Minister Hugo de Jonge wil liever niet nog meer uitstel geven voor het behalen van deadlines voor digitaliseringsprogramma VIPP. Uit een Kamerbrief waarin hij reageert op vragen over haperende ICT-systemen in de zorg, blijkt dat de deadline voor VIPP module B1 (integreren medicatie-informatie in het EPD) voor zelfstandige klinieken lastig te halen is.
VVD Tweede Kamerleden Rutte Arno en Hermans hadden de minister onder meer gevraagd of er nog signalen waren van knelpunten bij het behalen van VIPP-deadlines, mede na het
uitstel van de deadline van VIPP-module B1 voor ziekenhuizen van 1 juli naar 1 december 2018. Daarop liet De Jonge weten in overleg te zijn met koepelorganisaties NVZ (ziekenhuizen) en ZKN (zelfstandige klinieken over eventuele knelpunten.
Hulp bij knelpunten
Hij geeft aan dat
VWS hulp biedt aan ziekenhuizen en andere instellingen die knelpunten ervaren bij het doorvoeren van maatregelen om deadlines voor versnellingsprogramma’s te halen. Zo heeft ZKN (Zelfstandige Klinieken Nederland) over het VIPP-programma aangegeven dat een enkele ICT-leverancier van de zelfstandige klinieken onvoldoende wilde meewerken om de patiënt gestandaardiseerd over zijn gegevens te laten beschikken of de afspraken over een veilig medicatieproces te implementeren. ‘Om die reden is er een uitstelmogelijkheid geschapen voor klinieken die willen overstappen naar een ICT-leverancier die hen wel helpt bij het realiseren van de VIPP-doelstellingen.’
B1-module VIPP ‘lastig haalbaar’
Ook voor zelfstandige klinieken blijkt de B1-deadline - dat daadwerkelijk per 1 januari 2019 bij 25 procent van de poliklinische patiënten en bij 70 procent van de klinische patiënten een actueel medicatieoverzicht wordt geraadpleegd waarbij de verstrekkingsinformatie van de apotheek geïntegreerd in het elektronisch patiëntendossier wordt weergegeven - lastig haalbaar is.
‘Dit is zowel een technische uitdaging als een grote gedragsverandering voor de betrokken zorgverleners. Wij zijn nog in gesprek over de vraag of er extra actie nodig is, en zo ja, welke. Ik wil niet te snel uitstel geven omdat ik van instellingen daadwerkelijk een extra inspanning verwacht. Uitstel van de deadline betekent dat het nog langer duurt voor de afspraken over een veilig medicatieproces worden geïmplementeerd in de praktijk.’
Geen problemen met deadlines
Minister De Jonge benadrukt uiteindelijk geruststellend in
navolging van minister Bruins te verwachten dat er geen problemen gaan ontstaan met het behalen van de deadlines van versnellingsprogramma’s zoals VIPP-1 in de ziekenhuissector. Eén deadline bleek te uitdagend, daarom is die verschoven naar een – naar verwachting - haalbare deadline (december 2018).
Bruins gaf in september aan het zeer belangrijk te vinden dat ziekenhuizen de deadlines voor de 5 VIPP-modules halen. ‘Om de zorg echt toekomstbestendig en nog veiliger, patiëntgerichter en doelmatiger te maken, is het van belang dat alle ziekenhuizen dezelfde informatie ontsluiten en daarbij dezelfde standaarden gebruiken, zodat de informatie onderling, met de patiënt en met andere zorgverleners gedeeld kan worden.’
Al vele miljoenen subsidie
De Jonge geeft verder in reactie op de vraag over subsidiëring van de versnellingsprogramma’s voor digitale gegevensuitwisseling binnen en tussen zorgaanbieders aan, dat het kabinet hier al vele miljoenen euro’s in stopt in. Om tot versnelling van digitalisering te komen heeft het kabinet budget beschikbaar gesteld voor versnellingsprogramma’s voor informatie-uitwisseling in onder meer ziekenhuizen, ggz, care sector, geboortezorg en huisartsenzorg, schetst de minister.
Instellingen die in dit kader nu subsidie ontvangen, moeten uiterlijk 2020 resultaatsverplichtingen halen. Dat houdt in dat mensen gestandaardiseerd over hun medische gegevens kunnen beschikken, conform de basisgegevensset zorg, dat het actuele medicatie overzicht zowel klinisch als poliklinisch voor behandeling gecontroleerd wordt en dat bij ontslag een geactualiseerd en volledig medicatie-informatie overzicht digitaal wordt meegegeven.
Voormalig VWS-minister Schippers trok vanaf 2017 gedurende drie jaar 35 miljoen euro per jaar uit om VIPP in de ziekenhuissector te ondersteunen – 105 miljoen euro tot en met 2019. Het huidige kabinet heeft daar 75 miljoen euro voor de komende drie jaar aan toegevoegd. Verder kunnen de revalidatiecentra, categorale instellingen en zelfstandige klinieken op 60 miljoen euro rekenen. Ook zijn of komen er nog subsidieregelingen voor vergelijkbare versnellingsprogramma's in de care (InZicht), voor huisartsen (OPEN) en voor de ggz.
Openingsmanifestatie van de e-healthweek 2019
Meer weten over hoe, waarmee en met wie de zorg haar toekomst implementeert? Bezoek dan op 21 januari 2019 de jaarlijkse ICT&health Openingsmanifestatie van de e-healthweek. Entreekaarten zijn gratis, dus wacht niet en meld u snel aan want op is op!