Leefstijlmonitoring heeft een duidelijke meerwaarde leefstijlmonitoring voor cliënten, hun mantelzorgers en zorgprofessionals. Dat stelt kennisinstituut Vilans in een whitepaper dat inzicht moet bieden in toepassingen en nut van het monitoren van leefpatronen van bijvoorbeeld thuiswonende senioren met dementie.
Leefstijlmonitoring wordt steeds vaker gebruikt bij ouderen die alleen wonen, omdat het fijn is om deze groep in de gaten te kunnen houden. Recent nog brachten
KPN en de gemeente Helmond naar buiten dat zij in een pilot met leefstijlmonitoring en persoonsalarmering uitzoeken wat de beste methode is om ouderen met dementie langer zelfstandig te laten wonen. CZ investeert het komende jaar voor dezelfde redenen in de uitrol van leefstijlmonitoringsystemen.
Leefstijlmonitoring geeft informatie over het dagelijkse leefpatroon van een cliënt door een netwerk van bewegingssensoren op veelgebruikte plekken in de woning, zo schrijft Vilans. De sensoren halen informatie op die naar een computer wordt gestuurd. Vervolgens kan een mantelzorger of zorgmedewerker deze informatie lezen.
Meerwaarde bij verstandelijke beperking
Van 2015 tot 2017 onderzocht Vilans de ervaringen bij gebruik van leefstijlmonitoring. Daarvoor zet de organisatie het in bij thuiswonende mensen met dementie en bij mensen met een verstandelijke beperking. Uit een praktische verkenning in 2016 naar de meerwaarde van leefstijlmonitoring voor mensen met een verstandelijke beperking bleek dat leefstijlmonitoring ondersteuning biedt in de afweging of mensen met een verstandelijke beperking zelfstandig kunnen wonen en bij het bepalen wat daarvoor nodig is.
De onderzoeken zijn uitgevoerd met het Livind-systeem en het Sensara-systeem, twee pioniers op het gebied van leefstijlmonitoring. Een andere aanbieder is FocusCura met cAlarm en Philips met het Amerikaanse CareSensus-platform.
De meeste gebruikers vinden leefstijlmonitoring een goed hulpmiddel om een cliënt in de gaten te houden, zonder daarbij te veel van hem te weten, zoals het geval zou zijn bij bijvoorbeeld camera’s. Veel mantelzorgers van mensen met dementie vonden de ondersteuning die leefstijlmonitoring biedt prettig. De informatie kon hun geruststellen en liet ook zien of iemand nog alleen kon wonen of niet.
Zonder camera’s toch inzicht
De
whitepaper bevat veel waarnemingen van mantelzorgers en zorgprofessionals. Zo zegt Martie Boersma, beleidsadviseur van ZuidOostZorg: “Zonder inzet van camera’s, met respect voor privacy van de bewoner, toch inzicht in het actuele leefpatroon van de alleenwonende. Betrokkenen stemmen op deze manier samen beter af welke zorg wordt ingezet. Je creëert gezamenlijke betrokkenheid op basis van objectieve informatie.”
Niet altijd geschikt
Leefstijlmonitoring is overigens niet voor alle situaties geschikt, zo lijkt uit de onderzoeksresultaten. In de whitepaper leest u wanneer leefstijlmonitoring wel en beter niet ingezet kan worden. Zo kan leefstijlmonitoring tot op heden niet ingezet worden voor alarmering en onrust in bed. Hiervoor zal personenalarmering en toezichthoudende domotica ingezet moeten worden, onder andere Video Bewaking 3e generatie (VB3) en Sensorische Bewaking 3e generatie (SB3) of een bedmat gekoppeld aan leefstijlmonitoring.
De whitepaper is onderdeel van het project ‘Langer Zelfstandig Verantwoord Wonen’. Dit project kwam tot stand, doordat Vilans aan zorgprofessionals heeft gevraagd wat hun ideeën voor 2017 waren. Een manier van werken die ‘Samen programmeren en innoveren’ heet.