Leren van andere landen en sectoren: afkijken mag

ma 3 juli 2023 - 12:00
nurse having conversation with old man nursing home
Standaarden
Blog

Koop je een kinderstoel, dan is het fijn dat je zeker weet dat hij in je auto past en veilig is. Ook is het prettig dat, wanneer je iemand de hand schudt, jullie allebei automatisch je rechterhand uitsteken. Wie herinnert zich niet de ongemakkelijke ontmoetingen tijdens de coronaperiode: doe je een ‘elleboog’, een boks, of blijf je gewoon ietwat ongemakkelijk op een afstandje staan? Zonder dat we in het dagelijks leven doorhebben, vereenvoudigt standaardisatie ons dagelijks leven enorm. En dat geldt ook voor het zorgveld.

Wat maakt het nou dat een standaard daarin succesvol of niet succesvol landt? En daaropvolgend: op welke wijze zouden wij de producten van standaardeninstituut Nictiz moeten ontwikkelen, beheren of aansluiten op het veld zodat deze de grootste adoptiegraad hebben in de praktijk? Deze vragen spelen niet alleen bij ons, maar ook in andere landen en sectoren. Mogelijk zijn daar dus al eerder oplossingen voor ontwikkeld. Met de uitdaging zoals in het Integraal Zorgakkoord (IZA) benoemd, om te versnellen in het bereiken van databeschikbaarheid, lijkt het dan ook logisch om meer te gaan spieken bij en leren van de buren. En trots te zijn op het ‘kopiëren’ van goede oplossingen.

Leren van elkaars successen

Al is kopiëren niet helemaal het goede woord. Want iedereen heeft een eigen historie en erfenis van eerder gemaakte keuzes en heeft tegelijkertijd ook leergeld betaald. Hoe mooi is het als we van elkaars successen kunnen leren, maar daaraan onze eigen twist kunnen geven zodat het passend is op ons gezondheidsinformatiestelsel op weg naar databeschikbaarheid.

Als Nederland hebben we ambitieuze plannen voor de gezondheidszorg gedefinieerd. Het IZA bevat een verscheidenheid aan doelen met betrekking tot de gezondheidszorg die we voor 2035 moeten behalen. Hier zit ook een grote digitaliseringsopgave aan vast, om echt te kunnen komen tot passende hybride zorg.

In Nederland hopen we daar met behulp van de wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) versnelling in aan te kunnen brengen. Daarnaast komt er ook vanuit Europa wetgeving die bepaalt dat onze gezondheidsdata in heel Europa beschikbaar moet zijn op termijn. Dit betreft zowel primair als secundair gebruik van gezondheidsdata.

Niet klaar voor de toekomst

In een rapport van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) werd begin 2022 al aangegeven dat ons informatiestelsel niet fit for the future is. De shift die we moeten maken van een stelsel van gezondheidsinformatie in silo’s naar een stelsel van databeschikbaarheid, biedt ons kansen het gezondheidsinformatiestelsel zodanig in te richten dat het toekomstbestendig is. Dit gaat ook verder dan alleen de zorg, zo beschrijft het rapport. Het betreft ook informatie uit het sociaal domein zoals gemeentes of scholen.

Moeten we dan op nul beginnen en alles zelf uitvinden? Zeker niet. In Europa staan alle landen voor de uitdaging om de voorstellen vanuit de Europese Commissie, zoals de European Health Data Space, de komende jaren te implementeren. Alle lidstaten staan hierbij voor dezelfde uitdagingen om hun nationale standaarden aan te laten sluiten op internationale standaarden.

Door gezamenlijk op te trekken, kunnen we verder komen. Het ene land doet dit met strikte wet- en regelgeving en regie vanuit de overheid. Het andere door middel van veel vertrouwen, marktwerking en mogelijk ook een heel ander zorgstelsel met andere publieke waarden zoals privacy. Met veel respect en een beetje jaloezie kijken we in Nederland hoe de Scandinavische landen al veel op orde hebben en op de troepen vooruit lopen. Maar ook zij staan voor uitdagingen de komende jaren om te blijven doorontwikkelen en klaar te stomen voor de komst van de EHDS.

Voorbeelden uit andere sectoren

Ook buiten de gezondheidszorg valt op het gebied van digitalisering en informatievoorziening veel te leren. Bijvoorbeeld van de financiële sector. Die heeft tien jaar terug al een enorme internationale digitaliseringsslag gemaakt. Die ontstond door de behoefte voor het verlagen van de transactiekosten voor het overmaken van geld. Daarom kunnen consumenten nu kosteloos geld overmaken binnen Europa. Landen zijn vrij om lokale oplossingen te maken die daarop aansluiten.

In de onderwijssector worstelden partijen met het correct koppelen van data aan studenten. Veroorzaakt doordat een extra ID werd aangemaakt zodra een onderwijsdeelnemer bij een andere onderwijsinstelling onderwijs volgde. Om de extra administratielasten te verlagen, wordt alle data van onderwijsdeelnemers niet bij de onderwijsinstelling maar bij de deelnemer opgeslagen. Zo worden zij eigenaar van hun eigen data en kunnen zij daarop regie voeren.

Dus wanneer we het hebben over het verplicht stellen van API’s zoals in de Wegiz, dan kunnen we een voorbeeld nemen aan de op dat vlak vergelijkbare PSD2 (Payment Services Directive) in de financiële sector en hoeven wij het daarvoor betaalde leergeld niet opnieuw uit te geven. Kortom de lessons learned uit andere landen en sectoren kunnen we in Nederland goed gebruiken om inspiratie uit te halen en onze uitdagingen om te vormen naar oplossingen.

Over NicTALK

Wat kan de zorg leren van andere landen en andere sectoren? In Europa zijn veel verschillende aanpakken te zien, net als in de financiële en onderwijssectoren. Welke elementen hiervan kunnen we overnemen voor de zorg en welk ‘leergeld’ hoeven we niet zelf te betalen? Jule van Voorthuijsen en Zain Ishfaq (Nictiz) vertellen Sabine Uitslag tijdens NicTALK over de onderzoekservaringen en adviezen op dit gebied.

https://open.spotify.com/episode/6aC7gu3X2Bdb7Pbakaa045?si=QPzwbnNgSyylCJzsvw755A

NicTALK is de podcastserie van Nictiz over digitale informatie-uitwisseling in de zorg. Gespreksleider Sabine Uitslag bespreekt in elke aflevering een vraagstuk met experts van Nictiz. In het tweede seizoen gaat Nictiz dieper in op de Nationale visie en strategie op het gezondheidsinformatiestelsel en waar we komende jaren samen naartoe werken.

Door innovation partner