De Commissie Toekomst Zorg Thuiswonende Ouderen heeft haar adviesrapport aan Minister Hugo de Jonge van VWS gepresenteerd. Daarin worden een aantal ingrijpende en dringende adviezen gegeven voor de toekomst van de ouderenzorg. De aanbevelingen van de commissie zijn in grote lijnen onder te verdelen in drie centrale adviezen: ga bouwen, ga digitaliseren en ga samenwerken.
De commissie dringt er in haar eindrapport op aan dat er per direct geïnvesteerd moet worden in geschikte woningen voor ouderen, in de digitalisering van de ouderenzorg en het dagelijks leven en in regionale samenwerking in zorg en ondersteuning. Maar ook het zorgstelsel en de concurrentiewerking in de zorg moeten op de schop.
Ouderenzorg wordt duurder voor ouderen
De Commissie bespreekt in het rapport ook de kosten van de ouderzorg in de toekomst. In 2030 telt Nederland meer dan twee miljoen 75-plussers, ongeveer 600.000 meer dan nu. "“Thuis (blijven) wonen is geen onbeperkt recht om de daarmee gepaard gaande kosten op de samenleving af te wentelen”, aldus de commissie.
Met andere woorden: ouderen zullen in de toekomst meer zelf moeten gaan betalen voor zorg en ondersteuning. Daar moeten ze op voorbereid gaan worden, is het advies van de Commissie. Een van de voorbeelden die de commissie noemt is het 'opeten' van het eigen huis als financiering voor een aangepaste woning of het betalen van een deel van de kosten voor een verpleeghuis.
Bouwen, digitaliseren en samenwerken
De aanbevelingen van de commissie zijn in grote lijnen onder te verdelen in drie centrale adviezen: ga bouwen, ga digitaliseren en ga samenwerken.
Om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen moet op korte termijn gestart worden met het bouwen van meer woningen voor ouderen. Dat gebeurt op dit moment veel te weinig, aldus de commissie. Daardoor is er een groot tekort aan woningen voor ouderen. Er zullen ook andere type woningen gebouwd moeten worden om te zorgen dat thuiswonende ouderen in de toekomst minder afhankelijk worden van de zorg. Woonvormen die tussen de traditionele (senioren)woning en het verpleeghuis in liggen.
Er worden al veel vorderingen gemaakt op het gebied van de digitalisering van de (ouderen)zorg. E-health oplossingen als zorgrobots, video-consults met artsen en het inzetten van digitale technologieën voor het veiliger maken van woningen worden al volop toegepast. Voor de meeste professionele zorgaanbieders is digitaal al het nieuwe normaal. Ouderen zullen zelf meer gebruik moeten gaan maken van digitale technologieën. Niet alleen om de kwaliteit van het dagelijks leven makkelijker te maken, maar ook om het doelmatiger inzetten van schaarse zorgverleners mogelijk te maken.
Samenwerken is de derde centrale advies van de Commissie. De komende decennia zal de ouderenzorg nog moeten woekeren met schaarse middelen en mensen. Samenwerking op zowel lokaal als regionaal niveau wordt cruciaal om de ouderenzorg op peil te kunnen houden. Die samenwerking is volgens de commissie de komende jaren belangrijker dan keuzevrijheid en concurrentie.
Eenvoudiger zorgstelsel, minder concurrentie
De commissie pleit in haar rapport ook voor het anders en beter organiseren van de ouderenzorg. Het huidige zorgstelsel is volgens de commissie niet geschikt om ook in de toekomst te kunnen garanderen dat thuiswonende ouderen goede zorg kunnen blijven ontvangen. Daarvoor moet het zorgstelsel eenvoudiger ingericht worden.
De huidige rolverdeling tussen overheid, verzekeraars en gemeenten moet op de schop. Het ideale scenario van de commissie gaat uit van één pot geld voor alle ouderenzorg. Ook zullen er grenzen gesteld moeten worden aan de concurrentiewerking .Gepleit wordt daarom voor maximaal drie zorgaanbieders per wijk om te voorkomen dat, zoals nu nog gebeurt, soms tien verschillende zorginstanties bij één oudere over de vloer komen.
Draagvlak en advies 2.0
Om een breed draagvlak voor het advies te creëren bij alle partijen die bij de zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderenzorg betrokken zijn, wil de commissie de komende maanden reacties ontvangen van deze partijen. Die worden vervolgens verwerkt in de 2.0 versie van het advies, dat voor de zomer gepresenteerd zal worden.