Bij de behandeling van mensen met dementie is het belangrijk om de focus te leggen op wat ze nog wel kunnen. Warme technologie is een gebruiksvriendelijke, niet-stigmatiserende technologie die zich juist daarop richt. Met als uiteindelijke doel de kwaliteit van leven voor patiënten met dementie te verbeteren. Aan de TU/e is uitgebreid onderzoek gedaan naar het effect en de inzet van warme technologie.
Het Expertise Centrum Dementie & Technologie van de TU/e werd onlangs door Alzheimer Nederland formeel erkend als zesde expertisecentrum, en de eerste die zich specifiek richt op technologie. “Met warme technologie willen we leven aan de jaren toevoegen, in plaats van alleen maar jaren aan het leven”, aldus onderzoekers en initiatiefnemers van het expertisecentrum Wijnand IJsselsteijn en Rens Brankaert.
Om dat doel te bereiken bedachten de twee onderzoekers dat bij de ontwikkeling van oplossingen en hulpmiddelen niet de technologie, en diens mogelijkheden, centraal moet staan, maar de mens. "Met ‘warme technologie’ doen we precies het omgekeerde: daar is de concrete vraag die leeft bij mensen het uitgangspunt”, aldus Wijnand IJsselsteijn.
Ontwikkeling warme technologie bij dementie
Het ontwikkelen van warme technologie waarbij de mensen centraal staan brengt, zeker bij dementie wel wat uitdagingen met zich mee. Deze patiënten kunnen zich verbaal niet altijd (goed) uitdrukken waardoor het moeilijk wordt om precies te achterhalen waar zij vinden het best mee geholpen te zijn. Dat moet dus gefaciliteerd worden. "Hoe introduceer je bijvoorbeeld een ingewikkeld concept aan iemand met dementie? Dat is een heel ingewikkelde vraag. Dan heb je het niet zo zeer over technologie, maar over samenwerken en communicatie”, vertelt Rens Brankaert.
Een goed voorbeeld van die communicatie is het Vita-kussen dat de TU/e samen met zorgorganisatie Pleyade ontwikkeld heeft. Dit verder normaal ogend kussen heeft gekleurde vlakken. Door die aan te raken kunnen persoonlijke muziek en spraakbestanden afgespeeld worden. "Bij het ontwerp van dit kussen hadden we twee uitgangspunten. Ten eerste co-creatie, waarbij je de ontwerpkeuzes maakt samen met de doelgroep. En ten tweede wederkerigheid, waarbij je zorgt dat niet alleen de onderzoeker, maar de doelgroep er wat aan heeft. We zijn begonnen door een speaker in een kussen te zetten, en hebben toen gekeken hoe dat viel bij de doelgroep. Het -ontwerpproces is een soort ‘technology sketching’: je kijkt wat past en wat werkt, en zo leer je of het wel of niet aanslaat. En dat pas je dan telkens aan, in een iteratief proces", licht Brankaert toe.
Uitdaging voor leveranciers
De ontwikkeling van warme technologie oplossingen brengt ook voor leveranciers van deze technologie de nodige uitdagingen met zich mee. Het zijn natuurlijk bedrijven die geld moeten verdienen en daarom niet altijd de tijd hebben om veel iteraties te maken of langdurig onderzoek te doen naar de effecten. Mede daarom richten deze bedrijven zich nu nog vaak op sensortechnologie. Sensoren die een signaal geven wanneer er iets mis is.
"Nederland telt inmiddels veel bedrijven die een vergelijkbaar monitoringsysteem op de markt brengen. Ik zou die bedrijven graag willen uitdagen om met ons na te denken over hoe het ook anders kan, hoe we hun dienstverlening kunnen uitbreiden en verbeteren. Maar dat is een moeilijke stap, ook omdat wij als wetenschappers soms kansen laten liggen. Dan maken onderzoekers een prototype, en schrijven er een paper over, en daar blijft het dan bij”, vertelt Brankaert.
”We moeten ook echt af van al die schermpjes en touchscreens. De wereld is gewoon geen glazen plaat, waarachter dingen gebeuren die je indirect kan aanraken. De wereld heeft reliëf en vorm, en juist die multi-sensorische rijkheid wil je proberen weer terug te brengen. Daarbij kan kunstmatige intelligentie ook een rol spelen, juist omdat het adaptief is, het kan leren van veranderende omstandigheden en gebruikers”, voegt IJsselsteijn daar aan toe.
Kanteling zorgsysteem
De initiatiefnemers van het Expertise Centrum Dementie & Technologie hopen dat het centrum uiteindelijk een kanteling te weeg kan brengen. En dan niet alleen in de ontwikkeling van warme technologie voor mensen met dementie, maar het hele zorgsysteem.
“We willen dat ons centrum uiteindelijk niet langer het epicentrum is, maar dat het op heel veel manieren door mensen wordt uitgedragen, die er ook zelf eigendom over gaan nemen. Ik zie een lerend netwerk voor me, waarin je onderling op heel gelijk niveau kennis en ervaringen uitwisselt, niet alleen op academisch niveau, maar ook met de zorgprofessional, en met de mensen die het aangaat, de mantelzorgers, de mensen met dementie Dat zijn de volgende stappen voor ons expertisecentrum”, besluit IJsselsteijn.