Sommige goede technologieën werken niet in de operatiekamer

ma 15 juli 2024 - 12:15
Technologie
Nieuws

Welke technologieën in de operatiekamer hebben het grootste potentieel om de resultaten voor chirurgen en patiënten te verbeteren, en welke zijn slechts hype? Een interview met professor Marlies P. Schijven, MD, PhD, chirurg en hoogleraar Digitale Gezondheid aan het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (Nederland).

Hoe begon uw reis in de wereld van gezondheidszorg en digitale technologieën?

Nou, ik nam een enigszins onconventionele route want ik begon mijn opleiding aan de Design Academy.

Echt waar? Dat is nogal een omweg voor de gezondheidszorg.

Ja, dat is het. Ik heb daar een jaar doorgebracht, wat mijn perspectief op creativiteit en oplossingen heeft verbreed. Daarna studeerde ik Gezondheidswetenschappen en Geneeskunde. De ervaring bij de Design Academy wat kort, maar het heeft mijn hersenen op een unieke manier voorbereid en mijn wereldbeeld verbreed.

Hoe heeft deze creatieve achtergrond uw benadering van geneeskunde beïnvloed?

Het heeft zeker mijn benadering gevormd. In de gezondheidszorg, met name in de chirurgie, worden we vaak uitgedaagd met problemen waarvoor geen standaardprocedure of -oplossing bestaat. Mijn achtergrond heeft me geholpen de waarde van creativiteit en interdisciplinaire samenwerking in te zien. Gamen is bijvoorbeeld een van de oudste vormen van leren en ontdekken. Iedereen gamet en het is een natuurlijke manier om te leren en probleemoplossing te stimuleren.

Vond u het een uitdaging om deze ideeën te introduceren bij uw collega's in het chirurgische veld?

Ja, in eerste instantie wel. Maar dingen en tijden veranderen. Mijn leerstoel is onlangs hernoemd van Simulatie, Serious Gaming en Toegepaste Mobiele Gezondheidszorg naar Digitale Gezondheid, wat de bredere sfeer en het gebruik van technologie in de gezondheidszorg weerspiegelt. In de chirurgische omgeving blijft het echter een uitdaging. Chirurgen moeten zich intens concentreren en het toevoegen van te veel technologie kan afleidend zijn. De sleutel is om technologie te integreren op een manier die ons ondersteunt zonder rommel toe te voegen.

Er is zoveel buzz rond technologieën als AI (Kunstmatige Intelligentie), VR (Virtual Reality) en AR (Augmented Reality) in de gezondheidszorg. Wat is de belangrijkste doorbraak die u hebt gezien?

AI genereert absoluut veel opwinding. De technologie zelf is niet het probleem: het gaat erom hoe we omgaan met de beperkingen en mogelijke fouten. We moeten accepteren dat technologie, net als mensen, ons soms in de steek kan laten. Het is een kwestie van afspreken welke fouten we ons kunnen veroorloven en hoe we daar op de juiste manier mee omgaan.

Het startpunt voor mij is om software en technologie te classificeren als medisch hulpmiddel: zorgprofessionals moeten veilige oplossingen krijgen. Goed gebouwde algoritmes kunnen bijvoorbeeld beter presteren dan mensen als het gaat om het herkennen van bepaalde patronen, maar kunnen soms ook de fout in gaan. Het vaststellen van acceptabele marges voor deze fouten is cruciaal om AI optimaal te benutten.

Welke van al deze technologieën is momenteel het meest voordelig voor patiënten en zorgprofessionals?

Het is moeilijk om er maar één te kiezen, aangezien meerdere technologieën grote stappen maken in de gezondheidszorg. Algoritmen maken al een verschil in radiologie en Intensive Care Units (ICU's). Het beslissingsondersteunende algoritme "PacMed Critical" helpt bijvoorbeeld bepalen welke IC-patiënten eerder ontslagen kunnen worden, wat van onschatbare waarde is in tijden van beddentekorten. Dit optimaliseert niet alleen het gebruik van bedden, maar zorgt er ook voor dat patiënten op het juiste moment de juiste zorg krijgen, waardoor de algehele patiëntresultaten worden verbeterd.

