Digitale innovatie wordt vaak geopperd als mogelijke oplossing voor diverse problemen in het ziekenhuislandschap. Deze vorm van vernieuwing bepaalt ook in toenemende mate de zorg van nu én van de toekomst. Dit geldt zowel voor het medisch handelen van specialisten als voor de organisatie van zorg. Dit heeft dan ook uiteenlopende gevolgen voor betrokkenen zoals patiënten, zorgverleners en andere medewerkers. Door COVID-19 moesten we van de een op de andere dag gepaste afstand van elkaar houden. Dit zorgde ervoor dat de opkomst van videoconsultaties versnelde. Dit heeft ook plaatsgevonden bij het Rijnstate in Arnhem, waarbij videobellen bij bijna alle medisch-specialismen versneld werd ingevoerd. Maar wat komt er nou allemaal kijken bij de door iedereen met de mond beleden als gewenste, maar in praktijk vaak lastiger digitalisering van de zorg?
De Universiteit Twente (UT) heeft samen met het Rijnstate ziekenhuis (Arnhem) onderzoek gedaan (zie ook kader pagina 43 in het fysieke magazine) naar de versnelde invoering van videobellen, om te achterhalen welke aspecten dit proces bevorderen of belemmeren en wat de effecten zijn van het gebruik van videobellen. Kenmerkend aan dit onderzoek is het onderscheid tussen verschillende stakeholders en tussen medische specialismen. Ook is rekening gehouden met patiëntkarakteristieken.
Resultaten vanuit professionals
Bij de invoering van innovaties kunnen professionals tegen verschillende hordes aanlopen. Zo blijkt uit interviews dat er onbekendheden kunnen zijn over de nieuwe manier van werken. Ook kan men onzekerheden hebben over de kwaliteit van zorg of zelfs dat de innovatie de professionaliteit mogelijk aantast. Dit zijn allemaal zaken die tijd en moeite kosten om uit te zoeken, tijd die er soms in een crisis niet is.
Een aantal aspecten kan echter een leidraad bieden om deze invoering efficiënter in te richten. Zo blijkt het cruciaal te zijn om richtlijnen en afspraken per afdeling op te stellen. Daarin wordt onder andere gedefinieerd wie de optie voor videoconsultatie communiceert met de patiënt en wanneer deze communicatie plaatsvindt.
Daarnaast blijken technische problemen van verschillende aard vaker aanwezig dan gedacht. Een instabiele internetverbinding, onaangekondigde updates en niet overeenkomende inlogcodes zijn voorbeelden. Het creëren van meer bekendheid over de mogelijkheden van videoconsultatie binnen de organisatie en het bieden van ondersteuning aan de eindgebruiker resulteert in een efficiëntere en effectievere implementatie.
Onderscheid in bruikbaarheid
Verder blijkt uit de interviews dat de bruikbaarheid van videoconsultatie afhangt van de aard en ernst van de medische conditie. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen fysieke en mentale impact van de medische conditie en moet de vraag worden gesteld of het wenselijk is om het consult fysiek of via videobellen te laten plaatsvinden. Een klassiek voorbeeld is de mate van wenselijkheid om videoconsultaties in te zetten voor slechtnieuwsgesprekken.
Een onderscheid bij de aard van de medische conditie kan gemaakt worden tussen bijvoor- beeld de afdeling kindergeneeskunde en de afdeling geriatrie. Kinderen en jeugdigen zijn meestal meer gewend aan het gebruik van smartphones en applicaties dan ouderen. Een voorbeeld bij de ernst van medische conditie kan gemaakt worden in de plastische chirurgie. Zo kan videobellen zeer geschikt zijn bij de beoordeling van kleine moedervlekken maar minder geschikt als het over seksualiteit gaat, wat mogelijk een grotere impact heeft op de patiënt.
Doel en onderwerp videoconsult
De bruikbaarheid van videoconsultaties is ook afhankelijk van het doel en onderwerp van het consult. Zo kan videobellen een goed middel zijn voor een regulier updategesprek maar minder voor het stellen van diagnoses of een verandering van medicaties, aangezien de interactie via een scherm meestal minder is dan een face-to-face gesprek.
Ook bedrijfskundige aspecten zoals efficiëntie en kostenbesparingen kwamen aan de orde tijdens de interviews. Zo duurt een gemiddeld videoconsult vaak korter dan een fysiek consult. De totale duur van een videoconsult, inclusief zaken als het ophalen en terugbrengen van de iPad en het maken van de verbinding, is vaak langer dan van een fysiek consult. Het efficiënt inrichten van videoconsultaties in de dagelijkse praktijk blijkt dus nog een aantal haken en ogen te hebben. Van kostenbesparing is niet zomaar sprake.