De nieuwe VIPP-regeling voor medisch-specialistische zorg (VIPP 5) is officieel van kracht geworden na de publicatie van de regeling in de Staatscourant. VIPP 5 is de opvolger van VIPP 1 en 2 voor ziekenhuizen en specialistische zorgaanbieders. Dit waren de eerste stimuleringsregelingen om open, gestandaardiseerde informatie-uitwisseling tussen zorginformatiesystemen sneller ingevoerd te krijgen.
Eerder deze week maakte minister Bruins (Medische Zorg) al bekend dat er 75 miljoen euro voor VIPP 5 beschikbaar wordt gesteld. Ook bij deze regeling blijven de belangrijkste uitgangspunten de uitwisseling van medische gegevens tussen instellingen en uitwisseling met persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) van burgers. Een PGO is een website of app, waarin een patiënt medische gegevens kan beheren en verzamelen en deze ook kan delen met anderen.
Officieel moet vanaf juli dit jaar elke patiënt digitaal inzage kunnen krijgen in al zijn of haar medische gegevens bij elke zorgaanbieder. Het is echter de vraag of deze datum gehaald gaat worden door alle zorgaanbieders.
Onderlinge uitwisseling gegevens
Waar VIPP 1 en 2 zich voornamelijk hebben gericht op de uitwisseling tussen patiënt en professional, gaat hun opvolger een stap verder. Het programma gaat zich richten op het uitwisselen van medische gegevens tussen instellingen onderling. Dit moet het daadwerkelijk hergebruik van informatie stimuleren, waarbij eenmalig vastleggen (aan de bron) en meervoudig gebruik het uitgangspunt is.
Dit uitgangspunt betekent dat een arts of andere zorgprofessional de informatie niet meer hoeft over te typen, wat extra tijd kost en fouten tot gevolg kan hebben. Het houdt ook in dat de patiënt niet bij elke zorgverlener hetzelfde verhaal hoeft te vertellen. Ook voor andere sectoren binnen de zorg zijn er de afgelopen jaren stimuleringsregelingen van start gegaan, zoals OPEN (eerste lijn), InZicht (langdurige zorg), VIPP GGZ.
Basis uitwisseling data instelling-patiënt
VIPP 5 legt daarnaast de basis voor gestandaardiseerde digitale informatie-uitwisseling tussen een instelling en de patiënt via een PGO. Hiervoor loopt ook al enige jaren het MedMij-programma. Een groeiend aantal PGO's en enkele systemen van IT-leveranciers zijn inmiddels MedMij-gecertificeerd. Dit betekent dat de software voldoet aan de MedMij-afspraken over open, veilige informatie-uitwisseling.
In het huidige hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg is opgenomen dat VIPP 5 zich specifiek richt op het realiseren van aansluiting bij het afsprakenstelsel van MedMij. Deze aansluiting moet garanderen dat de patiënt op een veilige manier over zijn medische gegevens kan beschikken in een PGO.
Om de regeling meer kracht bij te zetten, trekken brancheorganisaties NFU, NVZ en ZKN gezamenlijk op binnen de regeling om de leden te ondersteunen bij de implementatie van de doelstellingen. De ondersteuning bestaat vooral uit monitoring, kennisuitwisseling, handvatten voor implementatie, leveranciersmanagement en het borgen van de aansluiting op de andere landelijke VIPP-programma’s die raakvlakken hebben met de doelstellingen.
Drie modules VIPP 5
De VIPP 5 regeling is opgebouwd uit drie modules, waarvan A1 en A3 verplicht zijn:
- Module A1: Digitale informatie-uitwisseling met PGO.
- Module A2: Informatie-uitwisseling met PGO en patiënt kan informatie terugzenden richting instelling vanuit PGO (tweerichtingsverkeer).
- Module A3: Digitale informatie-uitwisseling tussen instellingen