeten worden bij het standaardiseren van gegevensuitwisseling volgens gelijke definities. Sinds vorig jaar doen 67 algemene ziekenhuizen en 39 categorale instellingen voor medisch specialistische zorg mee aan het VIPP-programma, maar de resultaten zijn zeer divers. Als het gaat om het digitaal beschikbaar stellen van informatie aan de patiënt boeken de ziekenhuizen aardige resultaten, zo bewijst de snelle groei van aantal patiëntenportalen. 41 procent van de ziekenhuizen faciliteert al zelfmetingen, maar slechts 6 procent biedt deze in patiëntenportaal aan. Nog geen 4 procent van de deelnemers haalt het streven om minimaal een kwart van de patiënten te laten inloggen via een patiëntenportaal of Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO).

Registratie, overdracht medicatie knelpunt

Digitale registratie en overdracht van medicatie is volgens Van Rooy een knelpunt. Het streven naar een sluitend digitaal medicatiedossier wordt blijkens de laatste kwartaalmeting van de NVZ  door 6 procent gehaald. Bij een kwart van de poliklinische patiënten wordt informatie digitaal opgevraagd. Bij klinische patiënten is dit 46 procent. Ook worden medicijnen in 82 procent van de gevallen digitaal voorgeschreven. Maar slechts 8 procent van de VIPP-deelnemers schrijft medicatie volgens de afgesproken richtlijnen voor. Slechts 2 procent van de patiënten ontvangt bij ontslag een actueel digitaal medicatieoverzicht. Voor veel ziekenhuizen is de digitalisering complex, omdat het in feite om de herinrichting van zorgprocessen gaat. De NVZ pleit daarom voor blijvende aandacht op de landelijke beleidsagenda. Van Rooy hoopt dat er in een eventueel nieuw hoofdlijnenakkoord duidelijke afspraken komen over een nieuw transformatieprogramma naar voorbeeld van VIPP.