In de operatiekamer (OK) worden nu algoritmen ontwikkeld voor het optimaliseren van de planning en het voorspellen van de duur van operaties. Daardoor wordt de efficiëntie verhoogt. Wij waren het eerste ziekenhuis dat in 2016 een black box in de OK installeerde en we werken nu aan de installatie van een nieuwe versie om processen te verbeteren met behulp van data gestuurde inzichten. Dit soort technologie maakt een betere analyse van chirurgische ingrepen mogelijk, helpt bij het identificeren van verbeterpunten en verkleint de kans op fouten.

Foto: Davy Rietbergen, dutchmedicalmedia

Gebruiken chirurgen al VR- of AR-brillen tijdens operaties?

Niet echt. Je kunt niet opereren met het VR-bril op je hoofd. Je moet heel duidelijk kunnen zien wat je doet, en het is niet voor niets dat we 4K-schermen of 3D-camera's hebben. Ik ken geen enkele chirurg die daadwerkelijk opereert met een VR-bril, omdat je er simpelweg niet doorheen kunt kijken.

Sommige chirurgen opereren met een AR-bril om beelden over hun werkveld te leggen in de neurochirurgie of orthopedische chirurgie, waarbij het hoofd of de ledemaat vastzit zodat het object voor de chirurg niet kan bewegen. Maar dit zijn nog steeds voornamelijk proefprojecten. En dit werkt niet voor buikoperaties, omdat de patiënt ademt en de darmen bewegen.

VR en AR zijn nuttige tools om chirurgen te trainen en ingrepen te simuleren, inclusief het plannen van een operatie, maar nog niet voor het opereren zelf. Ik heb bijvoorbeeld met Google Glass gewerkt in de OK, om live streaming en realtime samenwerken met een andere chirurg mogelijk te maken. Daarbij ging het meer om het aanpakken van latentie en technische problemen. Bij chirurgie zijn duidelijkheid en bruikbaarheid van het grootste belang. We gebruiken 4K-schermen en andere ondersteunende technologieën die beter haalbaar zijn voor realtime operaties.

VR heeft enige waarde bij het instrueren van patiënten, hoewel het kostbaar is en meer op een gimmick lijkt. Je kunt zaken ook heel goed uitleggen als je achter de monitor zit terwijl je de patiënt door de beelden leidt en wat je ziet vertaalt en overbrengt naar de patiënt. Echter, een 3D-vasculair systeem op een VR-scherm verwart de patiënt nog steeds. Het is erg kostbaar om zo'n systeem in de polikliniek te hebben; het moet veilig worden opgeslagen, opgeladen en onderhouden, en het is niet haalbaar voor alle patiënten. Het kost veel tijd, die we niet hebben.

Wat het belangrijkst is voor chirurgen is om te streven naar naadloze integratie van alle technologie om hen heen. Technologieën moeten zorgprofessionals ondersteunen zonder hen te overweldigen. Dit omvat alles dat bijdraagt aan het verbeteren van chirurgische precisie. Van betere beeldvorming tot het verminderen van administratieve lasten voor alle zorgmedewerkers met slimmere systemen. Het doel is om de patiëntenzorg te verbeteren en tegelijkertijd de zorgomgeving efficiënter en minder stressvol te maken voor professionals.

Hoe zit het met chirurgische robotica? Zijn autonome operaties de toekomst van operatiekamers?

Natuurlijk niet. De robot is de verlengde arm van wat de chirurg achter de console doet. Een chirurgische robot opereert niet onafhankelijk. Hij laat de chirurg die laparoscopische (sleutelgat) operaties uitvoert nauwkeruriger bewegen in nauwe ruimtes en heeft geen trillingen. Een nadeel is dat wanneer een chirurg met een robot opereert, er geen 'gevoel' meer is voor de chirurg van het weefsel, een kwaliteit die behouden blijft als u normaal of laparoscopisch opereert.

Het gebruik van de robot heeft enige meerwaarde getoond in de uitkomsten van urologische chirurgie wanneer de chirurg een klein bekkengebied moet opereren. Het is populair bij patiënten omdat ze geloven dat de robot beter is, maar ze begrijpen niet echt wat een chirurgische robot doet. Voor veel ziekenhuizen is het ook een marketingtool. De naburige ziekenhuizen hebben het, dus ziekenhuizen hebben het gevoel dat ze niet achter kunnen blijven, en meer chirurgen hechten er veel waarde aan om operaties uit te voeren die worden ondersteund door een robot.

