Dagelijks spannen duizenden zorgverleners zich in om de kwaliteit van leven van mensen met een ernstige meervoudige beperking (EMB) te optimaliseren. Mensen met EMB hebben een ontwikkelingsleeftijd van twee jaar of minder. Communicatie – vooral via lichaamstaal - kan heel ingewikkeld zijn en maakt het begrijpen van behoeften tot een uitdaging. Zorgverleners zien dat zorgtechnologie mensen met EMB kan helpen bij communicatie, plezier maken of het bieden van structuur, maar worstelen met de inzet hiervan.
Ook worden mensen met EMB en hun zorgverleners überhaupt vaak over het hoofd gezien bij zorginnovatie en/of de inzet van technologie. Een groep onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) wilde deze situatie veranderen middels een onderzoek waarin zij mét eindgebruikers voor dit doel de Helpende-Handmethode ontwikkelden.
Juiste handvatten ontbreken
De overheid stimuleert het gebruik van zorgtechnologie, maar zonder de juiste handvatten worstelen professionals in de gehandicaptenzorg met de inzet ervan. Er zijn geen kant en klare technologische oplossingen voor mensen met EMB. De doelgroep is zo gevarieerd, dat zorgtechnologie nooit voor iedereen passend is. Zorgverleners worden hierdoor uitgedaagd om zelf creatief met technologie om te gaan, maar beschikken vaak niet over geschikte tools.
Ook lukt het vaak niet om ervaringskennis van het informele netwerk (veelal verwanten) te betrekken. Kennis over de behoeften en mogelijkheden is cruciaal voor de inzet van zorgtechnologie voor mensen met EMB. Verwanten kunnen een stem geven aan cliënten, die zelf niet via taal kunnen communiceren, maar dit gebeurt nauwelijks. Terwijl samenwerking met verwanten de afgelopen jaren alleen maar urgenter geworden is door de uitdagingen op de arbeidsmarkt. Alleen al in de gehandicaptenzorg is een tekort van bijna 7.000 arbeidsplaatsen.
Doel onderzoek
Met de studie wilden de onderzoekers de beperkte inzet van zorgtechnologie en samenwerking doorbreken. Twee jaar lang werkten ze met 27 deelnemers op 7 woningen samen. Het resultaat is de methode Helpende Hand, om zorgverleners te helpen optimaal samen te werken met verwanten en samen zorgtechnologie betekenisvol in te zetten. Zo worden zij aan de hand van vragen uitgedaagd om zelf creatieve oplossingen te verzinnen.
In stap 1 (zie ook afbeelding) wordt de persoon met EMB zo precies mogelijk beschreven, inclusief zijn of haar netwerk, interesses en behoeften. Daarna wordt in stap 2 op basis van vragen en schema’s het doel bepaald.
Bij stap drie wordt een zo concreet mogelijk plan opgesteld inclusief de taakverdeling en uitvoering. Tot slot vindt verdere afstemming van het product plaats in stap 4, en wordt gevalueerd en vooruit gekeken in stap 5.
Co-design benadering Helpende-Handmethode
Iedere stap in de Helpende-Handmethode is ontwikkeld met begeleiders, verwanten, cliënten, innovatiemedewerkers, fabrikanten en belangenorganisaties. Zo sluit de methode goed aan bij de praktijk, met meer kans op succes. Het hanteren van deze principes tijdens de methodiekontwikkeling was wel een uitdaging, merkten de onderzoekers.
Om de stem van cliënten zo goed mogelijk te laten horen, werkten ze met ‘proxies’ - zorgverleners en verwanten die via zichzelf een stem geven aan de cliënt. Dankzij de co-design aanpak konden de belanghebbenden complexe principes toegankelijk en begrijpelijk vertalen naar de praktijk. De methodiek is daarmee afgestemd op basis van daadwerkelijke behoeften.
De deelnemers aan het onderzoek zijn zeer te spreken over het eindresultaat. Volgens hen draagt Helpende Hand bij aan meer kwaliteit van bestaan van de persoon met EMB, meer werkplezier, een betere samenwerking en waardevolle inzichten voor bedrijven. Verschillende deelnemers noemen de methodiek ‘een uitvinding’.
Lees het hele artikel over de Helpende-handmethode in ICT&health 4, die op 24 augustus verschenen is.