Alzheimercentrum Amsterdam, het Amsterdam UMC en de Universiteit van Lund in Zweden hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar de invloed van eiwitten op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Na het bestuderen van PET-hersenscans concluderen onderzoekers nu dat cognitief gezonde mensen die een samenklontering van de eiwitten amyloïde en tau in hun hersenen hebben, binnen enkele jaren te maken kunnen krijgen met milde cognitieve storingen en zelfs dementie.
In onderzoek naar het ontstaan van de ziekte van Alzheimer zijn onderzoekers sinds enkele jaren in staat de eiwitten die deze degeneratieve hersenziekte veroorzaken middels PET-hersenscans zichtbaar maken. Onderzoeker Rik Ossenkoppele en collega’s hebben de scan data verzameld van 1.325 individuen die deelgenomen hebben aan internationale studies uitgevoerd in Nederland, Zweden, Australië en de Verenigde Staten.
Onderzoek PET-hersenscan
De personen die aan de studies deelnamen werden na de initiële PET-hersenscan gedurende drie jaar jaarlijks aan een neuropsychologisch onderzoek onderworpen. Daarbij werd onder andere het geheugen werd gemeten en onderzocht een neuroloog of de deelnemers symptomen ontwikkelden die passen bij de diagnose milde cognitieve stoornissen of dementie.
Analyse van deze onderzoeken heeft aangetoond dat cognitief gezonde mensen met afwijkende amyloïde- en tau-PET-scans negentien keer meer kans hadden om binnen 3,5 jaar milde cognitieve klachten. De kans om dementie te ontwikkelen was zelfs 42 keer hoger dan bij mensen met een niet-afwijkende PET-hersenscan. De deelnemers werden tijdens de onderzoeken ook onderworpen aan neuropsychologische tests, bijvoorbeeld voor het geheugen. Ook op dat gebied bleken mensen met afwijkende PET-scans veel harder achteruit te gaan.
De resultaten van dit onderzoek zijn van groot belang, zo stellen de onderzoekers. "Het laat zien dat cognitief gezonde mensen met afwijkende amyloïde- en tau-PET-scans veel baat zouden kunnen hebben bij toekomstige medicijnen die amyloïde- en tau-stapelingen opruimen. Verder laat het onderzoek zien dat je met deze PET-scans een goede risico-inschatting kunt maken over toekomstige klinische achteruitgang."
Diagnose Alzheimer op basis van eiwitten
Wetenschappers hebben echter nog geen consensus bereikt als het gaat om de rol van amyloïde- en tau- eiwitten. Dat wil zeggen, er zijn wetenschappers die de ziekte van Alzheimer definiëren op basis van deze eiwitten, ongeacht of de patiënt (geheugen)klachten heeft. Andere wetenschappers stellen dat de diagnose Alzheimer pas gesteld mag worden wanneer objectieve cognitieve stoornissen geconstateerd zijn. Zij hechten minder belang aan de aanwezigheid van amyloïde- en tau-eiwitten.