Met de vergrijzing neemt relatief gezien ook het aantal kwetsbare ouderen met een gebroken heup sterk toe. Voor deze patiënten is intensieve zorg noodzakelijk. Ook lopen ze een groot risico op complicaties tijdens hun herstel. Tijdens zijn oratie op donderdag 3 oktober benadrukte prof. dr. Han Hegeman, hoogleraar bij de Universiteit Twente en traumachirurg bij Ziekenhuisgroep Twente (ZGT), het cruciaal belang van technologische innovaties en samenwerking om de zorg voor deze kwetsbare patiëntengroep te verbeteren. “Door slim gebruik te maken van technologie en de samenwerking tussen verschillende zorgdisciplines, kunnen we de behandeling en de revalidatie van ouderen met een gebroken heup optimaliseren,” aldus Hegeman.
In zijn oratie ‘Samen gaan we verder komen’ stond Hegeman stil bij de uitdagingen die komen kijken bij het behandelen van ouderen met een gebroken heup. Naast de fysieke beperkingen door de fractuur zelf, lopen deze patiënten na een operatie vaak ook risico op complicaties zoals longontstekingen, hartfalen of een delier (acute verwardheid). “Een gebroken heup betekent voor veel ouderen een langdurig en zwaar traject,” legt Hegeman uit. “Het is essentieel dat we niet alleen de breuk behandelen, maar ook complicaties tijdens de revalidatie tijdig signaleren. Technologie speelt hierin een doorslaggevende rol.”
Multidisciplinaire samenwerking
Hegeman is sinds 2005 werkzaam als traumachirurg bij ZGT en was in 2008 medeoprichter van het Centrum voor Geriatrische Traumatologie (CvGT). Dit centrum is erop gericht de zorg voor ouderen met een gebroken heup te verbeteren door multidisciplinaire samenwerking. Ondanks de vooruitgang die er is geboekt, blijft er volgens Hegeman ruimte voor verbetering, vooral op het gebied van monitoring van de behandeling en revalidatie.
Slimme sensoren voor snel herstel
In zijn oratie besprak Hegeman de technologische innovaties die de Universiteit Twente in samenwerking met zorginstellingen zoals ZGT, TriviumMeulenbeltZorg, ZorgAccent en Carintreggeland inzet om complicaties bij kwetsbare ouderen te herkennen en te voorkomen. Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek is het gebruik van de MOX-sensor, een klein apparaatje dat op het been van de patiënt wordt geplakt en continu bewegingen registreert. Hegeman vertelde dat traditioneel het herstel van patiënten werd gevolgd via vragenlijsten en fysiotherapiebezoeken. Volgens hem biedt dat slechts een momentopname. “Dankzij sensoren kunnen we nu continu monitoren en sneller ingrijpen als het herstel stagneert”, aldus Hegeman.
De MOX-sensor gaat zorgverleners een completer beeld geven van het herstelproces door 24/7 gegevens te verzamelen over de bewegingen van de patiënt. Dit maakt het mogelijk om het herstel beter te volgen en problemen vroegtijdig te signaleren. Naast de MOX-sensor wordt er gewerkt met een handgrijpkrachtmeter, een apparaat dat de fysieke kracht van de patiënt meet. Deze techniek helpt zorgverleners om in te schatten hoe goed iemand zou kunnen herstellen en zou voorspellingen kunnen doen over het verdere verloop van de revalidatie.
Zorg op maat met data-analyse
Volgens Hegeman ligt de toekomst van de ouderenzorg in gepersonaliseerde zorg, ondersteund door data-analyse en kunstmatige intelligentie. Met AI kunnen we volgens hem in de toekomst zorg op maat bieden door patronen in het herstel te herkennen en complicaties te voorspellen. Ook is te voorspellen welke patiënten extra zorg nodig hebben en kan er tijdig worden ingegrepen om zo complicaties te voorkomen. Gezien de toenemende vergrijzing en de alsmaar stijgende zorgkosten is het nu hoog tijd om te gaan investeren in technologieën willen we de zorg toekomstbestendig maken.
Samenwerken tussen disciplines
Hoewel technologie een grote rol speelt in de zorg, benadrukt Hegeman dat samenwerking tussen verschillende disciplines de sleutel is tot succes. Volgens hem is technologie alleen niet genoeg en wordt de echte vooruitgang geboekt door nauwe samenwerking tussen zorgprofessionals, onderzoekers en technologische experts. Volgens Hegeman moeten er transmurale zorgpaden worden ontwikkeld odie zorg van het ziekenhuis tot revalidatie en thuiszorg naadloos op elkaar laten aansluiten. Dan kan er volgens hem echte vooruitgang worden geboekt.
Een voorbeeld van nieuwe samenwerkingsvormen speelt zich af in Drenthe. Daar wordt sinds begin dit jaar in vier proeftuinen geëxperimenteerd met nieuwe samenwerkingsvormen om de ouderenzorg toekomstbestendig te maken. Onder meer Dokter Drenthe (huisartsen), ouderenzorgorganisaties en thuiszorgorganisaties slaan de handen ineen. De basis voor de proeftuinen wordt gevormd door Stepped Care, waarbij naar gelang nodig in fases steeds intensievere vormen van zorg worden geboden.