Onbekend maakt onbemind: Burgers weten weg naar e-consult niet te vinden

wo 2 augustus 2017 - 10:17
Nieuws

Nederlanders maken nog zeer weinig gebruik van het groeiend aantal mogelijkheden om via een e-consult (via een website, per mail of chat) huisartsen en medisch specialisten te raadplegen. Reden voor Nictiz en het NIVEL om onderzoek te doen naar het verschil tussen vraag en aanbod van het e-consult. Vaak blijkt de reden voor het lage gebruik te liggen in het feit dat men niet van de mogelijkheid van een e-consult op de hoogte is.

Huisartsen en medisch specialisten bieden steeds vaker de mogelijkheid om via een website of e-mail een vraag te stellen: het e-consult. Toch wordt van deze mogelijkheid nog maar weinig gebruikt gemaakt, merkte kenniscentrum Nictiz. Zo bleek in 2016 in de eHealth-monitor van Nictiz dat slechts 3 procent van de zorggebruikers aangaf gebruik te hebben gemaakt van een e-consult.

Voordelen e-consult

Om inzicht te krijgen in het verschil tussen het aanbod en gebruik van het e-consult zijn in de eHealth-monitor 2017 zorggebruikers over dit onderwerp bevraagd via het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL.

Hieruit blijkt onder meer dat zorggebruikers vooral als voordeel van het e-consult zien dat je er gebruik van kan maken op het moment dat het jou uitkomt en dat je de tijd kunt nemen om na te denken over de vraag die je wilt stellen. Qua gebruiksgemak verwachten zorggebruikers over het algemeen geen problemen. Zo denkt meer dan de helft dat een e-consult makkelijk is om te leren gebruiken. (Bekijk hier de Factsheet van het NIVEL en Nictiz, behorend bij de eHealth-monitor 2017.)

Reden voor achterblijvend gebruik

Hoewel zorggebruikers positief staan ten opzichte van het e-consult blijft het gebruik ervan dus achter. Een mogelijke verklaring is volgens Nictiz dat een groot deel van de zorggebruikers niet weet of een e-consult mogelijk is bij hun huisarts of medisch specialist. Vanaf 2013 ligt het percentage patiënten dat hier niet bekend mee is op respectievelijk circa 60 procent voor de huisarts en
70 procent voor de medisch specialist.

Daarnaast laten de resultaten zien dat zorggebruikers niet goed weten of een e-consult bruikbare informatie oplevert, goed werkt en betrouwbaar is. Minder persoonlijk contact en minder mogelijkheden om door te vragen zijn ook negatieve punten. Zorggebruikers die ervaring hebben opgedaan met het e-consult zijn positiever dan zorggebruikers zonder ervaring.

Gebruik stijgt bij meer functionaliteit

Uit kwalitatief onderzoek onder acht huisartsen door Marije van der Geest, student aan de Vrije Universiteit, blijkt dat huisartsen het e-consult vooral zien als middel voor vragen die zich voordoen na een consult en/of tijdens de behandeling. Ook verwachten ze dat e-consulten meer gebruikt worden als het onderdeel is van een portaal zoals een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Daarbij moet voor de patiënt wel duidelijk zijn wat voor vragen via e-consults gesteld kunnen worden en op wat voor manier. Bijvoorbeeld dat meerdere vragen in één bericht opgenomen kunnen worden in plaats van het sturen van een apart bericht per vraag.

Na de zomer gaat Nictiz verder met de Actieagenda e-consult. Deze agenda is in de eHealth-week (januari 2017) tijdens een workshop van IKONE, Growtivity en Nictiz opgesteld. Onderdeel daarvan is een communicatietoolkit om e-consult in de praktijk onder de aandacht te brengen.

Over het onderzoek

In maart 2017 heeft een steekproef van 1.500 panelleden uit het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL een vragenlijst ontvangen met, onder andere, vragen over het e-consult. 741 panelleden stuurden de vragenlijst terug (respons 49%). Binnen deze groep respondenten waren hoogopgeleiden oververtegenwoordigd ten opzichte van de algemene bevolking in Nederland en voorgaande edities van de eHealth-monitor. Correctie hiervoor resulteerde in een databestand van 611 respondenten, waarop de resultaten gebaseerd zijn.