Als de overheid mobiele apps wil inzetten in het belang van de publieke gezondheid, moet zij veilig gebruik ervan (zoals privacy) waarborgen. VWS heeft de Gezondheidsraad advies gevraagd over een afwegingskader met criteria om de verantwoorde overheidsinzet van gezondheidsapps voor screeningsdoeleinden te beoordelen. Dergelijke doelen zijn bijvoorbeeld vroegtijdig opsporen van kanker of het bestrijden van corona.
De tijdelijke Commissie Criteria gezondheidsapps van de raad pleit er in het vandaag uitgebrachte advies voor om ethische aandachtspunten en de juridische eisen al vroeg in de ontwikkelfase mee te nemen als de inzet van screeningsapps wordt overwogen. Zij benadrukt ook dat apps altijd een middel tot een doel moeten zijn, aldus het advies ‘Verantwoorde inzet van apps voor publieke gezondheid’.
Wanneer de overheid als screening-methode een app (zoals CoronaMelder) overweegt, stelt de Gezondheidsraad nadere invulling van die criteria voor, omdat het gebruik van apps nieuwe uitdagingen meebrengt. Om de betrouwbaarheid en effectiviteit van een app goed te kunnen beoordelen is het volgens de raad bijvoorbeeld van belang om vooraf te specificeren hoe de app bijdraagt aan het bereiken van doel van de overheidsinterventie.
Antimisbruikmaatregelen nodig
Om privacy van deelnemers te beschermen, zijn antimisbruikmaatregelen nodig en de garantie dat de app niet door andere partijen en voor andere doeleinden wordt gebruikt. Voor de toegankelijkheid en rechtvaardigheid is het van belang dat het redeneermechanisme (algoritme) van zogeheten slimme apps geen groepen mensen benadeelt of onbedoeld uitsluit. Ook moeten mensen die de app niet willen of kunnen gebruiken de kans krijgen om een alternatieve methode te gebruiken.
Daarnaast is heldere uitleg nodig over het doel en de werking van de app, en over de voor- en nadelen, zodat mensen een goed geïnformeerd besluit kunnen nemen over eventuele deelname. Voor een verantwoorde inzet van apps door de overheid is het aan te bevelen deze punten al vroeg in de ontwikkelfase mee te nemen.
Rechtvaardiging overheidsinterventie
Of de overheid apps mag inzetten om (risicofactoren of aanleg voor) ziekten bij mensen op te sporen, hangt volgens de tijdelijke commissie in de eerste plaats af van de vraag of hiervoor überhaupt een overheidsinterventie gerechtvaardigd is. Voor screening - bijvoorbeeld als onderdeel van het Nationaal Programma Bevolkingsonderzoek - gelden de criteria voor verantwoorde screening van Wilson en Jungner en van de World Health Organization (WHO). Zo moet de interventie als geheel effectief bijdragen aan gezondheidswinst en mogen er niet te veel nadelen zijn voor deelnemers.
De commissie richt ook op een andere vorm van ziektepreventie door de overheid waarbij apps ingezet kunnen worden, namelijk de bestrijding van infectieziekten. Bij het opsporen van (risicofactoren voor) een infectieziekte gaat het niet primair om individueel gezondheidsvoordeel dat moet worden afgewogen tegen de nadelen, maar om een collectief gezondheidsbelang. Voor de afweging of bij infectieziektebestrijding de collectieve voordelen opwegen tegen de individuele nadelen zijn de voorwaarden voor gerechtvaardigd overheidsingrijpen te gebruiken. Het gaat dan om voorwaarden als effectiviteit, rechtvaardigheid, noodzakelijkheid en proportionaliteit
Screeningsapps middel, geen doel
Bij het beantwoorden van de vraag wanneer de inzet van screeningsapps door de overheid verantwoord is, heeft de commissie screeningsapps beschouwd als middel, niet als een doel op zich. Haar uitgangspunt is geweest: de screeningsapp is niet de aanleiding voor een interventie, maar een methode om het beoogde doel te realiseren. Om te beoordelen of de inzet van een bepaalde methode bij een overheidsinterventie verantwoord is, zijn de criteria uit bestaande beoordelingskaders te gebruiken.
In het geval van programmatische screening zijn dat de kaders voor verantwoorde screening en in het geval van infectieziektebestrijding de voorwaarden voor gerechtvaardigd overheidsingrijpen. Wel brengt de inzet van screeningsapps specifieke uitdagingen met zich mee die niet zijn meegenomen bij het opstellen van deze beoordelingskaders. De commissie heeft daarom een nadere invulling geformuleerd voor de criteria die betrekking hebben op:
- De betrouwbaarheid en effectiviteit;
- De bescherming van de privacy;
- De toegankelijkheid en het tegengaan van onrechtvaardige uitsluiting;
- De mogelijkheid tot een goed geïnformeerde vrijwillige keuze.
Juridische eisen screeningsapps
Naast de criteria uit de beoordelingskaders voor overheidsinterventies – en de nadere invulling die de commissie daarbij geeft in dit advies – gelden voor screeningsapps ook juridische eisen. Voor apps in het algemeen geldt dat zij hun hele levensduur moeten voldoen aan privacy- wetgeving (AVG en UAVG) en aan de Telecommunicatiewet. Als de screeningsapp kan worden aangemerkt als medisch hulpmiddel zijn ook de Europese MDR- en IVDR-verordeningen van toepassing en de daaruit voortvloeiende verplichte CE-markering en post-market surveillance.
De commissie pleit ervoor om ethische aandachtspunten en de juridische eisen al vroeg in de ontwikkelfase mee te nemen als de inzet van screeningsapps wordt overwogen. Zo kan bijvoorbeeld in de technologie worden verankerd dat alleen die gegevens worden opgeslagen die nodig zijn voor het gebruiksdoel van de app (privacy by design). Dat helpt misbruik van gegevens tegengaan. Een algehele ethics by design-aanpak helpt de opbrengst van de screeningsapps te maximaliseren, en tegelijkertijd de potentiële negatieve gevolgen te minimaliseren en de fundamentele rechten en belangen te beschermen.