Nivel: slimme zorg thuis vergt kleinschalig begin en delen successen

di 12 november 2019 - 11:00
Female Neighbor Showing Senior Woman How To Use Digital Tablet
Onderzoek
Nieuws

Bij het innoveren met slimme zorg thuis, zorg op afstand of zelfzorg, is het van belang om kleinschalig te beginnen: met een enthousiast team dat doelgericht werkt aan een oplossing voor het ervaren zorgprobleem. Bij opschaling is het van belang om successen te delen. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit Nivel-onderzoek naar de ervaringen van ‘voorlopers’ wat betreft het inzetten van slimme zorg thuis voor mensen met hartfalen of COPD.

Een groeiend aantal ziekenhuizen zet slimme zorg / e-health toepassingen in bij chronische aandoeningen zoals hartfalen, COPD of IBD (darmziekten). Steeds meer zorgverzekeraars vergoeden dergelijke initiatieven ook op opschalen te bevorderen, zo stelt directeur Petra van Holst van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in een nog te verschijnen interview in ICT&health 6 (december).

Van Holst stelt dat telemonitoring, regelmatig digitaal contact met zorgverleners en zelfzorg via e-health toepassingen de zorg in Nederland toegankelijk en betaalbaar kan houden en een deeloplossing biedt voor het tekort aan zorgpersoneel. Die conclusie wordt gedeeld door e-health instituut Nivel.

Drie vormen slimme zorg

Aan het bovengenoemde onderzoek van Nivel namen vijf ‘voorlopende’ ziekenhuisafdelingen Longgeneeskunde of Cardiologie deel. De vormen van slimme zorg thuis die zij leveren, vallen uiteen in:

  • Zelfmetingsinstrumenten , zoals een ziektelastmeter en sensoren die lichaamsfuncties meten.
  • ‘Beeldbellen’ – onder meer ter vervanging van consulten in het ziekenhuis.
  • Het bieden van ziekenhuiszorg aan huis.

Deze vormen van slimme zorg thuis worden bij de deelnemende afdelingen momenteel ingezet bij 5 tot 20 procent van de groep mensen met COPD of hartfalen, veelal de ‘zorgzware’ patiënten.

Volgens de voorlopers hebben hun patiënten baat bij de nieuwe zorgvorm: ze voelen zich meer betrokken bij de behandeling en de laagdrempeligheid van de zorgvorm geeft hen een veilig gevoel. De voorlopers spreken dan ook de verwachting en de ambitie uit dat slimme zorg thuis de komende jaren sterk toeneemt op hun afdeling en mogelijk ook voor andere doelgroepen gaat worden ingezet.

Kleinschalige pilots

Het Nivel onderzocht de implementatie van de slimme-zorg-innovaties. Deze waren kleinschalig opgezet in de vorm van een pilot en werden telkens geëvalueerd en bijgesteld. De aan het onderzoek deelnemende ziekenhuisafdelingen benadrukken dat de nieuwe manier van zorg leveren pas moet worden opgeschaald, wanneer de resultaten uit de pilot écht bijdragen aan het gestelde doel.

Verder geven zij aan dat een goede samenwerking – met een team dat écht in de innovatie gelooft – cruciaal is. Belangrijk hierbij is het delen van successen: ‘Als dokters zien dat patiënten baat hebben bij een nieuw project, dan gaat het vliegen.’

Hobbels bij slimme zorg

De ‘voorlopers´ zijn ervan overtuigd dat ze met de slimme-zorg-innovaties betere zorg leveren, maar geven ook aan dat er nog hobbels zijn. Het proces van innoveren kost veel tijd én doorzettingsvermogen. Dit laatste is met name nodig bij het omgaan met barrières op ICT-gebied; het ontwikkelen van veilige en stabiele online systemen bleek een heikel punt.

Voor opschaling van slimme zorg thuis is het noodzakelijk om vergoedingssystemen anders in te richten. Nivel noemt dit een gezamenlijke opgave voor de politiek en voor grote investeerders, zoals zorgverzekeraars, in het stimuleren en faciliteren van verdere groei. ZN stelde recent in een brief aan Tweede Kamer en minister Bruno Bruins (Medische Zorg) dat er meer focus moet op financiële prikkels voor preventie en monitoring in plaats van ‘productie’.

Veranderingen in de manier waarop zorg wordt verleend, moeten samengaan met daarbij passende manieren van financiering, aldus het Nivel nu. Het initiatief en de uitvoering van de verdere groei van slimme zorg thuis zou moeten komen van enthousiaste professionals die in de praktijk werkzaam zijn. Daarom is het van belang dat deze professionals in gesprek blijven met zorgverzekeraars, politiek en andere investeerders.

Onderzoek naar e-health

Validatie-instituut NeLL en Long Alliantie Nederland (LAN) concludeerden in september dat op COPD gerichte e-health toepassingen en -platforms positieve elementen bevatten, maar ook dat er nog onvoldoende bewijs voor effectiviteit was. Zij hadden daartoe ruim 40 toepassingen en -platforms voor COPD-patiënten onderzocht. De pilotstudies en aantallen deelnemers aan de diverse toepassingen zijn vaak nog te klein om echt bewijs te leveren, zo stelden de betrokken partijen.

Afgelopen juni kwam Zorginstituut Nederland met een aantal door derde partijen uitgevoerde studies naar onder meer de effectiviteit en beschikbaarheid van e-health toepassingen voor COPD-patiënten. In de publicaties wordt onder meer ingegaan op onderzoek naar de bijdrage van e-health aan therapietrouw en het nut van digitale toepassingen in de COPD-zorg.

Uit een systematische review van de VU Amsterdam en de Radboud Universiteit Nijmegen bleek dat het gebruik van e-health de adherentie aan medicatie en lichamelijke oefeningen kan verbeteren, maar de omstandigheden waaronder zijn nog onduidelijk.

Het Leids Universitair Centrum (LUMC) voerde in samenwerking met eerdergenoemde Long Alliantie Nederland (LAN) een inventariserend onderzoek uit naar het gebruik van e-health instrumenten, technologieën en applicaties in de Nederlandse COPD-zorg. Het betrof 15 zorgprogramma’s en patiëntenplatforms gevonden waarbij e-health wordt toegepast, 17 (zelf-)zorg ondersteunende en/of informatieve websites en 18 mobiele apps voor burgers en patiënten.

Verschillende pilotstudies toonden positieve effecten op verbetering van kwaliteit van leven of vermindering van ziekenhuisopnamen. Er is op dit moment nog onvoldoende evidence van hoge kwaliteit om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van e-health op lange termijn in de hele populatie COPD-patiënten, zo concludeerde de studie.