Florian van Hunnik en Erica Stoer: ‘Crisis drijvende kracht achter innovatie’

wo 26 augustus 2020
Florian van Hunnik en Erica Stoer:  ‘Crisis drijvende kracht achter innovatie’
Innovatie
Premium

Corona zette Nederland en zeker ook de gezondheidszorg op zijn kop. Er moest hard worden gewerkt onder unieke omstandigheden. Maar een crisis is ook bij uitstek het moment om te innoveren. Aan de hand van enkele voorbeelden uit onze praktijk laten we zien hoe dat in zijn werk ging en hoe het volgens ons verder moet.

In het WZA (Wilhelmina Ziekenhuis Assen, red.) zijn we ruim een jaar geleden gestart met het op afstand zorg verlenen aan patiënten met hartfalen met behulp van een Luscii-toepassing. We bemerkten dat de zorg op de hartfalenpolikliniek niet heeft stil gestaan tijdens de coronaperiode, integendeel. De digitalisering heeft de hartfalenpoli vloeiender door de coronaperiode geholpen. Wel bemerkten we direct het eenzaamheidsvirus onder de ouderen: de beeldbelcontacten werden langer.

In het OLVG zijn tijdens de coronaperiode in korte tijd vier afdelingen opgetuigd ten behoeve van de coronapatiënt. Iedere week kwam er een afdeling bij om de groei van patiënten de baas te kunnen. Na 3-4 weken kwam er een stabiele fase en meer tijd om weer met een digitaliserings-/innovatieblik te kijken. Verpleegkundigen merkten al snel dat de coronapatiënten vaak instabiel zijn en snel kunnen verslechteren. Hun vitale functies intensief in de gaten houden was door alle isolatiemaatregelen echter lastig.

Daarop is met hulp van Philips een slimme pleister geïmplementeerd. Deze biosensor meet de ademhalingsfrequentie, hartfrequentie en houding iedere minuut. Zodra gedurende 20 minuten een significante verslechtering optreedt, signaleert een computerprogramma dat en geeft een waarschuwing. De pleister werd gecombineerd met controleapparatuur die de andere vitale functies direct naar het EPD verstuurt. Met de inzet van deze technologie werden verpleegkundigen optimaal ondersteund om goede, veilige zorg te bieden in zware omstandigheden.

Zomaar twee voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Daar waar dergelijke innovaties en investeringen normaal uitvoerige plannen en business cases vraagt, gaf corona nu ‘een zetje’ om de vervolgstappen te zetten. Er konden geïnnoveerd en geleerd worden, vanuit het oplossen van problemen. Het was een bevrijding om die vrijheid te benutten.

Wat wil je behouden?
Zowel in de organisatie van zorg als op het gebied van innovatie/technologie stond de coronacrisis in het teken van twee dingen:

• Bewegingen beperken, dus mensen vooral thuis laten zijn en videobellen.
• In de kliniek meer op schaarste/capaciteit inzetten. Een manier om met schaarste om te gaan, was om anders opgeleid personeel in te zetten op bijvoorbeeld een IC. Daarbij werden de grenzen soms opgezocht. In de coronaperiode werd het ook ineens goed bevonden dat deze grenzen werden opgezocht.

Voor allerlei aandoeningen zijn verschillende soorten apps. Uniforme tools zijn wenselijk, maar wel met het idee dat zij breed ingezet kunnen worden voor verschillende aandoeningen. Generieke vragenlijsten inzetten met de bedoeling dat het helpt om de standaardvragen niet meer te hoeven stellen in spreekkamer, waardoor je meer tijd heb voor de belangrijke vragen van de patiënt. Dit past eveneens bij de toekomst, waarbij de patiënt zich beter kan voorbereiden op het gesprek en de schaarse tijd in de spreekkamer goed wordt benut. Je merkt dat het allemaal tijdsintensief is om het technisch te realiseren. Er gaat veel capaciteit inzitten van iedereen.