‘Technologie moet ondersteunend zijn. En innovatie moet geen doel op zich zijn.’ Met die tekst gooide Jet Bussemaker meteen de knuppel in het hoenderhok tijdens het congres van ICT&health 2023. Ze pleit namens de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving voor meer oog voor verschillen tussen burgers en vindt dat innovaties het beste bottom-up tot stand kunnen komen. ‘Er is gemeenschappelijke innovatiekracht nodig en daar zou een missie-gedreven aanpak goed bij kunnen helpen.’
Jet Bussemaker was van 2012 tot 2017 minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Sinds 2019 is ze voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Op het congres van ICT&health op 30 januari 2023 pleit ze hartstochtelijk voor sociale innovatie, die volgens haar nodig is om technologische innovatie te laten lukken.
‘We hebben een te groot geloof in technische oplossingen’, laat ze weten. ‘Een te smalle blik op zorg is onwenselijk, innovaties moeten allereerst iets oplossen voor burgers en de zorgprofessionals verder helpen. Gezondheidsverschillen pak je niet aan met alleen techniek, het gaat meer om de vraag hoe je sociale innovatie vorm kan geven, bijvoorbeeld in het sociaal domein.’
Meer praten over gezondheid
Ze vindt ook dat het in Nederland meer over gezondheid zou moeten gaan in plaats van over zorg. Ze signaleert in Nederland heel veel maatschappelijke problemen zoals slechte huisvesting in vochtige woningen, schuldenproblematiek, relatieproblemen, verslaving en bestaansonzekerheid. ‘Een slechte woning of geen woning geeft mensen enorme stress en dat veroorzaakt direct weer gezondheidsproblemen.’
Technologische blik is te smal
Een te smalle technologische blik voldoet dus absoluut niet. Bussemaker geeft enkele schrijnende voorbeelden van jonge mensen die vastlopen in de maatschappij en daardoor heel veel zorg nodig hebben. Technologie of innovaties lossen de oorzaak van hun problemen zoals het niet krijgen van een baan of wonen in een ongezonde woning niet op. Daarvoor is eerst sociale innovatie nodig.
‘Innovatie vraagt allereerst om oog voor complexiteit en collectieve verantwoordelijkheid’, stelt Bussemaker. ‘Het heeft bijvoorbeeld geen zin om een digibeet de nieuwste technische snufjes te geven en iemand die verslaafd is blijft opnieuw en opnieuw zorg vragen. Het is belangrijk dat je mensen kunt helpen met ondersteuning die wél op hun behoeften aansluit.’
Lifestyle interventie
Een mooi voorbeeld is het aanbieden van lifestyle apps of andere coaching in minder welvarende wijken. In de praktijk slaat dat lang niet altijd aan. Bijvoorbeeld omdat mensen vinden dat ze inmiddels wel genoeg gecoacht zijn geworden. Ze willen het zélf doen en komen ook met goede ideeën.
In een onderzochte wijk wilden mensen bijvoorbeeld graag een kookclubje oprichten waar ze van elkaar leren hoe je goede gezonde maaltijden bereidt. Een uitstekend idee natuurlijk dat ook nog eens niet duur is om te realiseren. Maar er moet dan wel een potje met geld voor beschikbaar zijn… Kortom: samen met betrokkenen bottom-up oplossingen vinden, zoals ook gedaan wordt bij citizens science, biedt mogelijkheden om bruikbare innovaties met of zonder technologie te realiseren.
Bussemaker: ga kansenongelijkheid te lijf
Een essentiële vraag die Bussemaker aan de orde stelt, is hoe innovatie gezondheidsongelijkheid en kansenongelijkheid op een goede manier kan ondersteunen. Anders denken is daar in de eerste plaats voor nodig. De voormalig minister wijst bijvoorbeeld op het vernieuwende initiatief Garage 2020. Deze organisatie ontwerpt oplossingen voor concrete problemen, die kinderen, jongeren en hun omgeving ervaren. Dat gebeurt vanuit verschillende expertises, in nauwe samenwerking met andere organisaties én met de mensen waar het om gaat.
Een ander sterk voorbeeld van een radicale innovatie is ADDO. De oorsprong van ‘Anders denken, doen en organiseren’ ligt in de Osse wijk Ruwaard met ruim 13.000 inwoners. Daar experimenteren ze al sinds 2016 onder de naam ‘Proeftuin Ruwaard’. De resultaten in deze wijk zijn goed: wijkbewoners ervaren tegen lagere kosten een betere (positieve) gezondheid. Inwoners zijn blij, beroepskrachten zijn blij en het budget blijft gelijk. Het gaat om mooie ingrijpende innovaties die gericht werken aan het oplossen van problemen. Technologie kan daar eventueel op een bepaald moment ondersteunend bij zijn.
Pleidooi voor missie-gedreven werken
Tot slot van haar presentatie pleit Jet Bussemaker voor missie-gedreven werken. Er zijn inspirerende missies nodig om de grote uitdagingen waar de zorg voor staat tegemoet te treden. De missies in het topsectorenbeleid zijn bijvoorbeeld interessant, want het gaat hier om maatschappelijke en sociale missies. Bijvoorbeeld dat in 2040 alle Nederlanders minstens 5 jaar langer in goede gezondheid leven. Bussemaker denkt dat we nog meer van die goed omschreven missies nodig hebben en dat zo’n missie-gedreven aanpak zeer goed werkt.’