Stel leefstijlprofiel vast met chemische sporen smartphone

do 15 december 2016
Stel leefstijlprofiel vast met chemische sporen smartphone
Data

Dataverzameling voor medische wetenschappelijk onderzoek met behulp van smartphones staat nog in de kinderschoenen. Veelgehoorde mogelijkheden zijn het invullen van vragenlijsten of testjes via apps, koppeling met data, verzameld met wearables, of het gebruik van GPS- gegevens. Onderzoekers van de University of California zijn een stap verder gegaan en hebben chemische sporen op smartphones gebruikt om het leefstijlprofiel van de eigenaar in kaart te brengen.[1]

Omdat smartphones zoveel mogelijkheden met zich meebrengen, zoals in contact komen met vrienden en familie, spelen van spelletjes en gebruik van internet, worden deze apparaten door de meeste gebruikers meerdere uren per dag gebruikt.[2] Door dit gebruik blijft er een digitaal spoor achter. Ook is er door het frequent vasthouden veel gelegenheid voor het overbrengen van moleculen die op de huid aanwezig zijn. Het individueel analyseren van deze moleculen is onvoldoende om de leefstijl van een persoon te beschrijven. D de complete chemische analyse van het hele pallet aan moleculen dat aanwezig is op de smartphone, kan hier echter wel inzicht in geven. In hun proof-of-principle onderzoek wilden Bouslimani en collega’s bepalen welk pallet aan moleculen aanwezig is op smartphones en evalueren of er associaties zijn tussen dit pallet op de smartphone en op de huid van de gebruikers.[1] Ze gebruikten hiervoor massaspectrometrie in combinatie met computermodellen om zo de chemicaliën op de handen en telefoons van 39 gebruikers te identificeren.

Cosmetica en voeding

De onderzoekers troffen op de smartphones onder andere chemicaliën aan die afkomstig waren van cosmetica, zoals deodorant, lotions en shampoo. Maar ook sporen van geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en voeding werden gebruikt voor het opstellen van een profiel van de individuele leefstijl. De moleculaire patronen die de onderzoekers vonden op de smartphones kwam overeen met die op de handen van de gebruikers. Dit patroon kan zelfs na 4 maanden nog aangetoond worden. Voorbeelden hiervan zijn moleculen uit zonnebrandcrème (gebruiker komt in zonnig gebied en buitenshuis), nicotine (roker of mee-roker) en cafeïne (koffiedrinker). Doordat het bij voorbaat nog niet duidelijk is naar welke moleculen gezocht moet worden, vereist de analyse van de gegevens uit de massospectrometer veel rekenkracht. Zoals de auteurs aangeven zou deze techniek hierdoor nu mondjesmaat ingevoerd kunnen worden binnen forensisch onderzoek. Er liggen echter nog grote uitdagingen in Big Data management en het ontwikkelen van instrumenten voor integreren en interpreteren van de grote datasets. Als hiervoor tools beschikbaar zijn, zou deze techniek wellicht ingevoerd kunnen worden in de wetenschappelijk onderzoek (in plaats van zelfrapportage met vragenlijsten) of patiëntenzorg. In dat laatste geval zou een zorgverlener het moleculaire profiel kunnen gebruiken om objectief te bepalen of de patiënt zich houdt aan het behandelplan en of leefstijladviezen ook daadwerkelijk opgevolgd worden.