Het UMC Utrecht voert twee nieuwe onderzoeken uit naar kankerbehandeling met beeldgestuurde therapie. Een onderzoek maakt gebruik van MRI-geleide radiotherapie, terwijl het andere ultrageluid inzet. De onderzoeken ontvangen een subsidie van bijna 1,5 miljoen euro van KWF Kankerbestrijding. Onderzoeker Lois Daamen richt zich op het gebruik van MRI-geleide radiotherapie voor lokaal gevorderde alvleesklierkanker, terwijl Roel Deckers ultrageluid gebruikt voor de behandeling van hoofd-halskanker.
Daar waar Deckers zich specifiek richt op patiënten met hoofd-halskanker, ontvangt Daamen voor haar
onderzoek naar alvleesklierkanker een subsidie van bijna een miljoen euro van KWF. Ze maakt gebruik van MRI-geleide radiotherapie, een beeldgestuurde en minder invasieve behandeling. De MR-Linac, een apparaat uitgevonden door UMC Utrecht, wordt sinds 2018 in de dagelijkse ziekenhuispraktijk gebruikt voor diverse vormen van kanker, waaronder niet-uitgezaaide prostaatkanker.
MR-linac
vermindert de belasting van radiotherapie voor patiënten doordat het omliggende gezonde weefsel minder wordt aangetast dankzij de hogere precisie. Bovendien maakt het veilig toedienen van een hogere dagelijkse dosis mogelijk, waardoor patiënten minder vaak naar het ziekenhuis hoeven voor radiotherapie. Daarnaast kan bij bepaalde tumorsoorten veilig een verhoogde totaaldosis worden gegeven, wat resulteert in een grotere kans op tumorcontrole.
Alvleesklierkanker en hoofd-halskanker
Met behulp van MRI-scans wordt het bestralingsgebied continu aangepast aan de tumorlocatie, zelfs bij beweeglijke tumoren. Hierdoor kan bestraling met hogere precisie worden uitgevoerd, wat het omliggende gezonde weefsel spaart en het risico op complicaties vermindert. Bovendien kan een hogere dosis veiliger worden toegediend. Dit leidt tot minder ziekenhuisbezoeken voor patiënten en verhoogt de slagingskans van radiotherapie. MRI-geleide radiotherapie is wereldwijd geaccepteerd en wordt nu ook gebruikt door andere medische centra, zowel in Nederland als daarbuiten.
Operatie of chemo bij alvleesklierkanker
Alvleesklierkanker is een van de dodelijkste vormen van kanker, met een overlevingspercentage van slechts vier procent na tien jaar. Vaak wordt de ziekte pas laat ontdekt, waarbij 40 procent van de patiënten al gevorderde alvleesklierkanker heeft. In dit stadium wordt geen operatie meer uitgevoerd, maar krijgen patiënten eerst chemotherapie om de tumor te verkleinen en uitzaaiingen te voorkomen. Ondanks deze behandeling overleeft de gemiddelde patiënt slechts vijftien maanden.
MRI-geleide therapie
Dankzij MRI-geleide radiotherapie is het nu mogelijk om alvleesklierkanker effectiever te bestralen, zelfs bij beweeglijke tumoren. Daamen gaat de impact van MRI-geleide radiotherapie in combinatie met chemotherapie onderzoeken op de overlevingskansen en levenskwaliteit van LAPC-patiënten. Dit onderzoek, genaamd de LAPSTAR-trial, wordt uitgevoerd in samenwerking met gespecialiseerde radiotherapeuten van verschillende medische centra en instanties.
Een hogere dosis bestraling en chemotherapie kan tumorgroei remmen, wat de levenskwaliteit verbetert en de overlevingskansen vergroot. De LAPSTAR-trial kan wereldwijd de zorg voor patiënten met gevorderde alvleesklierkanker en andere lokaal uitgegroeide tumoren transformeren. Daamen streeft naar bewijs dat MRI-geleide bestraling positieve effecten heeft op overleving en levenskwaliteit, om zo de wereldwijde zorg te verbeteren.
Ultrageluid tegen hoofd-halskanker
Net als Daamen, is Roel Deckers ook gericht op de ontwikkeling van een beeldgestuurde en minder invasieve nieuwe behandeling. Zijn doel is het gebruik van ultrageluid om de strijd tegen hoofd-halskanker te bevorderen. Voor dit doel heeft hij bijna een half miljoen euro subsidie ontvangen van KWF. Elk jaar worden ongeveer 3.000 mensen in Nederland getroffen door hoofd-halskanker, waarbij bij circa 60 procent van hen de ziekte zich al lokaal heeft verspreid. Deze patiënten moeten een intensieve behandeling ondergaan die vaak uit meerdere onderdelen bestaat, zoals chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie.
Bloedtoevoer verbeteren
Na een intensieve behandeling blijft de prognose voor deze patiëntengroep slecht: na 5 jaar is slechts 15 tot 60 procent van hen nog in leven, en er is een aanzienlijke kans (tot 40%) op lokale terugkeer van de ziekte. Om chemotherapie en bestraling effectief te laten werken, is een goede doorbloeding en zuurstoftoevoer naar de tumoren vereist. Helaas hebben tumorbloedvaten vaak een fragiele en grillige structuur, waardoor de bloedtoevoer belemmerd wordt en de behandelingen minder effectief zijn. Deckers zal proberen dit probleem aan te pakken door ultrageluid in te zetten.
Ultrageluid wordt ook gebruikt voor echografie bij zwangere vrouwen, waarbij afbeeldingen van de ongeboren baby worden gemaakt met behulp van hoogfrequente geluidsgolven die voor mensen niet hoorbaar zijn. Deckers zal ultrageluid echter op een geheel andere, inventieve wijze gebruiken. Hij zal gasgevulde microbelletjes in de bloedbaan injecteren en deze laten trillen met behulp van ultrageluid in de tumorbloedvaten.
Hiermee beoogt hij de bloedtoevoer naar de tumoren te verbeteren en de effectiviteit van chemotherapie en bestraling te versterken. Momenteel richt het onderzoek van Deckers zich specifiek op patiënten met hoofd-halskanker, maar de resultaten zullen in principe breder toepasbaar zijn, ook bij andere vormen van kanker en mogelijk zelfs andere aandoeningen. "Mijn doel is om medicijnen effectiever te laten werken", zegt Deckers. Hij ziet het als zijn taak om de komende jaren te bewijzen dat ultrageluid een belangrijke rol kan spelen in dit proces.