Geografische informatie en geospatiale technologieën gebruiken om gezondheidsziekten en gezondheidsrisico's in kaart te brengen en te analyseren. Dat is wat professor Justine Blanford doet. Zij bekleedt de leerstoel GeoHealth (Faculteit Geo-Informatiewetenschappen en Aardobservatie) van de Universiteit Twente. Haar onderzoek richt zich op hoe geografische factoren van invloed zijn op gezondheidsresultaten, hoe hierop kan worden gereageerd en hoe erover kan worden gecommuniceerd. Naarmate de geneeskunde en de samenleving digitaler worden, wordt het steeds belangrijker om samen te werken met wetenschappers van het Technisch Medisch Centrum (TechMed Centrum), zodat we de relatie tussen onze omgeving en onze gezondheid beter kunnen begrijpen, stelt Blanford.
Het onderzoek waarbij Blanford betrokken is, heeft betrekking op de menselijke gezondheid, vaak in relatie tot klimaat en klimaatverandering. De relatie tussen temperatuur en malariarisico bijvoorbeeld. Dat laatste is slechts een van de voorbeelden van onderzoek op het gebied van GeoHealth waaraan ze momenteel werkt aan de Universiteit Twente.
"Het is een unieke plek om dit te doen," zegt ze, "omdat het de enige plek ter wereld is met zo'n hoge concentratie GIScientists (GIS: geo-informatiesystemen, red.) , waardoor het gemakkelijk is om een expert te vinden op een van de onderdelen van dit diverse vakgebied."
Kennis beschikbaar
GeoHealth is een vakgebied dat geografie integreert met epidemiologie en datawetenschap, naast andere computationele technische vaardigheden. "Het is interdisciplinair “, zegt Blanford. “Daarom heb je misschien, afhankelijk van de focus van de ziekte of het gezondheidsonderwerp, professionals nodig met kennis over verschillende gezondheidssystemen. Of over het milieu of een proces in de omgeving. Die hebben we hier.”
Voor het analyseren van een gezondheidsprobleem kunnen meerdere soorten informatie nodig zijn. "Een goed voorbeeld is een recente analyse die we deden over de verspreiding van malaria en hoe deze in de loop van de tijd is veranderd", vertelt Blanford. "We brachten in beeld waar terugkerende brandhaardgebieden waren over twee perioden van tien jaar. Daarbij zagen we dat de verdeling van de brandhaardgebieden gedurende die twee tienjaarperiodes is veranderd. Om te begrijpen wat dit verklaart, voegden wij aanvullende informatie toe over het klimaat, verandering van landgebruik, stedelijke ontwikkeling en andere kenmerken van de omgeving. Door in en uit te zoomen op de kaart en lagen in en uit te schakelen, kwamen we meer te weten over wat er lokaal zou kunnen gebeuren in deze brandhaardengebieden. Satellietbeelden bieden de informatie die ons helpt om hierover een breed overzicht te krijgen."
Overheid en zorgprofessionals
Vanuit een gezondheidsperspectief kan er meer worden gedaan om geospatiale gegevens voor gezondheid te benutten, meent Blanford. "Er wordt veel gedaan om de verspreiding van ziekten beter te begrijpen. Maar er zijn tal van infrastructuren nodig om de enorme hoeveelheden gegevens die we verzamelen vast te houden. Het beheren en onderhouden van datasets is kostbaar, maar waardevol, vooral als je gegevens hebt die inmiddels al tientallen jaren beslaan. Niet alleen voor malaria, maar ook voor andere ziekten. Veranderende trends kunnen volgen, is handig voor het beheren van middelen."
Lees het hele interview met Justine Blanford in ICT&health editie 5, die op 25 oktober verschijnt.