E-health, Google Glass, Serious Games en Loombandjes

za 3 januari 2015 - 15:40
dr-Marlies-Schijven-Google-Glass
Innovatie
Nieuws

Chirurg en tech-liefhebber Marlies Schijven vindt dat dokters zich nadrukkelijker moeten bemoeien met technologie in de zorg. ‘Anders worden we straks overspoeld met waardeloze toepassingen.’ Volgens haar moeten dokters en designers samen uitzoeken welke technologie welke patiënt op welke manier zou kunnen helpen. ‘We moeten niet afgaan op hypes, maar nieuwe technologie gedegen onderzoeken. Ik wil meer duidelijkheid creëren in de chaos.’

Glass gehackt door chirurg Marlies Schijven is de eerste chirurg die Google Glass gebruikte om haar operatie live te streamen. ‘Toen ik van Google Glass hoorde, wilde ik weten wat hij kon en of hij bruikbaar zou zijn in de zorg. Met Google Glass kun je live-beelden streamen in een beperkte omgeving, Google Hangouts. Dat is al eerder gedaan, ik ben zeker niet de eerste dokter die zo’n bril opzet en een filmpje maakt, maar dat heeft, met alle respect, niet zoveel met innovatie te maken. Ik wilde weten of Google Glass kan omgaan met beperkingen in de zorg. Dat kunnen technische beperkingen zijn, maar ook niet-technische. Mijn collega’s hebben bijvoorbeeld vaak geen idee wat een ‘Google Hangout’ is, laat staan dat ze het op hun mobieltje hebben. ‘s Nachts een collega in consult vragen via Google Hangouts en Google Glass is daarom geen optie.’ Ze besloot te onderzoeken of je ook live kunt streamen via YouTube. Daar kan ten slotte bijna iedereen mee omgaan. ‘Maar dat kan Google Glass niet als je hem uit de doos haalt. Ik moest de bril dus ‘hacken’ voor ik aan de slag kon. En dan ben je er nog niet, want kan de WiFi-verbinding het aan? Hoe lang gaat de batterij mee? Nadat ik dit allemaal getest had, heb ik een ‘proof of concept’ gedaan en een laparoscopische Toupet-fundoplicatie live op YouTube uitgezonden via Google Glass. Ik vond het best eng om te doen, hoewel we natuurlijk gestopt zouden zijn met uitzenden als het niet goed was gegaan. Het grappigste kwam toen ik de echtgenote van de patiënt belde om te zeggen dat de operatie klaar was. “Dat had ik allang gezien”, zei ze. Zij had ook gewoon meegekeken.’ Samen sta je sterker Schijven: ‘Als je met technologie iets wil betekenen moet je samenwerken. Je moet dokters, die weten wat er in een ziekenhuis gebeurt, verbinden met ontwerpers en productontwikkelaars.’ Hiervoor heeft ze in 2014 de WATCH-Society opgericht. WATCH staat voor ‘Wearable Technology in Healthcare’. Het doel van deze vereniging is om de arts-patiëntrelatie te versterken met draagbare technologie. Denk bijvoorbeeld aan brillen, smartwatches en bewegingstrackers. ‘Er zijn in Nederland allerlei mensen die de bühne op gaan met gadgets en futuristische verhalen, maar dat zijn vaak geen zorgverleners. Juist artsen moeten goed nadenken over technologie. Patiënten hangen zich straks vol met allerlei apparaatjes en komen dan op het spreekuur met bakken vol data. En wat doen we dan? We moeten op zijn minst nadenken over de validiteit van al die ‘wearables’. Werken ze? Welke zijn er bruikbaar? Waar versterk je de band met de patiënt mee? Als we nu niet goed nadenken, dan ontstaat er straks een soort schijnzekerheid. Zeker als wearables niet goed werken, de ene stappenteller telt nogal eens anders dan de andere. Maar ook als een wearable werkelijk valide blijkt moeten we ons afvragen of de metingen relevant zijn. En als ze relevant zijn, wat zijn dan de consequenties? Moet het apparaatje communiceren met het elektronische patiëntendossier? Welke wearables gaan wat aan welke dokter doorgeven? Kunnen artsen vertrouwen op deze gegevens? Kun je er beleid op maken, of is het één grote brei aan data? Op dit soort vragen moeten dokters van tevoren antwoorden bedenken.’ ‘De vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt is heilig’ De collega’s van Schijven kijken met ontzag naar haar innovatieve initiatieven. Tegelijkertijd zien designers dat ze allerlei technologische kansen laat liggen. Schijven zoekt daar de balans tussen. ‘Als je op dit gebied uitglijdt dan duurt het lang voordat je weer opstaat. De vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt is heilig. Als je tussen een patiënt en zijn dokter technologie zet die niet werkt, of erger nog, de patiënt schaadt, dan heb je een probleem als arts. Dat klinkt negatief, maar juist door er zo tegen aan te kijken kun je voorsprong nemen. Maar ik ben bang dat bedrijven en ook de overheid zich te veel laten leiden door de waan van de dag en door hypes. En daar zijn dokters wars van. Je kunt een hoop indruk maken door hard te gaan blazen over allerlei spullen, maar je gaat bij artsen en patiënten onderuit als het niet werkt.’ Zij ziet alle kans voor technologische ontwikkeling in de samenwerking: breng de creativiteit en ideeën van designers samen met de voorzichtige houding en praktijkervaring van dokters en andere zorgverleners. ‘Nieuwe technologie moet werken voor de patiënt, het moet geen schade berokkenen en het moet de arts-patiëntrelatie ondersteunen of versterken. We moeten ons vooral niet laten opjagen door de buurman die de nieuwste gadgets al heeft, maar op een wetenschappelijke manier tegen technologie in de zorg aan kijken. Dat gaat misschien niet zo snel, maar dan heb je wel een grotere kans op nuttige technologie.’ Serious gaming traint chirurgen Dit najaar rondde Maurits Graafland, een van Schijvens promovendi, een proefschrift af over ‘serious gaming’ bij chirurgen-in-opleiding. Hiervoor deed hij samen met Schijven een onderzoek naar ‘situational awareness’. Schijven legt uit: ‘In dit geval gaat situational awareness om alles waar je niet mee bezig bent tijdens een operatie, omdat je gefocust bent op wat je aan het doen bent. In een gerandomiseerde trial kreeg een groep mensen training in situational awareness. De ene helft met een game, de andere helft zonder game. Het awareness-spel, ‘Dr. Game: Surgeon Trouble’, lijkt een beetje op Candy Crush – het populaire verslavende puzzelspel. In het spel zitten allerlei situaties versleuteld die ervoor zorgen dat de boel af en toe vastloopt, en tijdens het gamen moet de speler ook allerlei andere zaken en alarmsignalen in de gaten houden. Vervolgens observeerden we de deelnemers terwijl ze op varkentjes aan het opereren waren. Maar tijdens de operatie haalden OK-verpleegkundigen bijvoorbeeld het hartslagmetertje van het pootje, zodat er geen signaal meer was. Veel mensen opereerden vrolijk verder, terwijl het dier allang ‘dood’ was. We zagen uiteindelijk dat de mensen in de game-groep zich beter bewust waren van hun omgeving dan de niet-gamers, en de alarmsignalen beter oppikten.’ Het lijkt erop dat een chirurg goed te trainen is in situational awareness door een serious game in te zetten. Schijven: ‘En door dit in een RCT op basis van goede statistiek te bestuderen, til je het boven het hype-niveau uit. Maar dat duurt een jaar of drie, vier. En ja, daar hangt een kostenplaatje aan. En ja, daar hangt een promovendus aan. Maar dan kun je wel met recht zeggen ‘als je hiermee gamet, word je sneller een betere chirurg’. ‘E-health is geen panacee voor alles’ Vanuit het Rijk wordt e-health gezien als de uitkomst om de zorgkosten te drukken. Zo stuurden minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) een brief aan de Tweede Kamer over e-health en zorgverbetering. Hierin stellen zij drie ambities vast. Een voorbeeld hiervan is de ambitie dat 75 procent van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen uitvoeren, met eventueel een zorgverlener die op afstand de meting kan monitoren. Dit willen ze binnen vijf jaar realiseren. Schijven is voorzichtig: ‘Het is uiteraard prachtig, een videoconsult voor iemand die slecht ter been is en thuis zit. Maar als die persoon de boel niet aan de praat krijgt, dan mist hij of zij wel zijn dokter. Natuurlijk zijn er mensen die dat kunnen en willen, en zijn problemen op te lossen. Maar je moet e-health niet zonder nuance over de maatschappij heen storten als een soort van verkapte bezuinigingsmaatregel. Er is zeker ook een kwetsbare groep die niet met e-health te ontzorgen is. We moeten echt goed kijken waar technologische interventies passen, en vooral ook waar ze niet passen. Goede technologie vermenselijkt en kan ervoor zorgen dat het leven een stukje makkelijker wordt. En dan blijft er misschien wel wat meer tijd over voor patiënten die niet zo handig zijn met technologie. Dat zou prachtig zijn. Maar technologie is geen panacee voor alles. Dat geldt voor geen enkel medicijn, ook niet voor een e-health-pil.’ Loombandjes gaan en komen Schijven adviseert haar collega’s om niet alleen kritisch te zijn, maar ook een open houding aan te nemen naar technologische ontwikkelingen: ‘Blijf nadenken op de manier waarop je dat hebt geleerd en blijf kritisch, maar houd wel een open blik voor wat er allemaal mogelijk is. Vroeger werd op het schoolplein de ene week getold en de week daarna geknikkerd, en nu maakt iedereen loombandjes. Zo zal het ook in de zorg zijn, er zullen altijd ‘loombandjes’ op ons af blijven komen. Dat is heel erg leuk, maar het zou mooi zijn als we er samen gerechtvaardigde toepassingen voor kunnen vinden. En nogmaals, dat kost tijd, geld en onderzoek.’ Bron: Ned Tijdschr Geneeskd.