Als eerste lab ter wereld heeft de afdeling Pathologie van het Isala de Tispa II voor diagnostiek in gebruik genomen. Na een succesvolle testperiode is bewezen dat de opvolger van de Tispa, een Nederlandse uitvinding, net als zijn voorganger weefsel sneller, beter en veiliger kan analyseren. Het grote voordeel van de Tispa II is dat het apparaat een stuk compacter is. Inmiddels beschikt de afdeling Pathologie van het Isala over twee nieuwe Tispa's.
De ontwikkeling van de eerste versie van de Tispa werd in 2017 afgerond en hij werd in 2018 op de afdeling Pathologie van het Isala geplaatst. Daarna volgden een aantal jaren van validatie. Tijdens die periode hebben de pathologen er alles aan gedaan om het apparaat te laten vastlopen of uitvallen. Dat is hen echter niet gelukt. Ook het weefsel bleef goed van kwaliteit. Daarmee is nu bewezen dat de Tispa werkt.
Het pathologie proces
Weefsel moet, voordat het onder de microscoop bekeken kan worden door een patholoog, eerst 24 uur in formaline gelegd worden om de structuur van het weefsel te behouden. "Daarna moet je het vocht eruit halen zodat je het kunt fixeren in een soort kaarsvet (paraffine). De analisten schaven tot slot daar hele dunne plakjes van zodat een patholoog ze kan bekijken onder de microscoop", vertelt Marco van de Grift, leidinggevende.
Via de oude methode duurt dit proces zo'n vijftien uur. "Bovendien gebruik je daarvoor hele giftige stoffen zoals ethanol, aceton en xyleen en het kon misgaan", aldus patholoog Marije Hoogland. Zo ging in 2012 iets mis met de giftige reagentia waardoor het weefsel van 38 patiënten onbruikbaar werd en nieuwe biopten genomen moesten worden. Naar aanleiding van dat incident zijn de pathologen op zoek gegaan naar een nieuwe oplossing.
De twee nieuwe Tispa apparaten staan nu dus in de kelder bij Pathologie. De patholoog plaat de bakjes met het weefsel in een rek. Die gaat vervolgens in één van de vaten van de Tispa en na vier uur is het proces klaar. Daarna kan het weefsel verder worden klaargemaakt voor onderzoek door één van de pathologen.
Nederlandse innovatie
Marco van de Grift kwam op enig moment een artikel tegen waarin de techniek van de Tipsa beschreven werd. "Een analist in het UMCG experimenteerde hier mee. Het is een techniek om met behulp van CO2 vocht te onttrekken. Het werd wel gebruikt om vocht uit noten te halen", vertelt van de Grift. "Als je CO2 onder hoge druk en met een hoge temperatuur gebruikt, heeft het potentieel de meeste energie. Men noemt dat super kritisch. Met die energie kun je het vocht uit het weefsel halen maar ook inpakken in het kaarsvet (parafine)", voegt Hoogland daar aan toe.
Hoewel pathologie van oorsprong, en nu ook nog, een conservatief specialisme is, dringt de (digitale) innovatie, vooral ook gedreven door personeelstekorten, ook hier steeds verder door. Het zogenoemde AI-powered Computational Pathology, waarbij AI-technologie en -innovaties ingezet worden om het pathologisch diagnostisch proces te versnellen en verbeteren, is een goed voorbeeld daarvan.