Een internationaal onderzoeksteam, onder leiding van Christine Jacob, heeft een nieuw sociaal-technisch kader ontwikkeld om e-health tools te beoordelen. Dit kader wordt gepresenteerd in een studie met de titel ‘A sociotechnical framework to assess patient-facing eHealth tools: results of a modified Delphi process.’ Het onderzoek werd gepubliceerd in npj Digital Medicine en laat de noodzaak zien om tot een uitgebalanceerde beoordeling van e-health te komen, die zowel technologie, mensen als organisatie omvat.
De huidige technologische vooruitgang heeft de ontwikkeling van een veelvoud aan e-health tools vergemakkelijkt. Echter, slechts enkelen ondergaan een deskundige beoordeling, en een aanzienlijke meerderheid slaagt er niet in om verder te gaan dan de pilotfase. De ontwikkeling van het nieuwe beoordelingskader kan helpen om dit te verbeteren en biedt een veelomvattende methode om te beoordelen of een tool effectief is en of het in de praktijk geïmplanteerd kan worden. Het kader kan volgens betrokkenen helpen om de kloof te overbruggen tussen de huidige initiatieven op het gebied van e-health en de behoeften die er in de gezondheidszorg daadwerkelijk zijn.
Beoordelingskader met 46 criteria
Het onderzoeksteam, bestaande uit 57 experts uit 18 landen en 9 groepen van belanghebbenden, bereikte overeenstemming over 46 criteria waarmee e-health tools kunnen worden beoordeeld, zo valt te lezen in een artikel op ICT&health international. Deze criteria zijn verdeeld in fundamentele en contextuele factoren, die samen een totaalbeeld geven van hoe een e-health tool binnen verschillende zorgomgevingen functioneert.
Christine Jacob, projectleider en eerste auteur van de studie, vertelt over de studie: "Ons doel was om bij te dragen aan een gebied dat nog steeds wordt gevormd en ontwikkeld door bestaande criteria te analyseren en te aggregeren, door middel van rigoureus academisch onderzoek en systematische evaluatie van bestaande kaders. In tegenstelling tot verschillende beoordelingsinitiatieven en -kaders, die zich uitsluitend richten op het evalueren van het hulpmiddel zonder rekening te houden met de zorgcontext, benadrukt het sociaal-technische kader in deze studie juist het grote belang van contextuele criteria.”
Barrières voor implementatie
De studie stelt, dat ondanks de snelle ontwikkeling van e-health, er nog steeds te veel projecten niet door de pilotfase komen. Dit komt onder meer omdat ze onvoldoende waarde toevoegen of omdat er te grote barrières zijn voor implementatie. Met het nieuwe kader kunnen deze uitdagingen mogelijk aangepakt worden. Dit gebeurt niet alleen door de kwaliteit van de e-health-tools te beoordelen, maar ook door goed te kijken naar de geschiktheid van een tool binnen een specifieke context. Concreet gaat het dan onder andere om de evaluatie van technische aspecten, het klinisch nut, de veiligheid, bruikbaarheid, functionaliteit, de inhoud, het gegevensbeheer en tal van andere factoren.
In het beoordelingskader is bijzondere aandacht voor contextuele criteria zoals gegevensbeschermingsnaleving, interoperabiliteit, culturele vereisten en kosteneffectiviteit. Deze factoren zijn namelijk essentieel voor het succesvol gebruik en de opschalingspotentie van
e-health tools.
Scorekaart
Uit het onderzoek bleek dat de experts een voorkeur hadden voor een beoordeling met een scorekaart, boven het gebruik van een enkelvoudige-scoremethode. Een scorekaart biedt namelijk een gedetailleerder en evenwichtig overzicht van de prestaties van een e-health tool. Op die manier kunnen besluitvormers volgens de onderzoekers uiteindelijk beter geïnformeerde keuzes maken. Dit is extra belangrijk bij een thema als e-health, omdat dit nu eenmaal een onderwerp is waar de prioriteiten van verschillende belanghebbenden - van patiënten tot zorgverleners en beleidsmakers - sterk kunnen verschillen.
Uitdagingen beoordelingskader e-health
De studie erkent dat er uitdagingen zijn om subjectieve criteria zoals gebruiksgemak en visuele aantrekkelijkheid goed te beoordelen. Om de variabiliteit in de beoordeling te minimaliseren, beveelt het onderzoeksteam daarom diversiteit onder de beoordelaars aan. ‘Dit zorgt voor een uitgebreide evaluatie die meerdere perspectieven omvat en dat is belangrijk wanneer je het succes en de adoptie van dit soort tools wilt verbeteren.’
Het project is niet alleen een internationale academische studie, maar heeft ook duidelijke praktische implicaties. Zo werkt het onderzoeksteam momenteel bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een web-gebaseerd beoordelingsinstrument, gefinancierd door Innosuisse (het Zwitserse innovatieagentschap). Tevens is de University of Applied Sciences and Arts Northwestern Switzerland FHNW onderzoekspartner en zijn Roche en KPT Insurance officieel praktijkpartners. Uiteindelijk is het de bedoeling dat dit nieuwe beoordelingsinstrument besluitvormers stapsgewijs kan begeleiden bij het beoordelen van e-health tools, waardoor het makkelijker navigeren wordt in het snel complexer wordende digitale zorgweb.