Communicatie en samenwerking tussen de leden van een operatieteam bepalen voor een belangrijk deel of een ingreep goed verloopt. Het gebruik van een black box op de OK kan helpen om dit te verbeteren, blijkt uit promotieonderzoek van Anne-Sophie van Dalen. De black box legt alles vast wat er tijdens de operatie gebeurt, waaronder de medische gegevens van de patiënt. Het device werd zes jaar geleden geïntroduceerd in het Amsterdam UMC (destijds nog locatie AMC).
Twee grote halve bollen aan het plafond – de camera’s – en een langwerpige microfoon zijn de zichtbare elementen van de Black Box. De medische datarecorder registreert beeld en geluid tijdens een ingreep, maar ook gegevens die apparatuur in de OK bijhoudt over de patiënt. Vrijwel alles wordt meegenomen: van het openen van een deur en de bloeddruk van de patiënt tot wat er op de operatiecamera in de buik te zien is, de bewegingen van de teamleden en hun gesprekken.
Nabespreken wat goed en fout ging
Met behulp van software worden de gegevens anoniem gemaakt, gesynchroniseerd en geanalyseerd, waarna het systeem met behulp van algoritmen een rapport produceert die de meest ‘opvallende’ momenten bevat. “Die momenten kijk je met het hele OK-team terug en vervolgens bespreek je ze”, vertelt Van Dalen. “Dat kunnen zaken zijn die niet zo lekker liepen, maar ook dingen die juist wél goed gingen.”
Doel van de Black box is het verbeteren van de zorg op de operatiekamer en daarmee de veiligheid voor de patiënt. Van Dalen was vanaf het begin in 2016 betrokken bij de invoering van de black box (ORBB), die vier jaar lang het onderwerp was van haar onderzoek. Op 18 februari promoveerde ze op de studie. Naar verwachting zullen meer OK’s in Amsterdam UMC een black box krijgen.
Black box niet bedoeld voor ‘afrekenen’
Van Dalen benadrukt dat de ORBB bedoeld is om te leren van wat er goed en fout gaat, niet om mensen op fouten af te rekenen. “We hebben het systeem zó ontworpen dat het voor medewerkers veilig is om de black box te gebruiken. Je kijkt namelijk naar het geheel, niet naar één persoon. De kracht van de ORBB is dat je met zijn allen evalueert wat er precies gebeurt in de OK. Daarvoor is wel een cultuurverandering nodig. Het hele team moet zich veilig voelen om te zeggen wat er niet goed is gegaan. Het is dan ook belangrijk om open te zijn over wat je met die gegevens gaat doen: nadat het rapport is gemaakt, worden de originele data gewist.”
98 procent van de mensen die met het systeem hebben gewerkt - van artsen, verpleegkundigen en anesthesiologen tot co- en operatieassistenten – raadt collega’s aan hun operaties via de ORBB te evalueren. “In de topsport kijk je ook beelden terug”, zegt chirurgiehoogleraar Marlies Schijven, promotor van Van Dalen en medeverantwoordelijk voor het invoeren van de black box. “Opereren is naast topsport, bij uitstek een teamsport. En wie wil er nou niet tot het beste team behoren?“
Betere communicatie, samenwerking
Van Dalen concludeert dat de Black Box zijn waarde vooral heeft bewezen op het vlak van niet-technische vaardigheden, zoals de communicatie en samenwerking tussen de leden van het operatieteam. Alle voorgaande initiatieven om deze vaardigheden te verbeteren, hadden veel minder succes. “Mensen doen regelmatig verkeerde aannames”, vertelt Van Dalen. “Voor een ander denken, zonder bij deze persoon te checken of dat echt is wat hij of zij wil. Welke lamp bedoel je precies als je zegt dat het licht wat feller mag? Duidelijk communiceren blijkt niet altijd makkelijk.”
Of de black box voor minder complicaties zorgt in de OK? Van Dalen heeft dat niet heeft uitgezocht en vindt dat dan ook moeilijk te bepalen. Promoter Schijven zegt hierover: “Gelukkig weten we door de black box wat er echt gebeurt in de OK, en kunnen we zo nodig aanpassingen doen om nog veiligere en betere zorg te leveren met het hele OK-team. Geweldig toch?”