Chirurgen vinden het erg fijn. Ze zitten comfortabel achter een monitor in een console, terwijl de robot de handelingen uitvoert die door de chirurg aangestuurd worden. Qua ergonomie is dit geweldig. Dat is absoluut een pluspunt, aangezien het opleiden van chirurgen erg duur is en we ook onze werknemers moeten beschermen. Het gebruik van een robot is echter ongelooflijk kostbaar voor de maatschappij.

De robot zelf kost miljoenen. En de fabrikant vereist dat de instrumenten na zes keer gebruiken worden weggegooid, waardoor de kosten nog aanzienlijk oplopen. De kosten voor het opleiden van chirurgen en ziekenhuispersoneel, samen met het gebruik van wegwerpartikelen, bedragen gemakkelijk enkele miljoenen euro's per jaar. We moeten dus keuzes maken als we een beperkt budget hebben. Bijvoorbeeld, het uitvoeren van een galblaasoperatie met een robot heeft geen waarde ten opzichte van standaard laparoscopische chirurgie, behalve misschien voor het trainen van de chirurg op de robot, en het is extreem duur. Je zou veel meer laparoscopische galblaasoperaties kunnen uitvoeren voor dezelfde kosten.

We moeten alles in evenwicht brengen. Voor nu kunnen we niet met zekerheid stellen dat robotchirurgie tot betere resultaten leidt, ook al wordt er al jaren onderzoek naar gedaan. Het zou voordeliger kunnen zijn als toekomstige studies aanzienlijke voordelen kunnen aantonen, vooral voor de chirurg. Maar met milieuproblemen zoals CO2-impact en hoge wegwerppercentages is het een complexe kwestie. Als er geen vervanging is voor de handen van chirurgen, wat dan? We hebben te maken met een enorm tekort aan zorgprofessionals.

Je kunt het ook anders bekijken. Chirurgen van mijn generatie opereerden zonder robots, en velen van ons deden dat met plezier tot we 65 jaar of ouder waren. Het gaat er ook om wat we accepteren qua comfort voor de chirurg. Als chirurg zou ik natuurlijk zeggen: geef me een robot, dat is makkelijk en prettig. Maar we moeten alles zorgvuldig afwegen. Er zijn gebieden waar simulatie bijvoorbeeld veel kan helpen. Het trainen van mensen voor specifieke procedures met behulp van simulatoren is waardevol, vooral voor repetitieve taken zoals kaakchirurgie of staaroperaties.

Simulatoren kunnen mensen trainen in procedures die vaak moeten worden uitgevoerd en kunnen waardevol zijn in regio's met een grote vraag naar procedures zoals lensvervangingen voor staaroperaties. Je hebt geen hoogopgeleide oogchirurg nodig voor een relatief eenvoudige en rechttoe rechtaan procedure. Het gaat om het vinden van kansen waar technologie aan de vraag voldoet. Het is een ecosysteem. Mensen moeten de dilemma's begrijpen die erbij komen kijken, en niet alleen technologie accepteren omdat het er is of omdat het wordt gehypet. Het gaat om het nemen van weloverwogen en berekende beslissingen.

…en het zorgvuldig kiezen van technologieën die zinvol zijn, niet alleen het volgen van de markthype.

Precies. Technologie op zichzelf heeft geen waarde; het zijn de context en de vragen die het beantwoordt die het waardevol maken. Bijvoorbeeld, het opleiden van meer chirurgen met behulp van een tandheelkundige simulator is misschien nutteloos op een plek waar al genoeg, en zelfs werkloze, tandartsen zijn. We moeten rekening houden met de context om technologie te laten floreren. Uiteindelijk is human resource management cruciaal. Technologie zou niet de primaire focus moeten zijn. Begin met het 'waarom'. Velen denken: "Ik heb een robot. Wat kan ik er nu mee doen?" Dat is niet de juiste aanpak. Het gaat erom ervoor te zorgen dat de technologie een echt doel dient.