Een toezichthouder heeft de mogelijkheid om onderwerpen onder de aandacht brengen van zorgbestuurders. Daarmee worden belangrijke problemen en oplossingen aangekaart bij de top van de organisatie, waarna de ideeën hierover zich als een olievlek door de organisatie heen verspreiden. En dat is – gezien de huidige uitdagingen in de zorgsector – broodnodig. Digitalisering en technologische oplossingen kunnen mogelijk bijdragen aan de arbeidsmarktproblematiek in de zorg, maar daarvoor moeten ze wel onder de aandacht van de juiste mensen gebracht worden, namelijk bestuurders.
Er zijn te weinig mensen die in de zorg werken, zo bleek uit het rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). In 2040 zal ongeveer een kwart van de werkende bevolking in de zorg moeten werken. Dat is een onmogelijke opgave qua capaciteit, en is ook financieel gezien onhaalbaar. In combinatie met de dubbele vergrijzing die eraan komt, zal dit een tsunami van ellende zal brengen. Om een totale crisis af te wenden, moeten we aan de slag met het vinden een way-out. Oftewel: Tom Poes, verzin een list.
Het is primair aan het bestuur en management van zorgorganisaties om die Tom Poes-verzin-een-list-vraag te beantwoorden. Als toezichthouder is het onderdeel van mijn rol om te kijken in welke mate bestuurders en toezichthouders bezig zijn met dit soort toekomstvragen, -problemen en -uitdagingen. Waar nodig geef ik ze daarbij graag een zetje in de juiste richting.
Bestuurders included
Alleen door bestuurders te betrekken bij innovatie ontstaat in een zorgorganisatie de benodigde aandacht voor het identificeren van de juiste problemen én oplossingen. Daar ligt mijn taak en rol: het prikkelen, stimuleren en enthousiasmeren van bestuurders om aan de slag te gaan met ICT- en innovatievraagstukken. Als toezichthouder heb ik daarvoor twee wapens, namelijk het agenderen van onderwerpen en het stellen van vragen.
Zes jaar geleden was men nog niet veel bezig met digivaardig werken in de zorg, terwijl dit tegenwoordig vanzelfsprekend is. Die verandering is teweeggebracht doordat het onderwerp geagendeerd is bij bestuurders. Als toezichthouder breng je dit soort onderwerpen ter sprake, maar ook bredere kwesties zoals de innovatiestrategie van een zorgorganisatie of in hoeverre een organisatie klaar is om aan de slag te gaan met AI. Bestuurders zetten die vraag vervolgens uit binnen hun organisatie, waarmee de rest van de organisatie aangespoord wordt om mee te denken over het onderwerp. Het resultaat is dat de kwestie zich als een olievlek verspreidt door de organisatie.
NIS-2
Maar ik heb als toezichthouder nog een wapen in mijn arsenaal, namelijk het stellen van vragen. Stel, er speelt een onderwerp op het gebied van veiligheid. Bijvoorbeeld de Network and Information Security directive (NIS)2-richtlijn die voor de deur staat. Met deze richtlijn tracht de EU de weerbaarheid en cyberbeveiliging van essentiële diensten te verhogen. Hier stel ik diverse vragen over aan zorgbestuurders, zoals: hoe is de zorgorganisatie voorbereid op de komst van NIS2? Wat gaan we doen om aan de NIS2-richtlijnen te voldoen? Wie zijn daarbij betrokken? Wat loopt goed? Wat loopt niet goed? Dit soort vragen zetten bestuurders aan het denken. Als ze al antwoorden hebben op deze vragen, is dat fantastisch. En als ze nog geen antwoorden hebben komt het onderwerp op de actielijst. Hoe dan ook, de vragen worden beantwoord.
Toch zijn niet alleen de bestuurders belangrijk bij het innoveren in de zorg. Tijdens werkbezoeken raak je als toezichthouder met verschillende zorgmedewerkers in gesprek. In mijn geval zijn dat vaak CNIO’s, CMIO’s en CTO’s. Die gesprekken zijn enorm inspirerend, omdat ze de mogelijkheid bieden om direct vanuit de organisatie te horen wat er wel en niet goed gaat, waar zorgmedewerkers tegenaanlopen en welke belemmeringen en blokkades de medewerkers op de werkvloer ervaren. Dat geeft niet alleen waardevolle inzichten in wat er speelt in de organisatie, maar toont ook waardering voor het belang van hun werk. En dat ze die waardering verdienen, mag duidelijk zijn.