Zorg leveren we met een team, een netwerk, met aan het roer de patiënt als partner en regievoerder. Samenwerken in de zorg en interoperabel zijn is het fundament in deze. Interoperabiliteit is al lang geen nieuw buzzwoord meer in het zorglandschap, maar een uitgangspunt om de optimale zorg aan de patiënt te kunnen leveren. Volgens de Van Dale betekent het: op elkaar afgestemd, in staat onderling te communiceren. En dat is nodig.
Er gebeurt veel om de zorg in een toekomstbestendig model te gieten. Zo zijn we er in Nederland van overtuigd, dat goede en veilige informatie-uitwisseling tussen zorginstellingen en de patiënt bijdraagt aan de juiste behandeling voor de patiënt. Om dit te ijken, zijn er wettelijke aanpassingen en landelijke programma’s, zoals het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling tussen Patiënt en Professional (VIPP programma).
Daarnaast hebben we prioritaire processen benoemd waarbij we ons richten op de Basis Gegevensset Zorg (eenduidige registratie), de verpleegkundige overdracht, medicatiegegevens en landelijke beelduitwisseling. Waarschijnlijk worden hier op korte termijn meerdere processen aan toegevoegd, waaronder de spoedzorg en de inzage van medische gegevens door de patiënt.
Door de professionals in de zorg worden deze processen nauwkeurig geplot op het interoperabiliteitsmodel van Nictiz, waarin we alle componenten van het samenwerken van zorginstellingen-/processen/-techniek benoemen en met elkaar invullen. Het is een leidraad hoe we over instellingen heen de juiste zorg op de juiste plek volgens de afspraken met elkaar kunnen leveren.
Legio mogelijkheden
Er is enorm veel informatie naar wat we in iedere stap in de keten genereren, opslaan en weer delen met de patiënt en zorgprofessional. Er zijn legio mogelijkheden om deze data te analyseren, te interpreteren en van waarde kunnen laten zijn. Voor wetenschappelijk onderzoek, maar ook is het mogelijk met big data-behandelingen steeds specifieker te maken. Data zijn ook van belang voor het beter ondersteunen van de patiënt in zijn beslissingen en het thuis ontvangen van zorg. Daarnaast kunnen we met deze gegevens onder andere voorspellen welke patiëntenstroom te verwachten is.
Toch is er een maar... een zwakke schakel in deze digitale netwerkgedachte waarbij informatie een onderdeel is in het hoge ambitieniveau van de Nederlandse zorg. Deze zwakke schakel komen we tegen als de informatie incompleet, onjuist, inaccuraat of niet bestaand is.
Een eigen rol
Als klinisch informaticus zie ik, dat data, techniek en samenwerking tussen zorgverleners en patiënten een steeds prominentere rol in de zorgketen speelt, maar dat we allen daarin ook een eigen rol spelen. De patiënten krijgen steeds meer kennis over hun zorgproces en de mogelijkheden. Zij gaan, nog meer dan voorheen, er vanuit dat de zorgverlener beschikt over de huidige medische gegevens en dit kan delen met zorgverleners. Ook gebruiken zij hun medische informatie, maar zullen pas de regievoerder kunnen zijn als de kwaliteit van de data goed is en als deze aansluit op de zorgbehoefte.
Laten we daarom verder kijken in de keten. De informatie gestructureerd vastleggen volgens richtlijnen opdat deze bruikbaar is voor medebehandelaars en patiënten. Aansluiten op bestaande technieken en ervoor zorgen dat ICT-middelen voldoen aan regelgeving. En overall, laten we ons als patiënt, zorgverlener, ICT-er en zorginstelling de focus hebben op de zorg goedkoper, eenvoudiger en efficiënter te maken. Met vertrouwen in elkaar en als actor in de zorg het oppakken van de eigen rol in de keten is interoperabiliteit binnen handbereik. Misschien is interoperabiliteit dan de sterke schakel in ons zorgstelsel.
Gastauteur Elserieke Gerritsen – Boersen is klinisch informaticus. Met bijna 10 jaar ervaring in de ziekenhuiszorg voert ze strategische analyses uit en brengt ze beleid in de praktijk in nauwe samenwerking met medische en bedrijfskundige staf op het gebied van digitale strategie, e-health en interoperabiliteit.